Afbeelding
Stock

Hier werkt Kampen: Sociale werkvoorziening als commercieel bedrijf

· leestijd 3 minuten Algemeen

(door Michiel Satink)

Wat gebeurt er achter de deuren van de grotere ondernemingen in de gemeente Kampen? Wie werken er en wat maken ze? Een serie bedrijfsreportages vanaf de werkvloer. Aflevering 5: Impact Kampen.

Van de inpakafdeling van een spelletjesfabrikant, de productie van kabelbomen, het dichtpersen van dopjes voor terpentineflessen tot het volledig bouwen van displays voor een fabrikant van kunststof rabatdelen: dit alles vindt plaats achter de muren van Impact Kampen. “We hebben 350 SW-medewerkers (SW staat voor sociale werkvoorziening, MS), 40 man eigen personeel en 150 mensen die we begeleiden vanuit onder meer UWV aan het werk. Dat is een groot bedrijf ja. Maar we hebben veel mensen buiten het pand aan het werk, daardoor valt dit niet op”, zegt directeur Rob Houthooft. Hij staat aan het hoofd van een bedrijf met een geschiedenis van zeker 65 jaar dat in rap tempo is klaargestoomd voor een commercieel avontuur. Want SW-bedrijven moeten de boer op. Mensen die vallen onder de Wet sociale werkvoorziening hebben een baangarantie tot hun pensioen. “De rijkssubsidie is onvoldoende voor de afdekking van hun salaris. Dus ik heb altijd een tekort. Deze mensen zijn in dienst van de gemeente en moeten dus altijd werk geboden krijgen. Dus je hebt een onderneming als Impact nodig. Deze onderneming maakt kosten, maar genereert ook opbrengsten.” Met die opbrengsten halveert Impact het tekort dat door de gemeente aangevuld wordt. “Dit jaar hebben we een eenmalige meevaller van het Rijk en hebben we als resultaat '0', dus dan hoeft er vanuit de gemeente geen geld bij. Zo'n mooi resultaat hebben we niet eerder gehad.” Die eenmalige meevaller is een gevolg van de invoering van de Participatiewet. Het Rijk schroeft de subsidie steeds verder terug. “Ieder jaar loopt het tekort op omdat we minder krijgen, maar ieder jaar hebben we dat weten te compenseren.”

Dat lukt door actief werk binnen te halen. Dat dit Houthooft en zijn team goed afgaat, blijkt wel in de ontvangsthal voor goederen. Die staat bijkans vol met pallets. In een ruimte verderop in het pand plaatst een tiental medewerkers ampullen in verpakkingen voor een cosmeticabedrijf. “We doen er 100.000 stuks. En dat kan groeien tot een miljoen in mei als het meezit.” Niet alleen hier maar ook bij zorginstellingen wordt aan de orders gewerkt. Daar wil men dagbesteding aanbieden maar kunnen ze niet het werk aan in de hoeveelheden die Impact aankan. Bovendien werft Impact op ingenieuze wijze klanten en werk. “We vragen bijvoorbeeld de overbuurman of we zijn groenonderhoud mogen doen, of de catering of post”, wijst de directeur richting bedrijven aan de Haatlanderdijk tegenover Impact. “Maar wij zijn geen post- of schoonmaakbedrijf. Dus zijn we allianties aangegaan met bedrijven die dat wel kunnen. Koeriersbedrijf Cycloon bijvoorbeeld mocht onze orderportefeuille hebben, maar onder de voorwaarde dat ze onze mensen detacheren. Als het werk voor ons te veel wordt of als we onze beste werknemers net elders geplaatst hebben, kunnen we geen continuïteit borgen. Dan doet Cycloon het werk zelf.”

Van A naar B

Houthooft benadrukt bij al deze commerciële ontwikkelingen dat Impact slechts één hoofddoel heeft: mensen met 'een afstand tot de arbeidsmarkt' van A naar B brengen. “Waarbij 'A' staat voor afstand tot de markt, en 'B' voor een bijdrage die ze leveren. Voor sommigen is een stage of participatiebaan het hoogst haalbare, anderen weten regulier werk te krijgen. Van onze sw-medewerkers hebben we 55 procent gedetacheerd. Wat overblijft zijn de mensen die of wisselend op een project zitten, maar ook mensen die op beschut werk zijn aangewezen.” Dat 'beschutte werk' is goed zichtbaar op de spelletjesafdeling. Aan een grote lopende band werken circa tien medewerkers aan het inpakken van 'magic sand'. “De band loopt wel maar het maakt niet uit of iemand er iets op zet”, zegt Houthoofd. Ieder werkt dus in zijn of haar eigen tempo. De band draait ook mogelijk niet half zo snel als deze op een gangbare verpakkingsafdeling zou doen. Maar de medewerkers lijken er lol in te hebben. “Je kunt hier alles mee maken”, zegt een medewerker. Van zakjes die gescheurd zijn binnengekomen, wordt de inhoud bewaard. “Boven hebben we een expositie met wat iemand gemaakt heeft.” De spellen die nu van de band lopen gaan nog de winkels in voor de kerstinkopen. Houthooft: “Spelletjes samenstellen, dat liep dit jaar als de brandweer. Triominos, Magic Sand, Rummikub: ook nu werken we er nog hard aan.”

Concurrentie

Houthooft erkent dat bij een bedrijf als dat van hem een spanningsveld ligt tussen winst en zorg. SW-bedrijven moeten veranderen want anders moet er te veel geld bij vanuit de gemeenten. “Maar het proces blijft er op gericht deze mensen zo efficiënt mogen naar werk te begeleiden.” Klachten over oneerlijke concurrentie met het reguliere bedrijfsleven kent hij niet. Zo zouden SW-bedrijven veel goedkoper kunnen werken en reguliere partijen de markt uitprijzen. “Maar als deze bedrijven zelf duurdere arbeidskrachten hebben, dan halen ze toch werknemers hier vandaan? Dat kan toch gewoon? Dan gaat de subsidiestroom ook naar dat bedrijf toe. Maar ze moeten wel met deze doelgroep willen werken.”