Het deel van het zeeschip dat al voor het faillissement van scheepswerf Peters was afgebouwd.
Het deel van het zeeschip dat al voor het faillissement van scheepswerf Peters was afgebouwd. Michiel Satink

Hier werkt Kampen: Afbouw zeeschip 'maakte verkoop werf mogelijk'

· leestijd 3 minuten Algemeen

(door Michiel Satink)
KAMPEN - Wat gebeurt er achter de deuren van de grotere ondernemingen in de gemeente Kampen? Wie werken er en wat maken ze? Een serie bedrijfsreportages vanaf de werkvloer. Aflevering 4: Barkmeijer Shipyards.

Roestige stalen platen liggen verspreid over het terrein van de voormalige scheepswerf Peters. Rechts naast een van de oudere hallen staat het brughuis, bruin van kleur, troosteloos in de regen. In de verte een druk bevaren IJssel. Maar binnen in de grote hal heerst bedrijvigheid. Hier is merkbaar dat de scheepsbouw in Kampen, na 1,5 jaar stilte, weer op gang is gebracht. Vanzelf ging dat niet. De incomplete Caranx I lag de verkoop van de werf na het faillissement in 2014 akelig in de weg. Verschillende partijen maakten aanspraak op dit half afgebouwde casco. Het schip – met een opdrachtgrootte van 34 miljoen euro – moest afgebouwd worden om de hal weer leeg te krijgen. En elders dan in Kampen afbouwen was geen optie. Het gaat om tonnen staal dat nog niet drijft, aldus Mark Verschut, projectleider van Barkmeijer. Scheepswerf Bodewes kocht eerder al het intellectuele eigendom van Peters. Ook een van de voormalige directeuren ging bij Bodewes aan de slag. Maar interesse in overname van de werf werd steevast ontkend. 

Gedupeerd
Het was een groep gedupeerde Noord-Nederlandse bedrijven dat niet alleen de afbouw wist te bewerkstelligen van het schip dat een doorstart van Peters in de weg stond. Het zorgde er indirect ook voor dat de werf eindelijk werd verkocht en dat na de afbouw van dit schip er nieuwe opdrachten naar Kampen komen. Dat ging als volgt: in april 2014 ging scheepswerf Peters failliet. Voor velen een onverwacht verlies van een grote en roemrijke opdrachtgever. Zeker honderd werknemers stonden op straat en veel toeleveranciers uit Kampen en omgeving merkten de pijn. Bij de Friese scheepswerf Barkmeijer Shipyards waren ze net grote, stalen segmenten van de Caranx op een ponton aan het laden toen het faillissement bekend werd gemaakt. De lading werd van de pontons gehaald. Ruim 1,5 jaar lag er voor 450 ton aan staal op de helling van Barkmeijer. Toen een doorstart niet langer reëel bleek, besloten enkele Noord-Nederlandse bedrijven de koppen bij elkaar te steken. Wat als zij poogden het schip af te bouwen? Barkmeijer als bouwer van de segmenten, staalleverancier CIG, installatiebedrijf eL-Tec en producent van de luiken en tussendekken Coops & Nieborg krijgen nu een groot deel van hun vorderingen betaald door het schip af te bouwen. Opdrachtgever: de Kroatische werf Brodo Trogir. Omdat verwacht wordt dat er meer vraag zal zijn naar dit type schip, zullen deze bedrijven ook betrokken worden bij de bouw van meer van dergelijke vaartuigen. 

De opdracht tot afbouw bracht de verkoop van de werf in een stroomversnelling, zegt Mark Verschut, projectleider van Barkmeijer. Kort na het rondkomen van de opdracht kocht de onderneming Bodewes (met werven in Hasselt en Meppel) de Kamper werf. Het zal komend jaar haar werf De Kaap van Meppel naar de hanzestad verplaatsen. In de grote hal wordt inmiddels een maand of twee hard gewerkt aan de afbouw van het 124 meter lange schip. Een deel steekt nog altijd uit de hal. Binnen wordt op en onder het schip gelast en getimmerd. De vele tonnen staal rusten op van de NS afkomstige railstellen. Het casco was voor 40 procent gereed toen de lasapparaten en hamers werden neergelegd. De herbouw is voor Verschut en zijn team een hele puzzel. Zo was nog niet alles getekend. “We zijn op zoek naar de 'engineers' die er destijds mee bezig waren. We hopen dat ze verder kunnen waar ze gebleven waren.” Met veertig man wordt aan de afbouw gewerkt. Voorlopig is de opdracht alleen het casco gereed te krijgen in Kampen. Dat zou in december klaar moeten zijn. Verschut hoopt dat het schip helemaal in Nederland afgebouwd kan worden. Dan zou in februari het schip via Amsterdam naar Harlingen worden gevaren. 

Werknemers
Al vlak nadat de eerste werknemers van Barkmeijer op de werf van Peters aan de slag gingen, kwam de eerste ex-medewerker van Peters langs. Of hij mee mocht werken aan de afbouw van de voorheen nog Caranx I. “Via het uitzendbureau werkt hij nu voor ons”, zegt Verschut. Het viel de Friezen op in welke staat de werf was achtergelaten. “Alles lag erbij alsof ze de volgende dag weer verder zouden gaan.” Alleen een familie duiven verhinderde dat dit twee maanden terug ook daadwerkelijk weer gebeurde. “Alles zat onder de duivenpoep”, zegt de projectleider. Dagenlang is er geschrobd en geboend. Hoewel er bovenin de grote hal nog wel een enkele vogel te zien is, is de werkvloer inmiddels zo goed als brandschoon. 

Het schip waaraan gewerkt wordt, heeft bij Barkmeijer de werktitel 'Joint Runner'. Het schip is bedoeld voor de aanvoer van buizen in de olieindustrie. Het krijgt een eigen kraan aan boord zodat het schip zelf de lading kan lossen. De naam Caranx komt vermoedelijk niet meer terug. De voortgang van de bouw is onder meer via Facebook ( HYPERLINK "http://www.facebook.com/pages/Barkmeijer-Afbouw-Kampen"www.facebook.com/pages/Barkmeijer-Afbouw-Kampen) te volgen.