Afbeelding

Eerst rekenen, dan tekenen

· leestijd 2 minuten Algemeen

(door Stichting Stadherstel Kampen)

KAMPEN - In een volle zaal van De Leuke Hanzestad waar rond de 100 personen aanwezig waren, hield historicus en adviseur van Stichting Stadsherstel Kampen (SSK) Theo van Mierlo dinsdagavond zijn verhaal over 'De geschiedenis van de villa en het historisch erfgoed aan de Boven Havenstraat én het belang van het behoud ervan'.

Het verhaal begon in 1543 op Sint Margarethadag met het maken van een wal en bolwerk boven de poorten en de poging van Maarten van Rossum om te stad in te nemen, maar de Venepoort bood voldoende weerstand, dus droop men af naar de noordzijde van de stad. Al in dat jaar was duidelijk dat de Graafschap, bij de Venepoort, destijds de belangrijkste toegang was naar de stad. De Venepoort was zo belangrijk dat daarvoor de Buiten Venepoort werd gebouwd. Kampen werd niet meer aangevallen aan deze zijde, maar voor andere aanvallen koos men voor de noordzijde en de Hagenpoort.

In 1849 werd begonnen met de bouw van industriële gebouwen in het gebied terwijl de Boven Havenstraat er nog niet was. Naar ontwerp van Nicolaas Plomp (stadsarchitect) werd een werf aangelegd. In de Molendwarsstraat stond in die jaren een peltmolen. Smederij Van Galen die ook in het gebied was gevestigd leverde duikershelmen die werden gebruikt bij het duiken naar het wrak van de Lutine in 1860. De destijds opgedoken luidklok hangt in het kantoor van Lloyds in Londen.

In het laatste kwart van de 19e eeuw kwam er meer industriële bebouwing. Namen die voorbij kwamen zijn : Van Galen en Roest | Rijn-IJssel stoomvaartsmederij | Van Putten | Engelsman en Van Stirum, machinefabriek De IJssel en in 1880 de smederij Dalhuizen. Deze liet de directeurswoning bouwen die er nog steeds staat. In de gevel vindt u nog de steen van de eerste steen legging op 5 juli 1881.

Aan de overkant van het industriegebied ontstonden de Boven Havenstraat, de Molendwarsstraat met de gymzaal (inmiddels afgebroken), de Molenstraat en vervolgens de la Sablonierekade. De toegang tot de Graafschap bleef belangrijk en dus werden er villa’s gebouwd. Graafschap 1, Boven Havenstraat 14, villa Mary en Burghout, het gymnasium en het ziekenhuis. Verderop ontstond een nieuw industriegebied, met o.a. de melkfabrieken.

In de eerste helft van de 20e eeuw kwamen garage Westerhof, een benzinestation en in de loop der tijd werd ook besloten om een deel van de haven te dempen voor een betere toegang. Altijd bleef de zuidzijde de belangrijkste toegang tot de stad. De laatste werkzaamheden aan de Boven Havenstraat kwamen voor in de glas- en verfhandel van Hogeboom, die het pand aan de gemeente verkocht. Vervolgens werd het door de gemeente gebruikt als opslagplaats voor fietsen. In de villa hebben heel veel families gewoond in de loop der jaren.

Kort na de pauze werd de YouTube film 'het spookt in de villa' afgespeeld.

Theo besloot zijn verhaal met een opsomming van alle plannen en studies die de gemeente in de loop der jaren heeft laten maken en de oproep aan het gemeentebestuur om te komen tot een totaalvisie van het gebied zodat het gebied in 2025 bij het gouden jubileum van het beschermd stadsgezicht, weer de allure heeft die de belangrijkste toegang van Kampen verdient. Het gemeentebestuur zou geen onomkeerbare besluiten moeten nemen en niet zo nu een dan een deeltje opknappen. Hij eindigde met de spreuk van Johann Wolfgang von Goethe “Wensen zijn voorgevoelens van wat u in staat bent daadwerkelijk te realiseren”.

Bert van Essen gaf namens SSK aan dat er voor er iets gebeurt een totaalvisie moet komen voor het hele gebied. Het gaat om het eindresultaat en niet om losse dingetjes, laten we echt zorgen voor een goede gebiedsvisie. SSK denkt graag mee. Het advies is eerst rekenen en dan tekenen.

Vanuit de zaal kwam de opmerking laten we nu actie nemen en niet weer 30 jaar wachten. Het kan echt niet langer duren. SSK stelt dat het hard werken wordt om in 2025 dit beschermd stadsgezicht te vieren met waardige bebouwing. De gebiedsvisie moet de rode draad worden.