Afbeelding
Stockfoto: Gerard Meijeringh

Matige eerste helft breekt ’s-Heerenbroek op

Sport

WINDESHEIM - Een week na de knappe remise tegen Dieze West stelde ’s-Heerenbroek zaterdag teleur tegen VSW. In Windesheim keek een zeer matig spelend ’s-Heerenbroek bij rust tegen een 3-0 achterstand aan. In de tweede helft kwam de ploeg sterk terug, maar het was net niet genoeg om een nederlaag te voorkomen: 4-2.

’s-Heerenbroek-trainer Freddie van den Burg baalde na afloop. “Dit is gewoon verschrikkelijk. Het bonuspunt dat je vorige week hebt gehaald, gooi je zo maar even overboord. Onnodig.”

’s-Heerenbroek begon zeer matig aan de wedstrijd en keek al snel tegen een 2-0 achterstand aan. Daarna waren er kansen voor Rob Henniphof en Jonno Pruim, maar de aansluitingstreffer bleef uit. Vlak voor rust werd het 3-0. Een vrije trap van Joey Platenkamp verdween via de lat en keeper Jelmer Visscher in het doel. “We verloren in de eerste helft veel duels en waren slordig aan de bal. Zo hielpen we VSW in een zetel. Zij gingen volle bak. We zijn op inzet afgetroefd”, aldus Van den Burg.

Dat veranderde na rust. ’s-Heerenbroek knokte zich in de wedstrijd. In de 49ste minuut leek de 3-1 te vallen, maar de arbiter keurde de treffer van Sander Pelgrom af wegens buitenspel. Volgens Van den Burg een ‘glaszuivere goal’. Even later kwam alsnog de 3-1 op het scorebord. Jesper Wennemers kopte raak uit een corner. In de 60ste minuut liet Jonno Pruim een kans op de 3-2 liggen. Vijf minuten later wist hij alsnog te scoren. 

Jesper Wennemers kreeg een uitgelezen kans om de 3-3 te maken, maar verzuimde om dat te doen. ’s-Heerenbroek was heer en meester, maar moest vervolgens met tien man verder na een rode kaart van Willard Visscher. “Willard wilde de bal uit de handen van een speler pakken. De scheidsrechter zag er een slaande beweging in”, aldus Van den Burg.

Met tien man bleef ’s-Heerenbroek de betere ploeg, maar veel leverde dat niet op. Vlak voor tijd besliste VSW het duel door de 4-2 aan te tekenen. “Een hele zure nederlaag”, aldus Van den Burg.

Gerard Meijeringh