Afbeelding
Tennekes.

Kamper Loge Le Profond Silence: aflevering 5

· leestijd 2 minuten Algemeen

In 2020 herdenkt de Kamper loge Le Profond Silence ( De diepe stilte) dat zij 250 jaar bestaat en daarmee de oudste vereniging in Kampen is. Zij herdenkt dit mede met de presentatie van het boek De stilte doorbroken dat door Iet Erdtsieck wordt geschreven. In De Brug wordt tot de publicatie elke maand een nieuwe gedeelte uit het boek gepubliceerd.

Karel van Hulst en Lion Bottenheim waren twee bekende en invloedrijke Kamper vrijmetselaren in de 19de eeuw. Zij drukten – ieder op hun eigen wijze – een stempel op de samenleving van hun tijd.

Karel van Hulst was boekverkoper, eigenaar en uitgever van de liberale krant de Kamper Courant. Hij was tevens enige tijd voorzittend meester van de loge en zette haar geschiedenis over de jaren 1770-1870 op papier. Ook was hij de initiator van de werkvereniging Orde en Vlijt, die de armen in de stad voorzag van een verwarmde lokaliteit en warme pap. De geschiedenis van deze vereniging wordt in de volgende column uitgediept. Van Hulst redde bovendien in 1841 de loge van de ondergang toen deze door onderlinge ruzies ‘de lichten al had gedoofd’, dat wil zeggen zichzelf had opgeheven.

Maar bovendien was Van Hulst republikein. Hij was een fel tegenstander van koning Willem II, die toen nog – voordat de grondwetswijziging van Thorbecke in 1848 van kracht werd - de ministers benoemde en ontsloeg wanneer het hem beliefde. Deze houding bracht Karel van Hulst in de gevangenis. Hij had in een van de tijdschriften, die hij ook uitgaf, een rede opgenomen waarin een anonieme auteur scherpe kritiek uitte op de regering, dus ook op de koning. Van Hulst, die als journalist zijn bronnen niet wilde noemen, werd daardoor zelf in 1846 beschuldigd van majesteitschennis en veroordeeld tot enkele jaren gevangenisstraf. Hij trachtte hieraan nog te ontkomen door gratie te vragen aan koning Willem II, toen deze Kampen bezocht. Tevergeefs. Van Hulst zat zijn straf uit. Toen hij vrij kwam werd hij met muziek en gejuich door de Kamper bevolking binnengehaald.

In dezelfde tijd werd de jonge joodse Lion Bottenheim vrijmetselaar. Hij kwam uit Almelo en zette een calicot [goedkope linnen stof] fabriek op, zowel in Kampen als op het eiland Schokland. Via de loge emancipeerde hij als Jood in de Kamper samenleving. Want hoewel de Joden in Nederland in 1796 gelijk werden gesteld aan andere Nederlanders, was dit in de praktijk niet zo.

Lion Bottenheim deed mee aan een prijsvraag mee die de loge Le Profond Silence in 1855 had uitgeschreven en die als motto droeg: Stop de kindermoorden. Het was een tijd van economische neergang, waar voedselschaarste en prijsstijgingen aan de orde van de dag waren. Het leven was zwaar, zeker voor ongehuwde dienstmeisjes die – vaak van hun huisheer of diens zoon - zwanger werden. Zij zouden worden ontslagen als hun zwangerschap werd bekend en doodden daardoor uit wanhoop vaak hun pasgeboren kind. Bottenheim was van mening dat deze ongelukkige moeders niet bestraft, maar geholpen dienden te worden zowel door de overheid als door particulieren. Hij vond het onmenselijk om ze op te sluiten in de gevangenis, maar adviseerde om tehuizen te stichten waar zij hun kind ter wereld konden brengen. Dus geen straf opleggen, maar hulp verlenen. Lion Bottenheim werd slechts 33 jaar. In de Kamper Courant werden zijn verdiensten voor de stad herdacht en zijn overlijden betreurd.

De volgende aflevering zal gaan over de werkvereniging Orde en Vlijt en de maçonnieke Hulpbank voor Minvermogenden.