Afbeelding
Aangeleverd.

Harro Pruijssen Raadslid ChristenUnie: ‘Duurzaamheid is best nog wel een uitdaging’

· leestijd 4 minuten Ondernemen in Kampen

(Door Alex de Jong @ Attest Communicatie)
De ChristenUnie had het graag willen verwezenlijken; het Duurzaamheidsloket ‘waar iedere Kampenaar die iets met duurzaamheid in huis wil, voor advies en doorverwijzing kan aankloppen’. Maar Covid-19 gooide roet in het eten. ‘Corona krijgt tegenwoordig overal de schuld van’, grapt raadslid Harro Pruijssen. ‘Maar natuurlijk zijn we wel met duurzaamheid bezig.’

Zo heeft de gemeente Kampen in de ‘Bouwsteen Energie’ een bijzonder ambitieus doel gesteld. Duurzame energie - uit zon, wind en aardwarmte - moet onze gemeente rond 2035 volledig zelfvoorzienend maken. Dat biedt volop kansen voor het bedrijfsleven. ‘Want die hebben we bij de realisatie van deze ambitie hard nodig’, zegt de man die tegelijkertijd verkondigt dat een energie-neutrale Kamper binnenstad een utopie is. ‘Wil je dat realiseren, dan zul je er eerst met een bulldozer doorheen moeten…’

Sinds 2017 ‘raakte’ hij ‘in de politiek’; daarbij aangestoken door Jan Peter van der Sluis; tegenwoordig wethouder, toen nog ‘een collega in het Provinciehuis’. ‘Als ik de politieke wereld instap, wordt mijn speerpunt  duurzaamheid, vanwege de ‘groene opleiding die ik heb genoten’ (Larenstein in Velp; bosbouw en cultuurtechniek).

Ambitieus
‘Toen ik de politiek in ging, wilde ik meewerken aan de beweging om beter, duurzamer, met onze aarde om te gaan. Heel veel mensen doen dat vanuit de gedachte ‘want anders wordt de aarde onleefbaar’. Ik ben niet van de doemscenario’s dat deze wereld niet genoeg zou hebben voor ons mensen. Ik ben een hoopvol realist en werk graag aan een mooie toekomst voor onze kinderen. De aarde heeft genoeg voor iedereen, maar er is een kloof in de verdeling van rijkdommen. Mijn drive is in essentie een eerlijker verdeling van onze rijkdommen: meer gerechtigheid.’

Binnen de ChristenUnie-fractie heeft hij als raadslid de portefeuille ruimtelijke ontwikkeling en komen zijn ambities binnen de Regionale Energie-Strategie goed tot hun recht. De RES West-Overijssel is een samenwerking van elf gemeenten, waterschap en provincie en werkt aan het verduurzamen van onze energieopwekking. Als raadslid zit hij in de Werkgroep RSAB die de energietransitie handen en voeten geeft. Met het Klimaatakkoord als de aanleiding. ‘De gemeenteraad heeft ermee ingestemd dat in 2035 Kampen energieneutraal is. Een heftige ambitie’, zo stelt hij. ‘Je hebt het erover dat er dus voor die tijd tientallen windmolens en vele voetbalvelden aan zonnepanelen moeten worden gerealiseerd, om daarmee de elektriciteitsbehoefte van onze gemeente te kunnen invullen. Let wel: elektriciteit! Dat is slechts een kwart van ons totale energieverbruik, want driekwart is warmte. Gas. Over die transitie hebben we het hier nog helemaal niet. Dat moet allemaal nog…’

Verslaving
Windmolens en zonnepanelen; als ‘landschapsman’ vindt hij er ‘wel wat van’. ‘Gaan we nu echt ons land vol zetten met allerlei industriële objecten om onze verslaving aan elektriciteit te voeden? Laten we eerst eens beginnen met ‘wat minder’ elektriciteit te gebruiken. Het plan voor een ‘duurzaamheidsloket’ kan hier goede diensten bewijzen.’ Bovendien is het nog maar de vraag of je iedere woning zomaar energieneutraal krijgt. ‘Dat is heel moeilijk in de binnenstad van Kampen, met vijfhonderd objecten die als ‘Monument’ worden aangemerkt en een paar duizend andere panden van zeer oude datum.’ Zelf woont hij in een pand van 1894. ‘Daar wil je toch niet overal zonnepanelen op het dak? Bovendien is het nog maar de vraag of die daken dat gewicht wel kunnen dragen. Of, ook niet onbelangrijk, of je de panden nog wel tegen brand kunt verzekeren als er zoveel zonnepanelen worden geplaatst. Wil je ieder pand in de binnenstad echt volledig energieneutraal? Dan moet je een bulldozer pakken, de heleboel plat gooien en opnieuw beginnen. Wil je dat niet? Dan moet je andere oplossingen bedenken en die gaan er ook wel komen’.

