Afbeelding

Fré Helleman over de coronacrisis: “De Oudestraat was beangstigend leeg”

· leestijd 4 minuten Ondernemen in Kampen

(door Niek Teune)

KAMPEN – De ondernemers in de binnenstad van Kampen hebben in de afgelopen jaren goed zaken kunnen doen. Ook 2020 begon voorspoedig, totdat halverwege maart ook de gemeente Kampen geraakt werd door het oprukkende coronavirus. Waar de ene ondernemer verplicht zijn deuren moest sluiten, zag de andere ondernemer plotsklaps geen klant meer in zijn winkel. Fré Helleman, voorzitter van de Ondernemersvereniging Kampen (OVK), sprak eind mei met Niek Teune over de coronacrisis. “We hebben ervaren hoe kwetsbaar het bestaan van een ondernemer kan zijn.”

Het jaar 2020 begon nog zonder grote zorgen voor de ondernemers. “Het ging goed. Gewoon, normaal goed. Er waren geen grote uitschieters, maar ook geen diepe dalen”, geeft Fré Helleman aan. Maar toen kreeg het coronavirus Nederland in zijn greep. Het begon op 12 maart met de opdracht om zoveel mogelijk vanuit huis te werken en een verbod op bijeenkomsten van meer dan honderd personen. Sindsdien ging Nederland steeds verder op slot.

De intelligente lockdown kwam voor de ondernemers in Kampen als een onaangename verrassing. “Het kwam als een donderslag bij heldere hemel. Men was lamgeslagen”, zegt Helleman. “De winkel kon vaak wel een week dicht. Of tien dagen. Maar al gauw bleek dat het coronavirus veel langer onder ons zou blijven. Vooral winkels die een seizoenartikel verkopen, zoals kledingwinkels, zitten enorm in de problemen. De voorjaarsvoorraad hebben zij nauwelijks verkocht, want het aantal consumenten in de binnenstad holde achteruit.”

Niemand in de stad

Helleman neemt het aantal auto’s op de Nieuwe Markt als graadmeter om aan te geven hoeveel mensen in de binnenstad aan het winkelen zijn. “Alle auto’s die daar staan, zijn van bezoekers van de binnenstad. Als de Nieuwe Markt dus leeg is, dan zijn er geen bezoekers. Ik heb er op een donderdagmorgen vier auto’s zien staan! In mijn jeugd, toen ik als klein jongetje daar kwam, stonden er nog meer auto’s. Het was schrikbarend.”

Het gevolg voor de ondernemers in de binnenstad was een enorm omzetverlies. Volgens Helleman draaiden de winkeliers in de eerste weken slechts 30% van hun gebruikelijke omzet. “Er kwam niemand in de stad. De Oudestraat was beangstigend leeg. Er waren dagen waarop winkeliers geen enkele klant hadden. Dat hakt er natuurlijk in. Ik weet dat er bedrijven zijn die op dit moment grote problemen hebben. Ik hoop dat de leegstand in de binnenstad niet verder toeneemt, maar ik ben er bang voor. Deze crisis heeft hele vergaande gevolgen. Het is nog niet te overzien hoe dit op de lange termijn uit gaat pakken.”

De slechte cijfers van de ondernemers, hadden ook gevolgen voor het personeel. Werknemers die geen vast contract hadden, konden minder uren werken of werden op een gegeven moment niet meer opgeroepen. “Dat kun je ondernemers niet kwalijk nemen. Je kunt geen Sinterklaas spelen. Er was gewoon geen werk.”

Overheidssteun

Zowel het kabinet als de gemeente Kampen kwamen de ondernemers in de crisistijd tegemoet. De landelijke overheid stelde een financieel steunpakket beschikbaar, terwijl de gemeente Kampen uitstel van betaling voor de gemeentelijke belastingen verleende. Of de ondernemers daarmee tevreden waren? “Ja en nee”, zegt Helleman. “Toen het steunpakket vanuit de landelijke overheid kwam, dachten de ondernemers dat ze met een paar weken weer aan de slag konden. Ze waren er blij mee. Maar voor bedrijven die inmiddels al heel lang gesloten zijn, is het niet meer vol te houden. De steunpakketten zijn als een druppel op een gloeiende plaat.” Bij het uitstel van de gemeentelijke belastingen heeft Helleman gemengde gevoelens. “Het lijkt een goed idee, maar je verschuift de pijn. Uitstel lost het probleem niet op.”

Desondanks benadrukt Helleman dat het erg makkelijk is om kritiek te hebben op het optreden van de overheid. “Niemand had ervaring met deze ellende. Niemand wist hoe lang het zou duren. Ik denk dat onze overheid het in grote lijnen goed gedaan heeft, dwars door alle politieke partijen heen. Ze hadden diepe zakken, maar het houdt natuurlijk een keer op.”

Uit het dal

Toen de kappers halverwege mei weer aan het werk mochten, merkte Helleman dat het weer drukker werd in de binnenstad. “Toen zag ik weer wat meer auto’s op de Nieuwe Markt staan. De consument had enorm behoefte aan versoepeling van de maatregelen, net als de ondernemers. Het was voor velen van hen ten onder gaan of versoepelen.”

Op moment van schrijven gaat het volgens Helleman ‘langzamerhand beter’ met de ondernemers in de binnenstad. “Men kruipt uit het dal, maar het is nog niet genormaliseerd. Gelukkig is er een grote groep consumenten die de afgelopen maanden weinig geld heeft kunnen uitgeven. De horeca is lange tijd dicht geweest en vakanties naar het buitenland durfden mensen niet te boeken. Het gevolg is dat die mensen nu makkelijker hun geld uit gaan geven in Nederland. Dat merken de ondernemers, gelukkig.”

Helleman hoopt dat het herstel doorzet en de ondernemers in de zomerperiode de opgelopen schade gedeeltelijk goed kunnen maken. “Omdat er veel Nederlanders niet in het buitenland op vakantie gaan, heb ik de hoop dat toeristen de oude Hanzesteden gaan ontdekken. Dat zijn hele leuke steden, waar je prachtig kunt wandelen en winkelen. Ook wij Kampenaren wonen in een stad die veel leuker is dan wij beseffen. Wanneer vakantiegangers massaal naar Kampen zouden komen, zou dat de schade wat compenseren. Dat heeft bijvoorbeeld de horeca ontzettend hard nodig.”

Ondanks de vooruitzichten, benadrukt Helleman dat de komende tijd een ‘behoorlijke stevige’ gaat worden. “De verliezen van dit voorjaar zijn niet zomaar weg te poetsen. Ik denk dat alle ondernemers met de beide benen op de grond zijn gezet. We hebben ervaren hoe kwetsbaar het bestaan van een ondernemer kan zijn. Je kunt het hartstikke goed doen als horecaondernemer en dan ineens maanden gesloten zijn. Je kunt een prachtige kledingvoorraad inkopen en dan komt er ineens geen consument meer in de stad. Toch geloof ik dat er altijd mensen zullen blijven die een onderneming starten. Het is een prachtig vak, waarin voor een goede zakenman altijd geld te verdienen is. Ondanks de coronacrisis.”