Column: Over scheldpartijen bij ongevallenjournalistiek

(door Enrico Kolk)

Het was een bijzondere dag, donderdag. Ik kreeg te horen dat er en politieactie was bij de Wortmanflat, stapte in de auto en reed daarnaartoe. Gewapend met een camera stond ik (uiteraard op anderhalve meter afstand) tussen andere ‘persmuskieten’.

En ja, daar sta je dan. Met het doel om u, als lezer, te informeren. De stelling dat wij ‘daar ook niet voor onze lol staan', is iets te kort door de bocht, we hebben immers bewust voor dit werk gekozen, maar je staat er met gemengde gevoelens. Ik maakte enkele foto's, waarbij ik voorzichtig te werk ging. Je wilt immers niet dat mensen, die vol in de emotie zijn, zichzelf later terugzien.
Toen de actie ten einde liep, vervolgde ik mijn weg en zag ik bij het Ichthus/Almere college (locatie VIA) ook een grootschalige inzet van hulpdiensten. En ook daar ga je dan naartoe. Een collega-fotograaf was in discussie met een man. Die man wilde hem vertellen hoe hij zijn werk moest doen. Opmerkingen van de collega dat hij zelf afwegingen kon maken, boden geen soelaas. "Ik weet hoe de pers mensen kapot kan maken”, aldus de man. Ook ik weet dat. Daarom is voorzichtigheid geboden. Niet voor niets hebben wij een opleiding achter de rug waarin ethiek een grote plaats inneemt. Zeker in een tijd waarin iedereen zich journalist mag noemen, is dat niet overbodig.
Even later kwam een vrouw haar woede uiten. "Die mongolen, met hun camera's”, sneerde ze. "Het gaat hier over een mensenleven”, wierp ze ons toe. Vanuit de emotie is die reactie begrijpelijk*, maar wij staan er niet om even scorende plaatjes te schieten. Ik maakte een foto van de politieauto en de ambulance. Omstanders bleven buiten beeld. Ook collega's zag ik voorzichtigheid. Toen er een brancard naar buiten kwam, klikten de camera's niet. We wíllen daar geen beelden van, juist omdat het om een mensenleven gaat.
Waarom staan we er dan? We hebben een dienende taak. Mensen in Kampen horen sirenes, zien dat een traumahelikopter wordt opgeroepen. Dat zorgt voor onrust. Door verslag te doen, kunnen we die onrust wegnemen. In dit geval bleek dat helaas niet mogelijk. Het is ons werk om mensen te informeren. En nee, dat hoeft niet altijd tot in details. Dat hebt u als lezer kunnen merken. In gevallen zoals deze tonen wij grote terughoudendheid. Meer details dan de school kwijt wil, noemen wij principieel niet. Ook niet als we ze van derden horen. Maar juist doordat we onze lezers wel iets kunnen melden, kunnen we een stokje steken voor de grote geruchtenmachine die op gang komt na dit soort incidenten. Zo kunnen we de discussie feitelijk houden.
En daarom we willen wel graag ons werk doen. Een volgende keer staan de hulpdiensten ergens anders. En dan zijn dezelfde mensen die ons nu ‘mongolen' noemen, ook weer benieuwd wat er aan de hand is. Graag informeren we u dan ook weer. Feitelijk en met respect.

*Op de keuze om ‘mongolen' als scheldwoord te gebruiken na.