Afbeelding
Foto: Tennekes

Hilda Jongman neemt na 48 jaar afscheid als kraamverzorgster

(door Erik-Jan Berends)

ZWOLLE/KAMPEN – “Euh, het zijn er honderden geweest.” Hilda Jongman-Enkelaar (66), geboren in Zwolle en woonachtig in Kampen, is op 1 december na 48 jaar gestopt met haar werk als kraamverzorgster. Bij hoeveel gezinnen in de regio ze aan het kraambed heeft gestaan, kan ze niet precies meer achterhalen.

"Als ik kaartjes krijg, bewaar ik ze. De laatste tijd gingen ze in een doos, waarbij het de bedoeling is ze nog een keer in te plakken”, zegt ze lachend. "Grappig is dat je hierin een hele ontwikkeling ziet van Anton Pieck-kaartjes tot groene, oranje en paarse.”
Als haar broer kinderen krijgt, weet de jonge Hilda dat ze kraamverzorgster wilde worden. ”Ik heb nog wel eens getwijfeld over verpleging. Later heb ik er nog wel eens spijt van gehad dat ik dat niet heb gedaan. Het werk van kraamverzorgster is wel heel solistisch. Je kan wel bellen met je werkgroep of terugvallen op je leidinggevende, maar wat collega's om je heen had ik het wel mooi gevonden. Maar terugkijkend, heb ik het werk als kraamverzorgster toch altijd met heel veel plezier gedaan.”
Jongman is geboren en getogen aan de Albert Cuypstraat in Zwolle. "Daar heb ik een hele leuke jeugd gehad”, vervolgt ze. "Ik was altijd een vroege leerling en ging naar de Huishoudschool. Als achttienjarige solliciteerde ik bij het Groene Kruis. Dat gebeurde nog gewoon bij iemand in de huiskamer.” Het is haar achttiende verjaardag, 26 september, als ze op een internaat in Rijssen de drie maanden durende opleiding tot kraamverzorgster doet.
In 1972 komt ze bij het eerste gezin aan de Amer in de Zwolse wijk Aa-landen. Jongman: "Ook was ik bij de laatste baby van 1972. Daarmee heb ik nog in de Peperbus gestaan.” Ze werkt uiteindelijk van 1972 tot 1978 fulltime in dienst van het Groene Kruis. In die periode wordt haar werkgebied steeds groter. "Kampen kwam erbij en later ook Hasselt, Zwartsluis en Genemuiden.” In haar beginperiode werd ze - ook midden in de nacht - van huis gehaald als er weer een geboorte was. "Mijn vader vond dat niet zo prettig”, weet ze nog. "Dat zijn achttienjarige dochter bij wildvreemde mensen in de auto stapte. Ik had alleen nog een brommertje. Later overigens een Citroën Diane, waarbij ik na verloop van tijd hoopte dat de volgende auto achterruitverwarming had.”
Jongman trouwt in 1978 en gaat in Kampen wonen. "In het begin waren dat nog hele dagen. Ik kreeg zelf een kind en ging vooral in de weekenden en avonden wijkzorg en bevallingen doen. In Kampen waren toen nog veel studenten en waren er veel mensen die geen kraamzorg hadden of wilden hebben. In de beginperiode werkte ik nog van acht uur 's morgens tot zeven uur 's avonds. De mannen waren aan het werk en ik zorgde voor het eten en de afwas. Pas als de kinderen 's avonds in de pyjama waren, ging ik naar huis. Tegenwoordig werk je van acht tot vier.”
Zo is er veel veranderd, ervaart Jongman. "Mensen zijn sowieso veel mondiger geworden en dat is soms lastiger. Ouders zijn nu meer gesteld op hun privacy. Veel mensen vinden het wel raar, zo maar een vreemd iemand in huis. Dat was vroeger ook wel, vooral in armere gezinnen. Het was toentertijd wel gemoedelijker. Dat de prenatale zorg is uitgebreid met echo's is voor de kraamverzorging ook te merken. Met de echo's worden ‘verrassingen' er nu vaak uitgefilterd. Zo had ik nog wel eens een onverwachte tweeling of een kind met syndroom van Down. Die vrouwen gaan nu vaak al voor de geboorte naar het ziekenhuis.”
Ongeveer de helft van de geboortes die ze voor kraamzorgorganisatie De Kraamvogel deed, waren in Kampen, schat Jongman. "De overige in de regio. Ja, veel mensen zullen mij zo kennen. Mijn zoon zegt dat ze nooit met mij de stad in wilden, omdat ik met iedereen stond te praten. Anderzijds herken ik mensen later niet altijd terug. De vrouwen zien er op het kraambed in de regel toch wel anders uit dan netjes gekleed op straat.”