Herman Deinum voor de villa waar hij jaren gewoond heeft.
Herman Deinum voor de villa waar hij jaren gewoond heeft. Huib Strengers

Basgitarist Herman Deinum over ‘zijn villa’

(door Huib Strengers)

KAMPEN - “Ongelooflijk zo’n mooi pand, het dan jaren laten verslonzen en nu de sloophamer er in. Weg zijn mijn de mooie herinneringen aanstonds. Altijd als ik in Kampen kwam keek ik met weemoed naar hoe het pand werd verwaarloosd. Al geruime tijd zijn de fraaie luiken bij de ramen verdwenen. Degeen die verantwoordelijk is voor het ten gronde richten van het bijzondere huis, mag zich diep schamen”.

Aan het woord is de bekende basgitarist Herman Deinum. Hij is naar Kampen gekomen om te vertellen over zijn jeugd en het ontstaan van zijn muzikale talenten die in de Villa aan de Bovenhavenstraat 14-1 tot bloei kwamen. “Ik ben in 1946 in de Buiten Nieuwstraat geboren. We waren bevriend met de familie Gunnink, die aan de overkant woonde. In 1956 verkasten we naar de Bovenhavenstraat. Tegenover ons woonde, in Villa Mary Koopman, actief in onder andere amusement en toneel. Vanaf 1967 heb ik in Biddinghuizen gewoond en tien jaar later weer terug naar de Villa in de Bovenhavenstraat”. In 1980 verhuisde Deinum naar de J.H. Kokstraat en in 1996 werd het Nijverdal, waar hij trouwde met de onderwijzeres Hennie de Graaf.
De villa bestond uit twee woningen, wat terug te zien is aan de voordeur aan de IJsseldijk en de deur aan de Bovenhavenstraat. Op zijn tiende begon hij piano te spelen. “De toenmalige directeur van de Nutsbedrijven woonde beneden en klaagde nog wel eens over het geluid van de piano boven zijn hoofd. Van een vrouwelijke dominee in de Doopsgezinde gemeente leerde ik noten lezen. Later repeteerde ik met bandjes. Mijn moeder was gastvrij en vriendelijk tegen mijn maten. Ze konden altijd blijven eten. Ze heeft overigens dikwijls in het ziekenhuis gelegen vanwege bronchitis, maar toch een respectabele leeftijd behaald, in tegenstelling tot mijn vader, die is maar 61 geworden”.
In 1962 begon Herman als gitarist bij ‘The Rocking Specials’, hij heeft nog het orgel bespeeld bij ‘Gigs’, in 1966, was hij sologitarist bij ‘The Mozarts’ uit Zwolle met Leen Ripke. Hij is de enige van de drie broers die in de muziek is gegaan. Zijn broer Pieter is twee jaar geleden overleden en broer Simon was onder andere chef-kok bij restaurant ‘Poppe’ in Zwolle. Zijn hele carrière heeft Deinum voor het interview op papier gezet. Zo speelde hij tussen 1967 en 1969 Basgitaar bij de ‘Blues Dimension’. “Dan begint ook mijn persoonlijke bekendheid en de samenwerking met slagwerker Hans La Faille, een jeugdvriend van mij”. Een jaar later in 1970, komt de landelijke bekendheid van Herman Deinum: basgitaar spelen bij ‘Cuby and the Blizzards’, opgericht in het Drentse Assen. Een band die veel platen heeft gemaakt en alom gerespecteerd wordt. We slaan een paar jaar over en tussen 1982 en 1984 doet hij ‘Muskee Gang’, opnieuw met zijn jeugdvriend La Faille, waarmee hij de jaren daarvoor eveneens al had gespeeld in de ‘Herman Deinum Band’, waar ook Rudy de Queljoe, Öke Daniels en John Frederikz in speelden.
In 1985 eisen de tropenjaren Van Deinum hun tol. Na de ‘Muskee Gang”, wederom met La Faille, wordt er drie jaar geen gitaar aangeraakt en na twintig jaar gaat hij eindelijk eens op vakantie. In 1989 wordt hij toch weer over de streep getrokken en de motivatie komt terug. Met veel studiowerk, gastoptredens en sessie’s. Studiowerk én workshops vullen de jaren 1994 tot 1996. In dat jaar gaat ‘Cuby and the Bizzards’ als herboren de theaters in. “We deden weer het ‘club gebeuren’. “Een lekkere band met Erwin Java op gitaar, Hans La Faille op slagwerk na een dikke veertig jaar en waanzinnig veel belangstelling”. Het is ook het jaar dat hij trouwt met wat hij noemt, “de mooiste vrouw op aarde”, die in Nijverdal woont. In 2010 stopt hij met ‘Cuby and the Blizzards’. Zes maanden later stopt de band. Harry Muskee overlijdt in september 2011.
Voor velen is Herman Deinum een Kamper muziekfenomeen. ‘Jarenlang de beste van Nederland’. “Een beetje onzin zegt Herman. Muziek heeft te maken met de smaak van de maker. Toen ik begon was de basgitaar een instrument om een band mee te begeleiden. Nu is het verheven tot het belangrijkste instrument met grote getale bassisten, allemaal hetzelfde”. Wel eens ander talent in Kampen langs zien komen? “Jos Koek een hardrocker ben ik wel eens tegengekomen en er was nog een bandje La Lupa”. Of bij het volgende bezoek aan Kampen de Villa in de Bovenhavenstraat nog overeind staat, is een open vraag. Deinum schudt zijn hoofd nog eens. “Hoe heeft het kunnen gebeuren?”