Afbeelding

Koorhek Bovenkerk geeft geheimen prijs in almanak

· leestijd 2 minuten Algemeen

KAMPEN – Elke editie van de Kamper Almanak als cultuurhistorisch jaarboek bevat tal van interessante verhalen die je met andere ogen naar de stad laten kijken. De komende editie wordt gepresenteerd in juli. BrugMedia licht alvast een tipje van de sluier op door in een tweeluik twee schrijvers aan het woord te laten. Deze eerste keer is dat Eelco Elzenga.

De kunsthistoricus met Kamper roots – tegenwoordig woont hij in Apeldoorn – onthult een aantal nieuwe feiten over het koorhek in de Bovenkerk. Lopend door de majestueuze kerk van haast kathedraalachtige proporties geniet Elzenga met volle teugen. “Ik vind de Bovenkerk veel spannender dan de domkerk in Utrecht”, zegt de historicus. Waar veel mensen volgens hem geen notie van hebben, is dat de Bovenkerk van internationale allure is. Althans in die zin dat bouwer Rutger van Keulen, verantwoordelijk voor het koor, verwant was aan de bouwers van de Sint Vituskathedraal in Praag.

Dit blijkt uit de overeenkomst tussen de beide koorgewelven. Het koorhek waar Elzenga zich al jaren in verdiept, is van recenter datum dan de kerk zelf. Het stamt uit de renaissance (1551). Wat Elzenga heeft (her)ontdekt, is dat het metershoge sacramentshuis dat de kerk ooit rijk was, in het middenvak van het koorhek heeft gestaan. Dat is tamelijk uniek, want de sacramentshuizen stonden normaal gesproken aan de noordzijde van het koor. Elzenga baseert zich bij zijn theorie onder meer op de afbeeldingen van kinderfiguren die met wierookvaten zwaaien. Je vindt ze aan beide kanten van het middenvak van het koorhek zwaaiend in die richting. Ook in een ouder artikel van P. Meij uit 1941 wordt aangetoond dat op deze plek het sacramentshuis heeft gestaan.

Waar het koorhek rijk is versierd aan de voorzijde is dat heel anders in het koor zelf. De ornamenten daar zijn vrijwel allemaal verdwenen. Net als het sacramentshuis zouden de hoofden zijn verpulverd in het geweld van de beeldenstorm. Alleen het afgebeelde hoofd van de rijke weduwe Weyme van der Straten zou zijn gespaard. Met als reden dat zij het bedrag beschikbaar stelde voor de vervaardiging van het koorhek. Elzenga rekent echter af met deze gangbare lezing die al vaak is doorverteld. Hij komt met een nieuwe theorie. En dat is dat de ornamenten er simpelweg zijn afgevallen in de loop der tijd. De vraag waarom ze er niet weer zijn opgezet, is een goede, beaamt Elzenga. Maar hij staaft zijn verhaal graag met feiten en gezond verstand. Wat betreft het laatste: het lijkt de kunsthistoricus zeer onwaarschijnlijk dat het hoofd van Weyme is ontzien tijdens de beeldenstorm. “Zij was al meer dan twintig jaar overleden toen de beeldenstorm plaatsvond. Ik denk niet dat de beeldenstormers nog wisten wie zij was, als ze dat al belangrijk hadden gevonden.”

Bij de hoofden die wel zijn verdwenen, valt op dat er nergens sporen zijn die duiden op hakwerk of andere vormen van geweld. En aangezien de beeldenstorm geen subtiele operatie was, zou je die wel verwachten. Wat Elzenga verder sterkt in de gedachte dat de ornamenten er gewoon af zijn gevallen, is het feit dat ze niet uit één stuk zijn gemaakt. De hoofden zijn er apart ‘opgeplakt’. Dat kan je het beste zien aan de voorzijde van het hek waar de ornamenten nog grotendeels intact zijn. Elzenga: “Zie je die lijn die daar loopt? Daar is het hoofd bevestigd.”

In één geval is zeker dat de theorie van Elzenga klopt. In de jaren negentig van de vorige eeuw is een leeuwenkopje bij de beeltenis van de evangelist Marcus gesneuveld. Waarschijnlijk is het met schoonmaakwerk gebeurd, vermoedt Elzenga. Een ander ornament laat ons de evangelist Johannes zien. Wie goed kijkt, ziet dat hij geen hand met schrijfgerei heeft zoals dat wel hoort. Ook dat is verdwenen. Wanneer weet niemand, maar volgens Elzenga dus niet tijdens de beeldenstorm, waarmee dus een oud verhaal wordt ontkracht. Het complete verhaal van Elzenga is te lezen in de nieuwe Kamper Almanak.