Afbeelding
Foto: Alex de Jong.

‘Kampen ontbeert lange termijn visie op haar gebiedsinrichting’

· leestijd 4 minuten Ondernemen in Kampen

Alex Brouwer (75) kijkt met lede ogen toe hoe, in zijn ogen, in Kampen het ene na het andere bouwproject uitloopt in een ‘nieuwe Kamper ui’. ‘Hebben ze in Kampen geen planningscommissie? Een bouwcommissie die plannen voor de lange termijn ontwikkelt?’, zo vraagt de in Kampen geboren (en in de Verenigde Staten zeer succesvolle) architect zich af. ‘Een commissie met visie voor de toekomst? Die kijkt naar ‘the big picture’?’ 

Door Alex de Jong @ Attest Communicatie

‘Nu is het hoog tijd om samen met de bewoners “een visie voor de toekomst van Kampen” te ontwikkelen’, stelt hij. ‘De Reeve bypass heeft voor Kampen de unieke gelegenheid geschapen om juist nu een masterplan voor beide IJsseloevers van De Reeve tot Noord-Brunnepe te ontwerpen.’ Ook voor de IJsselkogge ziet hij een rol weggelegd, maar dat moet een ‘breed plan worden waarbij je veel meer laat zien dan een wrak alleen, want dat trekt geen volk’. In zijn plan heeft hij het wrak in een doorzichtige vitrine op de IJsselbodem getekend en zou er een wandel- en fietstunnel onder de IJssel door, van stad naar Ganzendiep, langs deze vitrine, moeten worden gemaakt. Ook pleit hij voor meer recreatiemogelijkheden langs de IJssel, eerste klas toeristenhotel(s) (op het strook land waar nu nog de oude bunker staat) met veilige aanlegsteigers voor toeristenboten, meer wandel- en fietspaden langs beide oevers, groene parken, woonwijken langs de IJsselmuider oever én parkeerplaatsen onder de IJsselkade ‘want die hele kade moet toch vervangen - en verlaagd - worden’. De visie is gewaagd, maar je moet alomvattend en groots durven denken, zo lijkt zijn boodschap.
‘Als een oud-Kampenaar die sinds 1967 in de USA grote projecten heeft ontworpen, gebouwd en bewoond, lees ik regelmatig in uw krant via het internet de Kamper kritieken over de groeiende “Kamper Ui over de IJssel Kogge”. Ik heb een lange lijst van vele kortzinnige Kamper projecten voorbij zien komen, van “de Hanzewijk” (twee keer) via het “Groene Hart”, tot “Kampen West”. Van “het Onderdijks”, “de parkeergarage over de Gasfabriek” tot het huidige “Buitenwacht Bolwerk”’, vertelt de architect in ruste. ‘Deze projecten zijn helaas allemaal gebouwd zonder een “vijftig jaar vooruitziend Ontwikkelingsplan” en werden uitgevoerd door de gemeentelijke politici, zonder visie en zonder overzicht van wat de Kampenaren willen. Dus werden al deze projecten een fiasco op korte termijn en zo zal dat zeker met nog meer projecten de komende paar jaar gebeuren.’ Hij houdt zijn hart vast voor ‘die witte ijsberg’ op het Van Heutzplein. ‘Het ‘is a waste of time and money’ om dat wrak zonder verdere context maar gewoon in een Van Gend & Loos hal bij het station te stoppen.’ Want op het Van Heutzplein past het zeker niet, vindt hij. Niet alleen noemt hij dat ontwerp foeilelijk, ook verwacht hij daar bij de bouw net zo veel problemen als eerder bij de parkeergarage op het oude Berkterrein. ‘Jarenlang heeft daar op het plein een benzinestation gestaan; wat denk je dat je daar in de bodem vindt?’
In vier fases heeft hij zijn ‘snelle plan’ op papier gezet en legt het op tafel. ‘Nu de waterstand van de IJssel, vanwege de bypass, is gereguleerd en de waterstand in de IJssel steeds verder zal gaan dalen, is het tijd om de uiterwaarden en de IJsseloevers op een andere wijze in te richten.’ Met de juiste visie zal het Kampen super aantrekkelijk maken voor toeristen, weet hij. ‘Maar dan moet je niet toestaan dat commerciële vastgoedprojectontwikkelaars zich met de inrichting gaan bemoeien, want die kijken alleen maar naar hoe ze overal veel geld aan kunnen verdienen.’ Echte plannen, die echt goed zijn voor de stad, vragen om een andere benadering, én om een andere financiering. ‘Daar moet je geen belastinggeld, dus gemeenschapsgeld van de Kampenaren, voor gebruiken. Daarvoor zoek je, net zoals dat in de Verenigde Staten gebeurt, financiers; partijen met diepe zakken die deze plannen willen bekostigen.’ Daarnaast kunnen donateurs bijdragen in de jaarlijkse exploitatiekosten van publieke voorzieningen, zoals musea. ‘Ik ben zelf een groot liefhebber van moderne kunst. Dus ben ik donateur van een museum voor moderne kunst.’ En omdat hij in het verleden een nieuw medicijn tegen kanker kreeg en daarmee genas van een eerder ‘ongeneeslijke vorm van kanker’, voelde hij zich geroepen om te doneren voor een nieuw te bouwen centrum voor de behandeling van kankerpatiënten. ‘Wist je dat op deze wijze in de VS tachtig tot negentig procent van de financiering van nieuwe kankercentra wordt gerealiseerd?’ Hij pleit daarom voor ‘foundations’ (stichtingen) om de financiering en exploitatie van publieke faciliteiten (lees: o.a. een Koggemuseum) rond te breien. ‘Wanneer je goed onderbouwd en met een sterke visie kunt aangeven wat je met je plannen wilt bereiken, dan komt dat geld vanzelf.’
‘Zonder een goede toekomstvisie van - de samenhang van - het totale gebied, krijg je allemaal deelplannen, die stuk voor stuk niet goed bij elkaar passen, die elkaar niet versterken’, weet hij. Die plannen blijven de gemeente bovendien geld kosten en leveren alleen ‘vette winsten’ voor de ontwikkelaars op, niet voor de stad. Zijn advies: ‘formeer een team van waterbouwkundigen, planologen en ingenieurs, samenwerkend met de Kampenaren - en dus niet alleen met de politici, en zeker niet met commerciële vastgoedontwikkelaars! - en binnen een jaar kun je dat vijftig-jarenplan voor de IJsseloevers op papier zetten.’

