Dominee Guus Labooy
Dominee Guus Labooy Guus Labooy

Toch maar vertrouwen in wetenschap?

Ingezonden brief van Guus Labooy, predikant bij De Hoeksteen (PKN) IJsselmuiden


Stel je begint slechter te zien. Je gaat naar de oogarts. En die constateert na grondig onderzoek dat je een ernstige aandoening hebt. Je zult elke twee maanden een prik in je oog moeten hebben. Als je dat niet doet, ben je over 2 jaar blind. Dat komt natuurlijk hard binnen. Een prik in je oog is niet leuk. Maar je wordt gerustgesteld: de meeste mensen wennen eraan. Het idee is vreselijk eng, maar veel pijn doet het niet. Je krijgt nog info mee van de patiëntenvereniging; thuis zoek je alles nog eens na op internet. En de week daarop, na nog een bemoedigend gesprek met je eigen huisarts, besluit je het te doen: om de twee maanden een prik. Even dacht je nog je huidige klachten weg te wuiven, maar nee, dat is je kop in het zand steken: een prik is niet leuk, maar het moet. Anders word je blind.

Vertrouwen in wetenschap

Vraag je eens af waarom je dat eigenlijk doet? De kern is dit: je vertrouwt deskundigen, je vertrouwt de medische wetenschap. Je vertrouwt dat de diagnose goed is én dat bewezen is dat de prik echt helpt. Maar waarom zou je die lui vertrouwen? Misschien zijn er ergens wel oogartsen te vinden die zeggen dat het allemaal zo’n vaart niet zal lopen? Of erger: misschien wil die arts een geheime chip in je oog injecteren? Nee grapje, dat gelooft natuurlijk niemand, maar het kan natuurlijk wel zo zijn dat ze gewoon dat peperdure medicijn willen verkopen? En wie weet is al dat onderzoek naar de effectiviteit ervan wel gesubsidieerd door de producent van het geneesmiddel? Die lui van de farmaceutische industrie, dat zijn toch geldwolven?

Een ander soort ‘zelf-test’

Ik hoop dat iedereen gaat begrijpen waar ik naar toe wil: ik wil oproepen tot vertrouwen in de wetenschap. Zeker, je kunt altijd wel wat bedenken om vaststaande conclusies van de wetenschap in twijfel te trekken. Maar vraag je af of dat uiteindelijk redelijk is. Voer daarvoor steeds deze ‘zelf-test’ uit: als je die oogarts zou vertrouwen en je laat prikken omdat je niet blind wilt worden, waarom vertrouw je andere wetenschappers dan niet? Bijvoorbeeld een viroloog? Als virologen zeggen dat een vaccinatie tegen covid van groot belang is? Als je hen niet gelooft, als je hun God-gegeven medische deskundigheid aan je laars lapt, zou je die oogarts ook niet moeten geloven. Toch doe je dat denk ik wel....

Klimaatwetenschap

Ik noem nog twee wetenschappen waarbij we ook worden verleid om deskundigheid aan onze laars te lappen: klimaatwetenschap en theologie. Binnen de klimaatwetenschap is er geen twijfel meer wat betreft deze vier conclusies: 1) de aarde warmt op; 2) dat komt door de mens; 3) de gevolgen zijn zeer serieus; 4) er is nog wat aan te doen al is het vijf voor twaalf. Wie één van deze vier pijlers onderuithaalt neemt een loopje met de klimaatwetenschap. Dan zou je dus eigenlijk ook die oogarts niet serieus moeten nemen, als je consequent bent. Natuurlijk, als we de klimaatwetenschap serieus nemen zal dat op korte termijn misschien pijn doen: het kost geld. En je moet dingen gaan aanpassen: de een zal zijn voedingspatroon aanpassen (bietstuk, au!), de ander vaker de trein nemen of drastisch minder gaan vliegen. Iedereen draagt wat bij: minder beton, noem het maar. Dat doet allemaal misschien pijn. Maar ja, liever een beetje pijn dan je kop in het zand steken, toch? Het is eerst misschien niet leuk, maar het moet.

‘wach-een-beetie-bossie’

We worden ook verleid om de theologische wetenschap niet serieus te nemen. Trouwens ook binnen de kerk. Daar hoor je nogal eens: ‘Het gaat toch om geloof? Geloven als een kind?' Maar denk eens met me mee: wat is theologie? Theologie is nadenken over geloof, verantwoording afleggen van wat je gelooft. En dat vanuit een traditie: je hebt diep respect voor wat mensen al tweeduizend jaar hebben doorleefd en geleefd. Dat heeft z'n sporen verdiend, dat is niet de laatste hijgerige internet-hype. En dat is wat we nu juist zo hard nodig hebben: de deugd van het rustig en weldoordacht verantwoording geven van wat je gelooft. Die deugd wordt ondermijnd in onze postmodernistische maatschappij met al die echo-kamers op het internet. Mensen roepen maar wat want dat is toch ‘jouw waarheid'? Het feit dat je iets persoonlijk gelooft is dan genoeg, serieus verantwoording afleggen is overbodig. Maar zo is het ons niet geleerd: de theologie begon bijna tweeduizend jaar geleden met het geloof doordenken en dan ook verantwoorden. In Zuid-Afrika is er een struik met allemaal kleine weerhaakjes. Hij heet een ‘wach-een-beetie-bossie'. Dat is een mooi beeld voor de theologie en haar tweelingzusje de filosofie: wacht een beetje en beschouw het eens! Ook voor Aristoteles was dat al een van de vier hoofddeugden: ‘prudentia', oftewel overleg, bezonnenheid. Wat zou het mooi zijn als we de theologie - of voor mijn part Aristoteles als u niet gelovig bent ­- weer serieus namen en allemaal gaan oefenen in bezonnenheid!