Ideeën voor stadslandbouw in en om Kampen gezaaid

· leestijd 3 minuten Partnerbijdrages

KAMPEN - Een denktank die vooralsnog bestaat uit vijf personen en stadslandbouw@kampen.nl als elektronische brievenbus voor ideeën. Dat is de eerste oogst van een denksessie over stadslandbouw. Een behoorlijk aantal ondernemers en andere belangstellenden kwam af op de thema-avond maandag in het gemeentehuis.Wetenschapper Jan Willem van der Schans vertelde, onder andere in hoedanigheid als medeoprichter van Eetbaar Rotterdam, over de ervaringen van stadslandbouw in de Maasstad. Een stad die weliswaar qua grootte geenszins vergelijkbaar is met Kampen, maar dat neemt volgens Van der Schans niet weg dat daar opgedane ideeën wel als inspiratiebron kunnen dienen. Hoewel men daar pioniert met stadslandbouw gaat dat niet altijd van een leien dakje. Nergens in Nederland bestaat een echte structuur voor dit nog vrij nieuwe fenomeen, mede omdat gemeenten niet in alle opzichten willen meewerken memoreerde Van der Schans, die in dat verband wethouder Pieter Treep complimenteerde met zijn constructieve houding.Om vervolgens uit te leggen wat stadslandbouw precies inhoudt. Hij vatte een wetenschappelijke definitie samen door de kernelementen er uit te halen. Bij stadslandbouw gaat het om het verbouwen van groenten en fruit in en rondom een stad, waarbij wordt voorzien in een lokale vraag. Mensen eten anders gezegd voedsel dat ze met eigen ogen hebben kunnen zien groeien in plaats van kant-en-klaar-maaltijden waarvan de herkomst niet voor iedereen duidelijk is. Ook moet er sprake zijn van een gesloten kringloop: bijvoorbeeld doordat afval weer plaatselijk wordt gebruikt voor compost.Gezamenlijk verbouwenMet de behoefte vanuit de lokale markt werd meteen ook een mogelijk spanningsveld benoemd. Want loop je niet het risico dat als mensen zelf groenten en fruit gaan verbouwen -terwijl een lokale boer dat beroepsmatig al doet met al zijn vakkennis- deze initiatieven de economie en het welzijn meer schaden dan dat het goed doet? Volgens Van der Schans schuilt het antwoord in de samenwerking. "Stadsbewoners kunnen, bijvoorbeeld in een gezamenlijke tuin in de straat, groenten gaan verbouwen die een aanvulling zijn op het al bestaande lokale aanbod. De boer kan dan als professional misschien zelfs tips geven.Stadslandbouw moet complementair zijn en niet concurrerend." De situatie in Kampen is anders dan die in Rotterdam, maar niettemin twijfelt Van der Schans er niet aan dat het fenomeen overal in een behoefte voorziet. Hij haalde de in Angelsaksische landen wel eens gebruikte definitie van 'de stad als voedselwoestijn aan'. Daarmee wordt een situatie bedoeld waarbij stedelingen meer dan vijfhonderd meter moeten lopen voordat ze vers voedsel tegenkomen. De voedselketen weer zichtbaar maken in de stad, dat is waar het volgens de wetenschapper om gaat. Al zijn er, zo benadrukte hij, nog tal van prettige neveneffecten. "Een stadstuin- of boerderij, dan wel een openbare ruimte waar eetbare producten groeien, kan de sociale samenhang enorm vergroten. Mensen ontmoeten elkaar en zeker in een multiculturele stad als Rotterdam is daar best veel behoefte aan." Tijdens een discussieronde viel er zowel veel enthousiasme als een meer kritische houding te bespeuren.Sociale samenhangGerda Altena ziet het wel zitten. In de eigen stad verbouwd voedsel in plaats van kant-en-klaar-pakketten. Zij voelde zich geënthousiasmeerd door het betoog van wetenschapper Jan Willem van der Schans over dit onderwerp.“Vooral het idee van sociale samenhang spreekt mij enorm aan. Het door Van der Schans genoemde Rotterdamse initiatief Hotspot Hutspot, waarbij met producten van eigen grond maaltijden worden bereid voor mensen met een smalle beurs, vind ik fantastisch.” Waar Altena volop kansen ziet, heeft voorzitter Jacob Hoogstede van de Ambulante Handel de nodige kanttekeningen. “In onze eigen Koekoekspolder, om een voorbeeld te noemen, wordt al veel heerlijk voedsel verbouwd. Er zijn dus al veel streekproducten”, stelt Hoogstede om er aan toe te voegen: “Op de markt wordt veel biologisch voedsel dat anders niet verkocht dreigt te worden voordelig aangeboden. Het punt blijft een beetje dat veel mensen niet extra willen betalen voor biologische producten. Je zult goed moeten kijken naar het bestaande aanbod. Bovendien is naar de Koekoekspolder fietsen ook nog eens gezond.”VoedselbankHanjo IJkhout van Kinderboerderij Cantecleer had nog een suggestie om het probleem van concurrentie te voorkomen. “Nu zie je dat mensen die moeilijk kunnen rondkomen naar een voedselbank gaan, terwijl je ze ook een tuin kunt geven om eigen voedsel te gaan verbouwen. Op die manier maak je mensen minder afhankelijk. Het gaat om een doelgroep die normaal gesproken waarschijnlijk weinig vers voedsel zou kopen. Anders gezegd loopt de lokale ondernemer daarmee niet veel omzet mis. Ik denk in zijn algemeenheid dat stadslandbouw een positieve bijdrage kan leveren en dat we het meer en meer gaan zien naarmate de economisch crisis voortduurt. Het kan hoe dan ook geen kwaad om minder afhankelijk te worden van voedsel uit het buitenland.” (door Christiaan Schutte)

Abonneer gratis

op de digitale krant en ontvang
deze wekelijk in je mailbox.