Afbeelding
Foto: Aangeleverd.

Margriet Vonno-Landman terug in Nederland na vijf jaar ambassadeur in Singapore en Brunei

(door Huib Strengers)

KAMPEN – Vijf jaar geleden kreeg ik een tip dat een van oorsprong Kampense, ambassadeur voor het Koninkrijk der Nederlanden zou worden in Singapore en Brunei. Op 17 juni 2017 maak ik mijn opwachting bij Harm en Klazien Landman aan de St. Nicolaasdijk. Daar is de kennismaking met dochter Margriet, de aanstaande ambassadeur.

Het ambassadeurschap was zorgvuldig door Margriet (56) voorbereid. In 1990 start ze in het zogeheten “klasje”, de diplomatenopleiding van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. In haar eerste baan werkt ze veel in New York. Mensenrechtendiplomatie. In 2002 wordt ze Handelsraad op de Nederlandse ambassade in Washington DC. Er volgen nog veel werkzaamheden in binnen- en buitenland voor het vertrek in augustus 2017 naar Singapore.

Hoe groot is het belang van een Nederlandse ambassadeur in Singapore?

“Wat ik in Singapore heb gezien is dat Nederlandse bedrijven heel innovatief zijn en ingaan op de kansen die de verandering in de wereld biedt. Dat kan zijn op het gebied van duurzame energie, cybersecurity of veredeling van zaden. Ik heb gezien hoe schepen met drones werden geïnspecteerd, hoe hoogbouw een moderne boerderij werd en hoe steeds meer werd samengewerkt”, aldus de oud- ambassadeur. “Op politiek gebied gebeurt er steeds meer met de lidstaten van de Europese Unie en op zakelijk gebied zie ik dat er steeds meer handelsmissies komen waarbij Nederlandse bedrijven de markt opgaan met verschillende sterke punten. Vooral de digitalisering is van invloed geweest op mijn werk. Er gaat steeds meer online en tegelijkertijd is daarom iemand ter plekke zo belangrijk om te checken of alles klopt. Daarnaast heb ik gemerkt dat de wereld onrustiger geworden is. Er is nu meer nadruk op economische veiligheid en het beschermen van belangrijke technologie”, constateert Margriet.

We hebben samen het initiatief genomen voor een terugkerende rubriek in De Brug. Die werd goed gelezen omdat je zo open was over je werkzaamheden.

“De column die ik in De Brug schreef vond ik heel bijzonder. Het schrijven bracht bij mij veel herinneringen terug aan mijn fijne jeugd in Kampen en het motiveerde mij in mijn werk als ambassadeur”, zegt Margriet. “Je doet het toch gewoon voor de Nederlanders. Inmiddels weet ik dat Kampenaren overal in de wereld zijn neergestreken en ik heb vele leuke contacten opgedaan, onder andere met meester Jaap van Olst in Singapore of Herma Vos-Netjes in Indonesië. Hun ouders stuurden mijn column op. Wist je dat Irene Kragt van het Kampereiland nu in Brussel werkt voor de Europese Unie? Ik denk dat Kampenaren een ondernemend gen in zich hebben. Ze kijken verder dan het Ganzendiep of de Stadsbrug”. 

Je hebt niet gekozen voor een nieuwe standplaats als ambassadeur. Wat is daar de reden van? 

"De belangrijkste reden is dat ik onze dochter graag de vrijheid gun om tiener te zijn in Nederland. Dat is uniek. Op de fiets kan zij haar eigen weg vinden. Daarnaast wilde ik ook graag vaker naar Kampen bij mijn ouders op bezoek gaan. Tijdens de Corona-jaren kon ik niet reizen en heb ik het contact met de familie gemist”.
"Ik ben inmiddels voor het ministerie van Buitenlandse Zaken (BUZA) gestart als ‘Inspecteur'. Dat houdt in dat ik naar Nederlandse ambassades ga -in verschillende landen- en de ambassadeur en anderen die op die ambassade werken, spreek over hun rol en activiteiten. Aan daar aanwezigen Nederlandse bedrijven vraag hoe ze geholpen worden door de ambassade en ook met het hele team meedenk hoe ze eventueel hun werk nog beter kunnen doen”, vertelt Margriet.
"In Singapore heb ik zelf ook een inspecteur op bezoek gehad. Ik was toen best zenuwachtig want het voelt toch een beetje als een examen waar je ook voor kunt zakken Mijn doel nu is om samen met een ambassadeur te kijken wat goed gaat en wat beter kan. Vaak kan ik complimenten uitdelen voor mooie projecten en soms kun je duidelijk maken dat er meer mogelijk is dan wat de ambassade denkt. Het gaat niet om cijfers, maar om het lerend vermogen wat mij betreft”.