Bianca Roosenboom (tweede van achteren) in actie op het WK 2010.
Bianca Roosenboom (tweede van achteren) in actie op het WK 2010. Foto: Aangeleverd

Tien jaar terug in de tijd: Het eerste internationale succes van Bianca Roosenboom

· leestijd 2 minuten Sport


(door Gerard Meijeringh)

KAMPEN - Tijdens de coronacrisis liggen veel sportactiviteiten stil. Sportliefhebbers vullen dit hiaat op door terug te kijken in de tijd. Weekblad De Brug doet mee en bladert terug. In deel 8 van ‘Tien jaar terug in de tijd’ draait het om Bianca Roosenboom. Samen met Elma de Vries en Manon Kamminga pakte ze op 29 oktober een bronzen medaille op het onderdeel aflossing bij het WK in Columbia. Het was haar eerste internationale succes.

Het is zaterdag 31 oktober 2020. Bianca Roosenboom is net terug uit het Portugese Madeira. Daar kon ze in coronatijd eindelijk weer eens wat wedstrijden rijden. “Ik ben 31 jaar en wil alle wedstrijden meepakken die ik pakken kan. Het leek wel of ik in een andere wereld zat. Je stapt het vliegtuig uit en je wordt gelijk getest. Vervolgens moet je zes uur in quarantaine, maar daarna heb je wel een week lol. Iedereen is clean.”

Eenmaal terug is de altijd vriendelijke Roosenboom gaarne bereid om mij op 1,5 meter afstand te woord te staan. “Ongeveer een maand geleden heb ik de beelden van het WK 2010 nog teruggezien. Het was een van de hoogtepunten in mijn loopbaan”, vertelt Roosenboom.

Manon Kamminga

Het succes kwam zeker niet uit de lucht vallen. “Bij de aflossingskoers moet je op internationaal niveau drie goede rijdsters hebben. Het was wachten op Manon”, aldus Roosenboom. In 2010 mocht Kamminga zich als 18-jarige eerstejaars senior noemen en kon ze eindelijk samen met Bianca Roosenboom en Elma de Vries de relay rijden op een WK.

Acclimatiseren

Een wereldkampioenschap in het verre Columbia. “We zaten op een hoogte van 2300 meter. Dan moet je acclimatiseren. De eerste dagen zat je alleen maar te hijgen. We zijn een maand eerder afgereisd. We zaten drie weken in een huisje. De laatste week zaten we in een hotel. Eenmaal terug in Nederland mocht ik zes weken niet sporten.”

Brons

Op de individuele nummers haalde ze de halve finale op de 500 en 1000 meter. Maar het hoogtepunt op het WK was uiteraard de aflossing. De spanning bleef er tot het einde in. Elma de Vries nam het laatste rondje voor haar rekening en kwam een half wiel tekort voor het zilver. Toch overheerste de tevredenheid. “Het was een van de hoogtepunten in mijn loopbaan. Het was mijn eerste internationale medaille”, aldus Roosenboom.

Deceptie

Twee jaar later ging Roosenboom in Italië samen met De Vries en Kamminga voor het ultieme doel: goud op het WK. Het wereldkampioenschap eindigde voor de Kamperse echter in een deceptie. Ze brak haar arm tijdens de individuele afvalkoers. “Ik had een gebroken arm. Ik heb m’n veters laten strikken en heb vervolgens de race nog wel uitgereden. Toen ben ik elfde geworden”, aldus Roosenboom. In het ziekenhuis werd een breuk geconstateerd en dat betekende dat ze niet mocht starten op de aflossingskoers. “Toen hebben ze Irene Schouten gebeld om de relay te rijden. Vervolgens pakten ze goud. ‘Dit is ook jouw medaille’, zeiden ze na afloop tegen me, maar ik heb er heel lang last van gehad. We waren toen op ons best. ‘Zo’n kans krijg ik nooit meer’, spookte door m’n hoofd. Ik kon er helemaal niets aan doen. Nederland had nog nooit zo goed gepresteerd op een WK, maar ik had er helemaal niets aan. Ik baalde.” Een jaar later was er een nieuwe kans op het WK in het Belgische Zandvoorde. “We waren heel dicht bij zilver, maar uiteindelijk werd het brons.”

Lange afstanden

Jarenlang was Roosenboom prijzenpakker op de sprintafstanden. De afgelopen jaren was ze vooral succesvol op de langere afstanden. “Dat is per toeval zo ontstaan. Bij het WK 2014 in Argentinië werd Manon (Kamminga, red.) ziek. Vervolgens werd me gevraagd of ik de lange afstand-nummer wilde rijden. Dat ging prima. Ik was hier beter dan op de sprintnummers.” Roosenboom heeft veel pech gehad in haar loopbaan, maar kijkt tevreden terug. “*k ben nu ruim twintig jaar actief in het inlineskaten. Ik heb zestien WK’s en negentien EK’s gereden. Niemand in Nederland heeft er zoveel gereden.”

Gerard Meijeringh