Remmert Krantz van De Bastaard
Remmert Krantz van De Bastaard Alex de Jong.

Remmert Krantz van De Bastaard: ‘Ik stop ermee als we in najaar weer een lockdown krijgen!’

· leestijd 3 minuten Ondernemen in Kampen

(Door Alex de Jong)

Hij kan niet wachten tot we weer helemaal terug gaan naar ‘normaal’. ‘Ik ben een gevoelsmens. Ik ben vanuit mijn passie de horeca in gegaan en wil de mensen laten genieten, maar ik voel me door de coronamaatregelen soms meer een politieagent’, verzucht Remmert Krantz (54), uitbater van De Bastaard en voorzitter van de Kamper Horeca. ‘Wat ik geleerd heb van deze hele periode? Eigenlijk niet veel. Of ja: dat, als we in het najaar weer in lockdown gaan, ik er wel klaar mee ben. Dan stop ik ermee…’

Hij heeft netjes gedaan wat er van hem verwacht werd. Geen moment overwoog hij, uit burgerlijke ongehoorzaamheid, de deuren van De Bastaard te openen, maar de rek is er inmiddels wel een beetje uit. Remmert is wel een beetje klaar met de wereld waarin we zijn beland. ‘U moet uw handen desinfecteren, u moet dit, u moet dat… Bah, ik wil geen politieagentje spelen. Daarvoor ben ik geen horecaman geworden. We snakken toch allemaal weer terug naar ‘normaal’, of niet?’

Regels nageleefd
Tijdens de eerste lockdown besloot hij van de nood een deugd te maken. De Bastaard werd grondig aangepakt. Nieuw verfje, nieuwe look, alles weer fris en fruitig, zodat, als de deuren weer open konden, alles helemaal klaar was voor de gasten. Maar die ‘vrijheid’ was van korte duur. ‘We hebben een aardige zomer gehad, maar het was niet genoeg. Het plezier was van korte duur. Sinds oktober zitten we weer in een lockdown. En waarom? Juist binnen de horeca werden de regels goed nageleefd. ‘We hebben een derde van ons meubilair opgeslagen om meer ruimte te creëren; om zo die anderhalve meter aan te kunnen houden. Mensen droegen een mondkapje als ze naar de wc moesten; alles was goed geregeld…’ Sterker nog: gasten hielden zich probleemloos aan de maatregelen omdat ze graag weer hun favoriete restaurant bezochten. ‘Toch moesten we dicht. Maar kom jij wel eens in de supermarkt? Daar is het smoordruk, houdt niemand zich aan de 1,5 meter en kan alles. Dat is niet te verteren. Net als dat sportscholen dicht moesten. Ben je ongezond en heb je overgewicht, dan ben je vatbaarder voor corona. Dus wat doen we? We sluiten de sportscholen, zodat mensen op de bank chips eten en naar Netflix kijken…’

‘Maar ach, chagrijnen heeft geen zin en, laat ik eerlijk zijn: ik zou niet graag in de schoenen van Hugo en Rutte staan. Maar ik hoop wel dat we in het najaar niet opnieuw deze flauwekul krijgen, want dan stop ik ermee.’

Dooie mus
Dus hij was superblij toen de terrasjes - van 12 tot 18 uur - weer open mochten? ‘Niet echt.’ Hij heeft er binnen Horeca Kampen zelfs voor gepleit om allemaal dicht te blijven, vertelt hij. ‘We werden blij gemaakt met een dooie mus. Je maakt alleen maar meer kosten, terwijl je nauwelijks iets verdient. Ik heb geopperd om alle horeca dicht te houden, totdat ook de natte horeca weer open mocht, maar dat krijg je toch niet voor elkaar’, weet hij. Dus gingen een aantal van de circa dertig aangesloten horecazaken open, zodra het weer ‘mocht’. Om dan te ontdekken dat het weer niet meezit en we het koudste voorjaar sinds tientallen jaren beleven…

Is er ook nog goed nieuws? Remmert: ‘Het vaccineren gaat snel. En straks mag de horeca weer helemaal open.’ Al las hij wel ‘ergens’ dat mensen aan de voordeur wellicht moeten aantonen dat ze gevaccineerd of negatief getest zijn. Zit de horeca in Kampen dan op deze testmaatschappij te wachten? ‘Nee, dat denk ik niet.’ Aan de deur mensen checken aan de hand van het ‘gele boekje’; hij moet er niet aan denken. ‘We lopen nu al op eieren omdat we het netjes volgens de regels willen doen.’
‘Horeca is beleving. Natuurlijk moet je product goed en lekker zijn, maar een goed product kun je thuis ook nuttigen. Je kiest ervoor om uit te gaan, omdat je die beleving zoekt en de gastvrijheid wilt voelen; maar dat voelt niet logisch met al die beperkingen. Juist in die beleving en gastvrijheid moet je als horecamedewerker vrij kunnen acteren. En dat betekent niet dat je steeds moet zeggen: ‘u moet uw handen ontsmetten, u moet dit…’ Daar ben ik geen ondernemer voor geworden. Waanzin’, zegt hij. ‘Echt, die coronaflauwekul heeft het er niet leuker op gemaakt.’

Meer terras
De Bastaard kon, anders dan bijvoorbeeld cafés, (zoals ook die van hemzelf), toch nog wat omzet genereren door maaltijden te bezorgen of dit te laten afhalen. ‘Daarmee kun je vooral de connectie met je gasten behouden. Heb je je deuren dicht, dan gaan mensen je vergeten. Omzettechnisch zijn die afhaalmaaltijden niet de oplossing. Die deur moet gewoon weer open.’

Vol lof is hij over de gemeente. ‘Die denkt goed met ons mee.’ Zo heeft menig ondernemer extra terrasruimte aangevraagd - en gekregen - en werd het precario voor dit extra terras niet gefactureerd. Daarnaast hoort hij van vele collega’s dat zij tot een goed vergelijk zijn gekomen met hun huurbaas. ‘Sommige ondernemers betaalden schrikbarend veel huur, maar hebben goede regelingen kunnen treffen.’ Zelf heeft hij de eigen panden in eigendom. ‘Dat is soms lastig, maar van de andere kant: de maandlasten zijn vaak veel lager dan huur en na iedere betaling wordt het pand weer een beetje meer van jezelf.’ Heeft de horeca in Kampen het zwaar? ‘Zeker.’ Hoe zwaar? Het water tot aan de lippen? ‘Geen idee, eigenlijk. Daar wordt intern niet over gesproken. Dat is toch privé …’ Wel hangt menigeen de uitgestelde belastingen als een zwaard van Damocles boven het hoofd, weet hij. ‘Het schijnt dat dit straks in drie jaar moet worden terugbetaald. Ik zou ervoor willen pleiten om hier minimaal vijf jaar van te maken, zodat de horeca weer langzaamaan kan herstellen.’ Kwijtschelden hoeft wat hem betreft niet, maar enige coulance is ‘wel zo prettig’.  ‘Tenslotte was het de overheid die bepaalde dat we dicht moesten, hè? Dit had niets te maken met goed of slecht ondernemerschap of normaal bedrijfsrisico.’