‘In Kampen hebben we gekozen voor veel windenergie. In de ‘Bouwsteen Energie’ staat dat wij geen windmolens willen in de polder Mastenbroek maar wel dat we langs de N50 en op industrieterreinen veel windenergie gaan opwekken.’ Waar die vier windmolens op Haatland al voor zoveel commotie zorgden? Harro: ‘Klopt. In die tijd was dat een moeilijk karwei. Maar iedereen wil nu verduurzaming. We zullen geen volledig draagvlak krijgen, maar spreken van acceptatie.’ Het Kamper ‘bod’ was het ‘grootste’ van de RES West-Overijssel. Ambitieus. ‘Natuurlijk heeft dat een prijs. We willen geen gas meer uit Groningen, willen het ook niet van meneer Poetin en dus moeten we alternatieven bedenken.’ Hier kan het bedrijfsleven een grote rol spelen. ‘Als overheid hebben we onze ambitie geventileerd en geven we aan waar ruimtelijk mogelijkheden zijn. Nu ligt de bal bij het bedrijfsleven. Zij weten de subsidiepotten te vinden en kunnen goede plannen ontwikkelen, dus we hopen op veel voorstellen.’ Voorstellen die al volop ‘binnen rollen’. ‘op dit moment hebben we er al een aantal, maar we kunnen er nog meer gebruiken.’

Lokaal investeren
‘Natuurlijk komt er weerstand. Daarom hebben we in de ‘Bouwsteen Energie’ ook gezegd dat we willen dat minimaal vijftig procent van de opbrengst lokaal moet worden geïnvesteerd. Dat is ook goed voor het draagvlak. Want je wilt niet dat een grote Chinese firma hier wel brood in ziet en dan alle winsten wegsluist’, zo vertelt hij. ‘Als het geld oplevert, en dat gaat het, dan moet je daar ook de eigen omgeving, je eigen mensen, van laten profiteren. Dat zie je in Staphorst ook. Daar hebben ze de coöperatie ‘Wij Duurzaam Staphorst’ opgericht en ontwikkelen de bewoners, samen met deskundigen, een eigen windmolen en die verdienen daar samen geld mee.’

Klinkt leuk, maar dit plan kent toch ook haken en ogen? ‘Zeker, het elektriciteitsnet is nu vooral gericht op leveren, niet op ontvangen van door andere partijen geproduceerde stroom. Dus moeten er schakelstations en hoogspanningsmasten bij komen.’ En ondertussen komt de grootste uitdaging: de warmtetransitie. ‘Die is nog veel lastiger’, zo weet hij. ‘Tenslotte moet gas uitgefaseerd worden en moet een ieder achter zijn eigen voordeur een keuze maken: hoe verwarm ik mijn huis? Een (lawaaierige) warmtepomp? Aansluiting op een warmtebron per wijk? Een warmtenetsysteem met waterstof in ieder huis? Allemaal andere keuzes? Bij nieuwbouw, zoals het Reevedorp, kun je er al op voorhand rekening mee houden; daar komen geen woningen met gas. Maar hoe pak je het aan met de bestaande bouw? Meer elektriciteit? Kan het net dat wel aan?’

 Derde Wereldland

Is een kerncentrale dan niet veel gemakkelijker? Harro: ‘Laten we die discussie maar niet beginnen’, lacht hij. ‘Ik las dat een kleine kerncentrale, zoals in Borsele, 100.000 kuub gas bespaart. Per uur! Maar goed, ook die discussie komt vanzelf. Als het straks te langzaam gaat, of er komt teveel weerstand. Of er wordt onvoldoende elektriciteit geproduceerd…’ En wat als het elektriciteitsnet de almaar groeiende vraag niet aan kan? Dan denk ik aan al elektrische auto’s die moeten worden opgeladen, al die apparaten die stroom nodig hebben? ‘Een terechte vraag. Eén ding weet ik zeker: naast alle duurzame oplossingen, zullen we ook moeten beschikken over een achtervang. Dat, of we moeten accepteren dat we, net als in landen van het voormalige Oostblok, of in vele Afrikaanse landen, sommige uren van de dag gewoon geen stroom hebben. Maar kom daar in Nederland maar eens mee aan! We zijn verwend.’ Kortom: hier ligt een schone taak voor iedere Nederlander: ‘Als wij als consumenten gewoon doorgaan met ons stijgende elektriciteitsverbruik, dan wordt dat nog knap lastig. We zullen ons ervan bewust moeten zijn dat het anders moet, dat er bespaard moet worden’, stelt hij. ‘Dat duurzaamheidsloket komt er nog wel en dan wordt het er druk!’ klinkt het vol passie. ‘Maar om het eens politiek te formuleren: we hebben nogal een uitdaging…’