Streekhistorie in de spiegel van oude namen (27): De stadsuitbreidingen
· leestijd 2 minuten Algemeen(door Sybren Gerlofsma)
Van de ooit aan nederzettingen, verbindingswegen, wateren en andere landschapselementen gegeven namen is de betekenis soms niet meer algemeen bekend. Toch hebben deze ons vaak iets te zeggen over de omgeving tijdens het ontstaan van die naam. Samen met gegevens uit bronnen en bodemvondsten dragen ze bij tot meer inzicht in de ontwikkeling van de streek. Deze aflevering gaat over de laatste middeleeuwse stadsuitbreiding.
Stadsuitbreidingen
Vanaf de jaren '50 is het inzicht gerijpt dat de binnenstad van middeleeuws Kampen meerdere uitbreidingen kende. In oorsprong strekte de omwalling (Burgwal) van de stad zich ruwweg uit tussen huidige Oorgat en huidige Gasthuisstraat. Bij de eerste uitbreiding omstreeks 1310 werd de stad verbreed met een strook grond langs de IJssel. Vervolgens werd nog vóór 1320 de stad in de lengte uitgebreid met het gebied tussen de huidige Gasthuisstraat en de huidige Botervatsteeg. Noordelijk hiervan zette de bebouwing zich voort in de Hagen, een verzamelnaam voor bewoond gebied buiten de stadsmuren. Een deel hiervan (de Buitenhoek) werd tussen 1335 en 1350 binnen de muren getrokken.
Groenestraat
Al vóór 1400 werd begonnen met het ontwerp van de volgende uitbreiding. Deze laatste middeleeuwse stadsuitbreiding werd pas na ruim een eeuw voltooid. De Groenestraat wordt al in 1397 genoemd, terwijl de uitbreiding met het gebied waarin deze straat lag pas in 1502 volledig ommuurd was.
De omschrijving 'straat' was in de middeleeuwen voorbehouden aan wegen binnen de stadsmuren. Uit het naamdeel 'straat' kunnen we opmaken dat deze aanvankelijk buiten de stad aangelegde met gras begroeide weg als binnenstedelijke straat was bestemd. Toen men na ruim 100 jaar overging tot verharding was de naam dusdanig ingeburgerd, dat de 'ontgroening' van het wegdek geen invloed meer had op de naam.
Nieuwe kloosters
Een aantal namen binnen dit gebied herinnert ons aan Kamper kloosters. Tussen 1400 en 1500 streken binnen deze voorgenomen stadsuitbreiding maar liefst vier kloostergemeenschappen neer. In 1422 arriveerde het vrouwenconvent van St. Agnes, waarnaar het nu op die plek gelegen appartementencomplex Agnietenborch verwijst. In 1460 werd een dubbelklooster op de plek van het huidige onderkomen van Quintus gewijd aan St. Bgrigitta. Als herinnering hieraan werd vanaf 1951 een nabijgelegen gerenoveerde straat Brigittenstraat genoemd. De namen Cellebroedersweg en Cellebroederspoort herinneren ons aan de gelijknamige kloosterlingen, die zich hier in het laatste kwart van die eeuw vestigden. De Broederweg met aan het eind de Broederpoort vormt het verlengde van de Broederstraat, die samen met de Broederkerk verwijst naar de minderbroeders Franciscanen, die al voor het jaar 1300 in Kampen waren gevestigd.
De St. Annakapel op de hoek van de Broederweg en de Groenestraat was ooit de kapel van de Cellezusters, die zich ongeveer gelijktijdig met de Cellebroeders in de nieuwste uitleg vestigden. Sint Anna was de patrones van deze zusters.
De laatste middeleeuwse stadsuitbreiding was duidelijk een maatje te groot. Tot ver in de 19de eeuw bleef het grootste deel onbebouwd.
VRAGEN EN REACTIES
Als u vragen hebt of wilt reageren, kan dit rechtstreeks bij de schrijver via syger.div@gmail.com.