Gardebroek: 'Strandpaviljoen aan de IJssel mogelijk deze zomer al geopend'

(door Nick de Vries)

KAMPEN - Kinderen met schepje en emmertje op het strandje, ouders nippend aan een cocktail op een loungebank. Daarna genieten van een lunch en een ijsje in de zon aan het water. En dat niet op het strand ergens aan de Noordzee, maar gewoon in Kampen, met het stadsfront als decor. Ondernemers Bart Jan Gardebroek en Frans van der Kolk zien het al helemaal zitten. Als alles meezit willen ze al deze zomer naast de IJsselbrug hun strandpaviljoen Hanzezicht openen.

Niet alleen Bart Jan Gardebroek en twee compagnons Frans van der Kolk en André Lageweg zijn enthousiast. Ook de gemeente, het Waterschap en Rijkswaterstaat verwelkomen het idee volgens de ondernemer. “Eigenlijk bieden wij de oplossing voor meerdere problemen van deze overheden”, vertelt Gardebroek. “In de zomer is het op het strandje vaak een rommeltje doordat veel rotzooi achtergelaten wordt. De gemeenteraad heeft een motie aangenomen om van de plek een volwaardig stadsstrand te maken. Aan de andere kant wil het Waterschap af van de fietsen die het pad langs de dijk blokkeren en wil Rijkswaterstaat dat er toezicht komt op illegaal zwemmen dat volgens hun levensgevaarlijk is.”
Volgens Bart Jan was het nadat de motie van D66 en VVD in 2018 werd aangenomen eigenlijk wachten wie er in zou stappen. Welke ondernemer zou het zien zitten om hier wat te beginnen? Op een terrasje bij De Bastaard raakte hij in gesprek met eigenaar Remmert Krantz, met wie hij en Frans van der Kolk samen onder andere de organisatie van Sail hadden verzorgd. Remmert stelde hem toen voor: waarom ga jij het niet doen? En vanaf dat moment nam het idee steeds grotere vormen aan.
"Eigenlijk hebben we goud in handen”, aldus Bart Jan. "Van deze plek kun je iets prachtigs maken. Een plek aan het water, vol in de zon, vlakbij het station, op loopafstand van de binnenstad en met het prachtige stadsfront op de achtergrond. Wij willen van deze plek echt het visitekaartje van Kampen maken en doen geen concessies.” Lees verder op pagina 3.