Judith van der Weerd
Judith van der Weerd

Judith van der Weerd is het ‘brutale’ bakkertje van Bakker Bart in Kampen

· leestijd 3 minuten Partnerbijdrages

Tekst en foto: Alex de Jong @ Attest Communicatie

Brutalen hebben de halve wereld. Toen Judith van der Weerd (39), bedrijfsleider bij Bakker Bart in Raalte, het verzoek kreeg om de vestiging in Deventer te gaan leiden, stroomde ze niet heel erg over van enthousiasme. ‘Nog meer werken voor hetzelfde loon? Daar zat ik niet op te wachten’, vertelt ze eerlijk, terwijl ze tegenover me aan het tafeltje bij Bakker Bart in Kampen heeft plaatsgenomen. ‘Laat de eigenaren van Bakker Bart in Kampen de vestiging in Deventer maar overnemen, dan neem ik de vestiging in Kampen wel weer van hen over’, riep ze vol bravoure. Vier weken later was alles in kannen en kruiken en kon ze in Kampen aan de slag. Dat is inmiddels alweer dertien jaar geleden.

‘Mijn ouders hadden een boerderij, dus ik weet hoe het is om ondernemer te zijn’, gaat Judith verder. Ze doorliep als scholiere diverse opleidingen voor het bakkersvak, slaagde met vlag en wimpel en liep stage bij diverse banketbakkerijen in het land. Ze was een heuse ‘koekenbakker’, al haalde ze de echte voldoening uit het ouderwetse banket. ‘Ik heb menige bruidstaart gemaakt’, verklapt ze. Maar toch bleef het ondernemerschap trekken. Op haar 23e, twee jaar voordat ze uiteindelijk (toch) eigenaar van Bakker Bart in Kampen werd, informeerde ze al bij de franchise-onderneming of ze de Kamper vestiging mocht beginnen. Het antwoord was heel duidelijk: nee.

Alleen stellen
‘Toen was bij Bakker Bart het beleid dat een zelfstandige vestiging alleen maar door een stel mag worden geleid.’ Ze kijkt er een beetje zuur bij; precies zoals het voor haar ook lange tijd voelde. ‘Een ‘stel’ betekende niet per definitie dat je getrouwd moest zijn, of ook privé partners van elkaar moest zijn, hoor. Samen met een broer of zus mocht ook. Of met een goede vriend of vriendin…’ Maar Judith wilde Bakker Bart Kampen niet samen met een ander runnen. Ze wilde het alleen doen.
Waarom deze zaak en niet een banketbakkerij? ‘Vanwege het stukje horeca en dus het klantcontact wat daarbij hoort’, vertelt ze. ‘Als banketbakker ben je alleen maar bezig in de bakkerij en bak je je brood en banket. Dat is meer achter de schermen. Juist de combinatie van bakken en contact met klanten via het horecagedeelte, maakt dit werk zo leuk.’ Ze kreeg geen poot aan de grond. Wel mocht ze - alleen - bedrijfsleider worden van het filiaal in Raalte.

Omdat de droom van de eigen zaak vervloog ‘en ik toch bij Bakker Bart leiding wilde geven’, nam ze de baan aan, en werkte er met veel plezier. Tot die bewuste dag waarop ze, één jaar later, met Deventer aan de horizon, haar ‘brutale opmerking’ de lucht in slingerde. De rest is geschiedenis. Inmiddels is ze directeur/eigenaar van Bakker Bart in Kampen en vervult ze die rol met immens veel plezier en enthousiasme. ‘Niks mooier dan het hebben van een eigen zaak!’ Omdat ze zich had bewezen als bedrijfsleider, was de eis voor ‘een stel’ ineens niet meer zo belangrijk. ‘Gelukkig maar’, zegt ze. ‘Want anders was het ook toen niet gelukt.’

Vijftien meiden
Ze is met recht trots op haar zaak en op ‘het team van vijftien meiden’ waarmee ze de zaak runt. Meiden! Geen mannen? Lachend: ‘Nee, geen mannen. We hebben wel eens heel even een man erbij gehad, maar dat ging op de een of andere manier toch niet. Misschien spreekt onze kleur de mannen ook niet zo aan. Bakker Bart heeft heel veel roze…’ Maar natuurlijk zijn er vooral veel lekkere broodjes. Altijd vers gebakken en voorzien van heerlijk en vers broodbeleg voor een ieder die daarvan in het horecadeel wil genieten. ‘We verzorgen lunches voor het bedrijfsleven en kunnen dat ook aan de zaak bezorgen’, vertelt ze. ‘En natuurlijk staat onze zaak nu heel erg in het teken van Pasen en kun je allerlei paaslekkers bij ons halen!’ Ze hoopt op mooi weer, zodat mensen lekker op het terras kunnen plaatsnemen.

Het ondernemerschap bevalt haar zo goed, dat ze zelfs heel even heeft overwogen om ook een vestiging in Dronten over te nemen. ‘Uiteindelijk heb ik het niet gedaan. Ik zou dan veel te veel manager zijn geworden en niet meer het plezier en de afwisseling hebben gehad die ik nu iedere dag ervaar.’ En plezier in je werk hebben, is belangrijker dan als manager alleen maar steeds meer geld willen verdienen, vindt ze. ‘Dat zou voor mij echt de schwung uit het ondernemerschap halen!’