Afbeelding
Enrico Kolk

Op bezoek bij GGD IJsselland: 'We hebben allemaal een opgestroopte-mouwen-gevoel'

(door Enrico Kolk)

ZWOLLE - Ben Nijboer was eigenlijk al met pensioen, maar werkt nu weer fulltime. Hij is een van de mensen die voor bezetting van de telefoonlijn voor professionals (proflijn) bij GGD IJsselland zorgt.

Elk gesprek dat hij aan de telefoon voert, sluit hij af met een glimlach. “Ik heb nog geen seconde spijt gehad”, zegt hij. Via de telefoon spreekt hij met een heel breed publiek. Gemene deler is dat de mensen die hij spreekt vragen stellen over het coronavirus en alles daaromheen.

“Het mooie is dat het heel divers is”, vertelt Nijboer. “Ik sprak net met een werkgever. Die heeft personeel dat via Polen en Denemarken naar Nederland komt. Die willen weer aan het werk, nu vraagt hij zich af of dat mag.”

Ook heeft hij regelmatig contact met scholen. “Als een onderwijzer in familiekring besmet is geraakt, vraagt de directeur zich af wat dat voor de school betekent. Wij zijn ervoor om met die scholen mee te denken."

De publiekslijn is al de tweede afdeling waarop Nijboer werkt, eerder was hij actief bij het bron- en contactonderzoek. “Dan krijg je iemand aan de telefoon die positief getest is. Je vangt dan de eerste onrust op en beantwoordt de vragen die iemand heeft.”

Na een tijdje stroomde de pensionado door naar de proflijn. Daar komen zo’n tachtig tot honderd telefoontjes per dag binnen. “Meer dan de helft van de telefoontjes is geen standaard”, lacht hij. “Soms spreken we ook iemand die via sociale media aangeeft bang te zijn. Wij pakken dat signaal op en die mensen vinden het fijn om even te bellen. Je kunt dan wel antwoorden geven, dat geeft wel voldoening.”

Ook de scholen maken van alles mee in coronatijd. “Als een ouder corona heeft, mag een kind dan naar school? En hoe zit het als een partner van een leerkracht positief is getest? Wat is het dan mooi om handvatten te geven waarmee ze verder kunnen. De scholen bellen ons, maar als we merken dat er veel gevallen zijn op een school, dan schakelen we over naar een ander team.”
Nijboer merkt dat het teamwork belangrijk is. “Iedereen doet z’n stinkende best. En de gedachte is niet ‘Wat is nodig voor de GGD?’, maar: ‘Wat is het beste voor de mensen’. Dat belang van 'wat is er nodig voor het publiek?', voelt ook de hele organisatie.”

Hij benadrukt dat er hard gewerkt wordt, vooral nu de GGD onlangs verhuisde naar een groter pand. “Er is enorm opgeschaald. Medewerkers zijn nog wat zoekende in het pand, maar we hebben allemaal een ‘opgestroopte-mouwen-gevoel’.”

Nijboer rijdt elke dag weg van het terrein met een lach. “Ik heb niet het gevoel dat ik aan een probleem werk, maar dat ik kan denken in oplossingen”, zegt hij. “En we kunnen wel filosoferen hoe het volgende maand zal zijn, maar we kunnen ook gewoon proberen om iets goeds van de dag te maken.”
Volgende week het tweede deel in de serie 'Op bezoek bij GGD IJsselland'