Afbeelding
Aangeleverd.

Schippers van de Oban: ‘We varen op paarse krokodillen'

KAMPEN – Ze zijn trots op hun Kamper ‘roots’ en laten geen moment voorbij gaan om in het buitenland te verhalen over hun thuishaven. Sterker nog: ‘Op de achtersteven van alle vier Oostzeevaarders van Kampen vind je Kampen.nl en maken we reclame voor onze mooie stad.’

Door Alex de Jong @ Attest Communicatie

Het echtpaar Jolan en Olaf Kanters, schippers van de Oban, voelen zich ‘een stukje Kampen op de Oostzee', waar ze zeven maanden per jaar vertoeven en toeristen een prachtige vakantie bieden. ‘Net als vroeger met de koggeschepen, verdienen we ons geld op de Oostzee en brengen het naar Kampen.' Dat doen ze al bijna dertig jaar, waarvan twintig jaar met hun haringlogger uit 1905. ‘We zijn een buitenpost van Kampen in het buitenland, maar Kampen ziet dat helaas niet zo.'

‘Voorheen voeren we met een klipper over de Oostzee. Sinds 2000 hebben we de Oban, een haringlogger uit 1905.' Ze verwisselen in het vaarseizoen Kampen voor hun ‘tweede thuishaven' Kiel. ‘Elke zomer roept de Oostzee. Ook nu, maar we mogen niet.' Het typeert Jolan. Gastvrouwe pur sang; levend voor het zeilen met groepen mensen. Om hen de mooiste tijd van hun leven te geven. Het mag niet meer. Voor het eerst in bijna dertig jaar. Corona. ‘Mona Keizer heeft ons, als chartervaart, 15 miljoen toegezegd, maar het geld is er nog steeds niet. Zuur, want de kosten gaan wel onverminderd door.'
‘Net als de kogge vroeger, verdienen we geld met onze vaart op de Oostzee en brengen die opbrengsten naar Kampen. We leven ervan, en onderhouden ons schip, onderdeel van ons aller Nederlandse maritieme verleden, ermee. ‘Daarnaast hebben we een enorme spinoff. Zo zijn we een erkend leerbedrijf en leiden jongeren op tot gewilde nautische vakmensen. En Daarnaast varen we op ‘paarse krokodillen'.' Paarse krokodillen? ‘De administratieve rompslomp en wet- en regelgeving', lacht ze. ‘Elk jaar moeten een fiks aantal zaken aan boord worden gecertificeerd, gecontroleerd of getest. Ook in deze coronatijd gaan al die verplichtingen gewoon door; inkomsten of niet.' Ze verhaalt van hoe sommige apparaten wel door drie verschillende inspecteurs moeten worden gecontroleerd. Ieder inspecteert een onderdeeltje, schrijft een rapport en een nota van bijna twee mille. Het resultaat: een pak papier met diverse certificaten, bevindingen, en ga zo maar door. ‘Ieder jaar opnieuw doorlopen we ditzelfde circus dat al met al tussen de twaalf- en vijftienduizend euro kost. Veiligheid is noodzakelijk, dat snap ik, maar toch…' Soms zijn er eisen die eigenlijk ‘te absurd voor woorden zijn’. Regels voor de grote vaart die ook hen, als chartervaarders, worden opgelegd. ‘Zoals een verzekering tegen een terroristische aanval, maar ook een verzekering voor als we failliet gaan en wij ons personeel op onbewoonde eilandjes achterlaten… Daarnaast moet het schip nautisch en technisch in orde zijn, want we kunnen als we aan het varen zijn, nu eenmaal niet zomaar even naar de garage’.
‘Oh, en vergeet ook de reddingsvlotten niet. Daarvan hebben we er vier nodig; 110 procent van de capaciteit aan gasten. Kosten: 1.200 euro aan lease per jaar. Per stuk! En dan hebben we het maar even niet over het onderhoud van ons schip. Het kost Olaf in de winterperiode veertig uur per week.’ Tijd die hij niet kan gebruiken om elders inkomen te vergaren. ‘En ik ben in de winter een administratief nautisch officier: bezig om alle certificaten in orde te maken.’
Moedeloos wordt ze ervan. ‘We hebben nu al onze jaarlijkse papieren binnen, maar we weten nog niet wanneer we weer mogen varen. Bijna iedere dag krijgen we weer andere info; onze groepsapp ontploft soms.' Ze beginnen met een nagenoeg vol seizoen, maar ze weet nu al dat ze mensen zal moeten teleurstellen. ‘Bij die boekingen zitten ook mensen die vorig jaar al hebben geboekt en die we toen hebben moeten doorschuiven. Vanavond mag ik weer mensen aanschrijven en hen vertellen dat hun geplande reis (opnieuw) niet door kan gaan. Die willen waarschijnlijk dan nu wél hun geld terug…' Tot en met eind juni kan ze alle reizen gaan afzeggen. ‘En dan weten we nog niet wat het zomerseizoen ons gaat brengen. Waarschijnlijk wordt zelfs ons vaargebied aangepast.'

Risicoland

‘Doordat in Nederland versoepelingen rondom corona sneller gaan en dus minder streng zijn dan in andere landen, worden wij als schippers daar weer op afgerekend', gaat ze verder. ‘Nederland is voor het buitenland een risicoland. Als wij naar Duitsland varen, moeten we straks eerst in quarantaine. Kortom: leuk dat hier de terrassen open gaan en ik gun het iedereen van harte, maar doordat wij zo'n risicoland zijn, ervaren wij als schippers meer moeilijkheden in het buitenland. We liggen daar onder een vergrootglas.'
Toch zou ze dit leven niet willen missen. ‘Kiel is 4,5 uur rijden vanaf Kampen. Een compleet andere wereld. De Oostzee is zo verademend ruim. Wist je dat Denemarken wel 1.500 eilanden heeft? En je hebt daar minder regen en meer zonuren dan in Nederland! Een fantastisch gebied', vertelt ze enthousiast. ‘Ons leven aan boord is heerlijk afwisselend. Tot voor kort begroetten wij 36 groepen, en we maakten vaak dagtochten bij sails in het buitenland; maar daarvan vallen er steeds meer af.'
Vanwege corona boeken nu minder mensen een zeilreis. Wellicht angst om ‘als haringen in ene ton' bij elkaar te zitten? ‘Onnodig', stelt Jolan. ‘Als wij op ons schip van 39 meter twintig gasten aan boord hebben, dan vind je ze niet meer terug. Als je meerdere dagen met elkaar aan boord bent, kom je minder mensen tegen dan in de supermarkt.' Bovendien: als er twee mensen zijn die aan boord de regels naleven, dan zijn het wel Jolan en Olaf van de Oban. ‘Doen we dat niet, dan liggen we in no time aan de ketting en dan is het pas echt einde oefening…'