Afbeelding
Foto: Attest Communicatie

Hondenbrokken en tijgernootjes bij
karper-viswedstrijd Ons Vermaak

(door Alex de Jong @ Attest Communicatie) 

Ze hebben er al een nacht vissen op zitten, wanneer ik langskom. Vismaatjes Ricardo en Sander. De mannen hangen onderuitgezakt in de stoel, het bier en de versnaperingen binnen handbereik. Ieder twee hengels in het water. Ze doen mee aan de karper-koppelviswedstrijd van Hengelaarsvereniging Ons Vermaak. 

Net als nog vijftien andere koppels, verderop aan het Noorddiep. Erg actief vissen is het niet, merk ik op. ‘Ach, we kunnen lekker bierdrinken en klagen over onze vrouwen’, zo grappen de jongemannen. Maar de volgende keer mogen ze er van Ons Vermaak gerust weer één nacht van maken, in plaats van twee, vinden ze. ‘We zijn wel een beetje uitgepraat.’ Hun lach schalt over het water.
Het is zaterdagmiddag, iets na drie uur. Het is een mooie dag. De zon schijnt volop. Of ze al wat gevangen hebben? De mannen lachen. Ricardo: ‘Toen we hier kwamen, hadden we even aanbeet.’ Maar de vis werd niet gevangen, dus dat telt dan niet. ‘En we hebben een roofblei gevangen.’ Leuk, maar ook die telt niet mee voor de viswedstrijd, weten ze. Alleen karpers worden geteld en gewogen en maken aan het einde het verschil. ‘Ach, het bier en het eten is goed’, merkt Sander op. Want niemand maakt hen de pis lauw. Ze zijn er even lekker een weekendje uit. Even los van gezin en werk. Even onder mekaar, zodat er vrijelijk en naar hartenlust kan worden geouwehoerd en ‘geklaagd’.
Ze hebben ieder een tentje langs het water staan. ‘We hebben geluk met de plek’, zegt Ricardo. Want anderen moeten soms nog honderden meters door het weiland ploeteren met alle spullen die een weekendje karpervissen met zich meebrengt. Ook zijn ze blij dat ze, anders dan bij andere wedstrijden (zoals de forellenviswedstrijd van vorig weekend) niet hoeven te rouleren. Deze plek is 48 uur lang hun stek. ‘Al onze spullen verhuizen, daar hebben we niet zoveel zin in’, klinkt het. Toch was het ook wel fijn geweest om een plek te hebben mogen loten waar je normaliter niet zo makkelijk komt of zelfs helemaal niet mag vissen, vindt Ricardo. ‘Wij hebben hier vandaag al heel veel mensen gehad die juist op deze stek willen vissen, dus het is hier wel populair.’

Weekje Frankrijk

Betekent dat ook gegarandeerd succes in de wedstrijd? Niet beslist, zo leert hun ervaring. Sander: ‘Als je pech hebt, dan wordt hier heel veel gevoerd en ligt het hier vol met aas.’ Kortom: dan moet je extra geluk hebben, willen de vissen juist jouw aas, met haak, opslobberen. En toch… volgens de mannen kan één gevangen vis bij een wedstrijd al hét verschil maken. ‘We hebben al eens meegedaan met een wedstrijd in Lelystad. De hoofdprijs was een weekje Frankrijk. Dat werd gewonnen door een koppel dat slechts één vis had gevangen; een kleintje van slechts vier kilo.’ En ook Sander en Ricardo hebben al eens samen een wedstrijd gewonnen met slechts één gevangen vis. ‘Maar dat gaat deze keer niet lukken’, zo denkt Sander. Wat dat betreft maken ze zich geen illusies. Tenslotte hebben ze vaker meegedaan met de wedstrijden van Ons Vermaak. ‘Iedere keer wanneer we meedoen, wordt er weinig gevangen’, grinnikt Sander. ‘Misschien ligt het wel aan ons en moeten we niet meer meedoen…’

Duyvis

Ik verbaas me over de inactieve manier van vissen. Het is niets meer dan ‘de boel erin smijten’ en wachten tot je de ratel aan de hengel hoort. ‘Hadden we aan de andere kant bij de lelies gezeten, dan hadden we het nog wel even met hondenbrokjes geprobeerd’, zegt Ricardo. Hondenbrokjes? ‘Ja, die blijven drijven. En als je geluk hebt, zie je dan de karpers ernaar happen.’ Dan doen ze ook graag zelf een brokje aan de haak en smijten die dan bij de anderen in het water. ‘Dan kun je toch nog actief vissen’, grappen ze. Maar vandaag zit dat er niet in. Sterker nog: ik heb het vermoeden dat de vissen er niet zijn. Of ze doen zich massaal tegoed aan het voer dat de twee eerder met schepjes in het water hebben gegooid. Wat zit er trouwens in dat aas? ‘Tijgernootjes en mais!’ Als ik grote ogen opzet, klinkt het: ‘Nee, niet die van Duyvis, die je in de supermarkt koopt, natuurlijk…’
Als ons gelach wegebt, horen we weer het getjilp van jonge vogels, die samen met hun ouders ook vissen op het Noorddiep. ‘Veel futen en aalscholvers', vertelt Ricardo. ‘Soms krijg je ook daar wel eens een van aan je lijn', vult Sander aan. Maar vandaag niets van dat al. Is dan de charme van het karpervissen echt alleen maar lekker ouwehoeren en bier drinken? Wat maakt het dan toch zo leuk? ‘Het gaat om het moment dat je de vis eraan hebt. Dat is echt wel mooi', vertelt Sander enthousiast. ‘Dat levert je, als je geluk hebt, een heel gevecht op. Er zijn maar weinig vissen in Nederland die zo'n gevecht leveren als de karper.' Ik vind het jammer dat ik dit gevecht niet mag aanschouwen. Wel zie ik dat het bier nu deels in de zon staat. Ze schrikken ervan. Niet van de ratels, want die gaan het hele weekend gewoon niet af…