Afbeelding
Foto Tennekes

Première Kaartenkar van Stadsdichter van Kampen is voor de dorpskernen: Wilsum

KAMPEN - Was het een optocht, processie? Vrijdagochtend liep door de straten van Wilsum een stoet kinderen met de Kaartenkar voorop. Vaders, moeders, wandelaars, toevallige voorbijgangers, ze sloten aan. Op elke straathoek hielden de kinderen stil, klommen op een krukje en droegen hun gedicht voor.

Brigittte Wolthuis, stadsdichter van Kampen, die haar gedichten ook publiceert in De Brug, zocht naar wegen om de Kaartenkar aan de Kamper bevolking te laten zien. Toen Thea Paassen van IJsseldeltamarketing opperde ‘Waarom begin je niet in de dorpskernen?’ Wolthuis bedacht een project waarin ze met de bovenbouw van basisscholen rond een thema ging dichten en vormgeven. Elk kind maakte een eigen gedicht rond het 700-jarig bestaan van Wilsum en de recent gegoten replica van de Angelusklok en gaf dit vorm op een ansichtkaart. De gemeente Kampen subsidieert dit project vanuit het Heropeningsfonds.

"Prachtig die sliert mensen in de zon, kinderen voorop, lopend over de dijk richting Lambertuskerk", aldus Wolthuis. De gedichten van de kinderen gaan over het dorp, de Angelusklok zoals het gedicht van Brett Kingma:

Ik hoor het geluid, de bel!
Dan begint de dominee vast wel. Ik ga naar de kerk.
De dominee is zijn talen
aan het oefenen
dat noemt hij vaak
zijn MEESTERWERK.

Soms drong een andere gebeurtenis naar de voorgrond:

Sem is geboren
Hij is omarmd door God
Hij is alles voor mij.

Waarom begin je niet in de dorpskernen?

Ook Wolthuis droeg haar dorpsgedicht voor:

Elke noordwester doorstaan
dit bedehuis aan de rivier
zandduin als fundament
en zo onwankelbaar, fier

de Lambertus verhaalt
van romaanse komaf
met later een gotisch koor

evangelisten, engel, graf

luister stil en hoor de tijd
stenen hebben het bewaard
voor ons, hoor bidden, zang
geest van liefde hier verklaard

en nu de Angelus replica
groots in het klein gelui
veni sancte spiritus
bij het trekken aan het tui

mag deze klok de specie zijn
de oproep tot bedaar
tot weet van God en mens
tot vrede sluiten met elkaar.

Na het gedicht luidde de Angelusklok minutenlang over het dorpsplein en scheen de zon nog iets harder over dit poëtische gezelschap.