Het Coronakapsel

Waar bij de meeste mannen de haargrens met het ouder worden onder de oren zakt, groeit het grijze ‘stro’ er op mijn hoofd weelderig op los. Als er geen gekke dingen gebeuren, heb ik de komende jaren geen last van een kale ‘harses’.

Toen ik er tijdens de eerste lockdown bijna uitzag als een van de Stampertjes uit Pluk van de Petteflet, had ik besloten mijn haar rigoureus aan te pakken. De tondeuse mocht de strijd met mijn dorre struik aangaan. Na een paar bijna vastlopers was mijn haardos gemillimeterd. Mijn zoon Luc en Lucy’s zoon Allard hadden ook besloten dat het de hoogste tijd was voor zo’n coronakapsel. Luc kwam het kortwieken van zijn pruik zonder kleerscheuren door. Bij Allard verliep het minder goed.

Zijn zusje Marloes had aangegeven dat zij het klusje met de tondeuse wel zou klaren. Toen zijn coupe bijna af was, wilde ze er nog één keer langs voor de finishing touch. Zonder te beseffen dat de opzetkam was verwijderd, zette zij de tondeuse op het haar van Allard. Binnen een seconde was het kwaad geschied. Een mooi blokje prijkte boven zijn linkeroor. Even later lagen we met z’n allen op de grond te rollebollen van het lachen. Behalve Allard en Marloes. Het janken stond hen nader dan het lachen. Zo’n drie weken heeft Allard voor lul gelopen. Zijn pet was al die tijd z’n grootste vriend.

Na de eerste lockdown heb ik besloten mijn haar langer te laten groeien. Dat egeltje op mijn hoofd was even leuk, maar dat doe ik niet nog een keer. Met mijn kapper heb ik afgesproken dat ik elke drie weken een kwartiertje naar de kapsalon ga om mijn haar te laten bijpunten. Tot de tweede lockdown ging dit voortreffelijk, maar op dit moment wordt ons proces behoorlijk verstoord. Ik heb inmiddels letterlijk een ‘lok down’ boven de ogen.

En als het zo doorgaat, heb ik over een paar weken een matje in m’n nek. Mijn tweede jeugd lijkt nabij. Als ‘De Buitenwacht’ nog zou bestaan, zou ik met dit matje, mijn spijkerjas en een Arafatsjaal om de nek zo weer ‘brommers kunn’n kiek’n’. Vrijdag 12 februari heb ik een afspraak staan bij de kapper. Ik hoop maar dat het dan weer kan, want ik ben harder aan een knipbeurt toe dan ooit. Ik moet elke ochtend sowieso een kwartier eerder uit bed om mijn haar te föhnen. Maar het is de moeite waard. Ik krijg zowaar leuke reacties op mijn nieuwe look.

Het grappige is, dat mijn haar door het langer worden ineens veel grijzer lijkt. Dat krijg ik regelmatig naar mijn hoofd geslingerd. Daar kan ik mee leven. Als ze me een grijze muis gaan noemen, maak ik me pas zorgen...