Wie is Alex Brouwer?

Alex werd op 14 juli 1947 - als vijfde kind - geboren in de Kerkstraat in Kampen. Hij besloot, mede op aanraden van een van zijn oudere broers, die als architect in Nederland werkte, op twintigjarige leeftijd Kampen te verlaten en naar ‘The States’ te gaan. Voordat hij tien jaar geleden met pensioen ging, was hij voor 30% aandeelhouder van het van oorsprong in Philadelphia gehuisveste architectenkantoor. ‘Toen ik er kwam, werkten er circa vijftig mensen; waaronder tien architecten en dertig bouwkundigen. Alexander Ewing, de ‘founder of the firm’, vond het namelijk erg belangrijk dat architecten goed samenwerkten met bouwkundigen. Niet het ontwerp dat door de architect werd bedacht, was het uitgangspunt, maar de wens van de klant.’ Inmiddels is het bedrijf het op vijftien na grootste architectenkantoor van de VS met meer dan achthonderd medewerkers verdeeld over diverse vestigingen door de VS. ‘Ik heb, verdeeld over 23 Amerikaanse staten, diverse projecten - denk aan football stadions tot ziekenhuizen - mogen ontwerpen…’ Het kantoor maakt thans een omzet van meer dan honderd miljoen dollar per jaar.

Nick de Vries