Volleyballer Sandor van Straten is na 22 maanden blessureleed klaar voor zijn rentree.
Volleyballer Sandor van Straten is na 22 maanden blessureleed klaar voor zijn rentree. Foto Tennekes

Van Straten nog niet klaar bij Reflex, maar eredivisiedroom leeft minder

· leestijd 3 minuten Sport

(door Mark de Rooij)

KAMPEN – Of Reflex toe is aan de stap omhoog naar de eredivisie, blijft moeilijk te beantwoorden, maar voor Sandor van Straten is dat niet meer zaligmakend. De Kampenaar heeft na 22 maanden keihard werken aan zijn revalidatie andere dromen.

Sandor van Straten, bijna 31 jaar, weet het nog goed. Het was 6 april 2019, de één-na-laatste wedstrijd van het seizoen in de topdivisie, toen hij zijn kruisband afscheurde. Reflex had vervolgens in de laatste wedstrijd van het seizoen twee sets nodig om promotie naar het hoogste niveau af te dwingen, maar won er in Zevenhuizen slechts één. Van Straten keek lijdzaam toe vanaf de kant. Dat het stoplicht bijna twee jaren later pas weer op groen springt, stond voor hem alleen geschreven in een nachtmerriescenario.

“Ik werd in juni 2019 geopereerd en de revalidatie ging goed. Op vrijdag 13 december (vrijdag de dertiende dus) was ik bij de fysio en ging ik door mijn knie, heb ik weer mijn kruisband afgescheurd. Dezelfde knie. Een enorme domper natuurlijk, want ik was al op de helft van mijn revalidatie. Kon ik weer helemaal opnieuw beginnen. Op 12 maart vorig jaar ben ik opnieuw geopereerd. Toen met een donorpees in plaats van eigen materiaal. Ze hebben toen een bandje aan de zijkant van mijn knie gezet als extra stevigheid. Het gaat nu heel goed. Op 1 februari heb ik de laatste tests gehaald. Alle stoplichten om te spelen staan nu weer op groen, maar dat gaat nu even niet”, doelt Van Straten op de huidige lockdown.

‘Veel gevraagd van mijn vrouw’

Revalideren was keihard werken voor Van Straten. “22 maanden lang, drie keer per week bij de fysiotherapeut. Na m’n werk, voor m’n werk. Dat heeft best veel gevraagd van mijn vrouw, we hadden ook nog een baby. Op een gegeven moment ook nog trainen, dan was ik vier avonden per week weg, voor mijn knie. Dat heeft veel gevergd van ons, maar ik had maar één doel en dat is terugkomen. Na die laatste test hebben we het dan ook echt even gevierd met elkaar. We sluiten een periode af met elkaar.”

‘Dit is nog niet klaar’

Van Straten heeft vorig seizoen ook mogen ruiken aan het trainersvak als assistent van Henk Gootjes en ziet zichzelf in de toekomst dit wel weer oppakken. Voorlopig is hij echter nog niet klaar als speler. “Toen ik voor de tweede keer door m’n knie ging, heb ik dat met m’n vrouw duidelijk besproken. Ga ik dit nog een keer doen, of is het genoeg geweest? Toen hadden we allebei zoiets van ‘nee, dit is niet nog niet klaar.’ Dit is niet de manier om afscheid te nemen van mijn sport. Ik speel nu ruim tien jaar in het eerste en dan met zo’n blessure stoppen, voelde voor mij echt niet goed.”

Hoewel Van Straten nog altijd ambitieus en bloedfanatiek is, kijkt hij inmiddels wel anders aan tegen de eredivisiedroom die hij altijd had met Reflex. Om die droom waar te maken keerde hij in 2015, na één seizoen in de top van Nederland met het Zwolse Landstede Volleybal, terug in Kampen. Die eredivisievlam die tot twee jaar geleden zo hard brandde in zijn hart en dat van zijn teamgenoten is afgezwakt tot een waakvlammetje.

“Die ambitie is er bij veel jongens in het team wel af. We willen wel graag alles winnen. Ik zeg niet dat wij volgend seizoen niet promoveren, maar als ik er met de pet van de technische commissie naar kijk, zet ik wel vraagtekens bij de eredivisie-ambitie. Het vrijwilligersbeleid is altijd lastig, dat is niet meer zo vroeger. Dat je een blik opentrekt en dat er een hele groep klaarstaat die de schouders eronder zet. Ook qua sponsoring is het lastig. Het kost veel geld en het levert relatief weinig op. Sportief is het nu haalbaar, maar ook daar maak ik een kanttekening bij. Ik ben bijna 31 en de meeste jongens zijn al wat ouder. De kans dat het team over een paar jaar uit elkaar valt is aanwezig. Ga je dan nu duizenden euro’s er aan uitgeven? Dat is de vraag die je jezelf moet stellen. Misschien kun je beter in de topdivisie spelen. Daar gaat minder geld in om, en dat is ook een mooi niveau.”

‘Mickey Mouse-competitie’

De eredivisie is ook niet meer wat het was. Het is echt een Mickey Mouse-competitie. Met drie vier ploegen die er met kop en schouders bovenuit steken en van de rest kunnen wij allemaal winnen op een goede dag. Vroeger was het leuker om in de eredivisie te spelen. Ik zit ook wel eens bij de Nevobo-overleggen. Ze blijven maar innoveren en dingen bedenken en dat zegt denk ik genoeg, het niveau wordt er niet beter op met de jaren”, aldus Van Straten, die nu andere dromen heeft.

“Ik kijk er heel erg naar uit dat mijn dochtertje na de wedstrijd het veld opkomt, dat soort momenten. Om met die jongens weer die ballen op de grond te meppen, samen met die jongens de sfeer proeven in de Reflex-hal. Dat is zo iets magisch. Daar kijk ik naar uit. Dat is het allemaal waard geweest denk ik, maar helaas moeten we daar nog even op wachten.”