Afbeelding
Attest Communicatie.

Goosen: ‘Pensioen moet nog maar even wachten'

(Door Alex de Jong @ Attest Communicatie)

KAMPEN - ‘Rutte zei dat er extra maatregelen voor het bedrijfsleven komen; alsof hij Sinterklaas is. Maar we weten allemaal dat Sinterklaas niet bestaat.’ Ben Visser (67) zegt het met duidelijke frustratie. Samen met zijn vrouw Wil runt hij dit jaar op de kop af al 45 jaar de winkels van Firma Goosen in Kampen.

Hij mag in zijn winkels geen tabak, loterijlotjes, wenskaarten, batterijen, speelgoed en andere ‘niet-essentiële goederen’ meer verkopen. Dus wijken klanten uit naar de nabijgelegen Jumbo of Kruidvat waar dit alles wél wordt verkocht. ‘Deze ongelijkheid frustreert me nog het meest.’ Normaliter staan de carrousels met wenskaarten buiten de winkel. Net als bakken met Dvd’s en boeken; de kranten en karpetten. Nu is het er leeg. Toch brandt in de winkel licht. Het postagentschap is open. ‘Onze omzet is sinds de lockdown met 65% gedaald’, vertelt Visser. Dat doet pijn. ‘Vergelijk het maar met dat je van de ene op de andere dag je baan kwijtraakt en dat je het met 65% minder salaris moet doen.’ Het merendeel van de huidige omzet wordt gerealiseerd door de pakketpost, aangevuld met de bestellingen van klanten die hij zelf na drie uur ’s middags bezorgt. Het is te weinig om de lopende kosten van te betalen, laat staan om nog van te leven. En de staatssteun? Een wassen neus. Toch wil hij de deur niet sluiten. ‘Als je maandenlang het licht uitdoet, denken mensen dat je niet meer bestaat; dan ben je je klanten voorgoed kwijt.’ Dus is het zichtbaar zijn en de frustratie verbijten. ‘Het is te zot voor woorden. We mogen wel de postzegel verkopen, maar niet de kaart die erbij hoort. Dan moeten we klanten doorverwijzen naar de Jumbo of de Kruidvat.’
‘De reacties van onze vaste klanten zijn hartverwarmend. Menigeen komt langs om ons een hart onder de riem te steken. We krijgen zelfs cadeautjes.’ De opbeurende woorden houdt het echtpaar op de been. ‘De interactie met klanten is waar het ons als winkeliers om gaat.’ Tenslotte wordt niemand ondernemer/winkelier om schatrijk te worden. ‘Winkelier zijn is een beleving. Het zit in je bloed. Waarom zou je anders meer dan twaalf uur op een dag willen werken?’
In de discussies vergeet menigeen volgens Visser dat een ondernemer vaak geen pensioen opbouwt, zoals iemand in loondienst dat wel doet. ‘Ondernemers draaien doorgaans veel meer uren dan iemand in loondienst en hopen dat ze, tegen de tijd dat ze stoppen, hun toko goed kunnen verkopen. Dat is hun pensioen. Maar aan wie moeten wij onze zaak verkopen? Wie gaat er in deze tijden nog een winkel beginnen?’ Kortom: dat pensioen waar ze stiekem van droomden, is ineens weer een stuk verder weg.
Natuurlijk hebben ze in de 45 jaar waarin ze ‘Goosen' runnen, vaker voor hete vuren gestaan. Soms zelfs letterlijk, bij een fikse brand aan de Oudestraat. ‘Ook later waren er wel momenten dat het economisch tegen zat. Maar toen waren we natuurlijk wel een stuk jonger. Ik werk al 51 jaar. Eigenlijk vind ik het wel genoeg.' Inmiddels hebben ze hun winkel aan de Lovinkstraat al gesloten. ‘Die plannen lagen er al, maar zijn door de lockdown wel bespoedigd.' Het interieur is verhuisd naar de Oudestraat. ‘Dat kon wel een opfrisbeurt gebruiken. Als dan op 9 februari de lockdown eindelijk is opgeheven, kunnen we er daar weer fris en fruitig tegenaan.' Hij glimlacht, maar zijn ogen doen dat niet.