Afbeelding
Pixabay

Inwoners van Overijssel denken mee over landbouw

REGIO - “Ik lees regelmatig over de uitdagingen waar boeren mee te maken hebben, maar ik heb er nog nooit eentje gesproken. Toch heb ik wel een mening als consument.” Een raadpleging van Natuur en Milieu Overijssel (NMO) onder 13.000 inwoners van Overijssel leert dat veel mensen zo denken.

De afstand tussen boer en burger blijkt vrij groot, maar eten doen we allemaal en bijna iedereen begrijpt dus wel dat we ook zelf iets aan de landbouw zouden moeten doen. Al was het maar omdat we een mooi landschap willen, met kruidenrijke weiden, weidegang voor koeien en bloemrijke akkerranden als bijenlinten.
Men toont begrip voor de situatie waarin veel boeren zich bevinden. "Onze boeren hebben het niet makkelijk,” merkt iemand op. "Met een kleine moestuin weet ik hoe moeilijk het is iets te verbouwen in deze klimaatsverandering.” En veel mensen geven toe dat ze ook wel weten wat ze zelf kunnen doen.
Toch spelen burgers binnen het publiek discours (en het politieke krachtenveld) rond de transitie van de landbouw tot op heden nauwelijks een rol van betekenis. Het is ook vrij onduidelijk hoe deze burgers kunnen worden aangesproken en betrokken. Dat is volgens NMO een gemis, want de stille meerderheid van burgers erkent dat er problemen zijn en wil graag in goede sfeer tot oplossingen en tot transitie komen. Ze hebben zelf ook ideeën over wat ze zelf kunnen doen.
NMO ziet dat we op diverse onderdelen op het goede spoor zitten met lopende projecten als ‘Land van Waarde', ‘Jong Leren Eten', ‘LivingLab Natuurinclusieve landbouw Overijssel' en ‘Valuta voor Veen'. Aanvullend zal NMO, in respons op alle reacties, zich sterker maken voor betrokkenheid van burgers bij de voedselvoorziening, zowel in woord (binnen het debat), als daad (rond concrete initiatieven), en in samenspraak met boeren.