De bekende kraam van Jan Elhorst.
De bekende kraam van Jan Elhorst. Foto: Jan Elhorst

Marktoopman Jan Elhorst stopt na ruim een halve eeuw op de markt met kraam met beenmode

(door Leo Polhuijs)

KAMPEN - Jarenlang stond hij met zijn beenmode op de weekmarkt van IJsselmuiden, maar afgelopen vrijdag kwam daar na 53 jaar dan toch echt een eind aan. De Kamper marktkoopman Jan Elhorst (74) stopt ermee. Klanten hoeven niet bang te zijn dat ze zonder hun vertrouwde beenmode artikelen komen te zitten. Ze kunnen terecht in de winkel van Van Enk in IJsselmuiden, op het plein waar Jan jarenlang met zijn kraam stond.

De scheidend ondernemer was met zijn beenmode tientallen jaren een bekend gezicht op markten in de regio. 

'Als klein jochie ging ik al mee met de kraam van mijn oom, die ook in beenmode handelde.'

“Als klein jochie ging ik al mee met de kraam van mijn oom, die ook in beenmode handelde. Hij begon in 1932, ik nam de handel in 1965 van hem over. Ik startte met negen markten waaronder Elburg en Raalte. Dit aantal is later teruggebracht tot vijf. 

Ik heb 57 jaar op de markt in Emmeloord gestaan en 50 jaar op Urk. Je raakt in de loop der jaren vertrouwd met de vele vaste klanten. Er zijn oma’s klant die ik als jong meisje nog met hun ouders aan de kraam heb gehad. 

Plat praten

Met veel klanten praat ik lekker plat. Omdat ik jarenlang wekelijks op Urk kwam, ben ik vanzelf ook een beetje Urkers gaan praten.” Aldus de actieve Kampenaar, die naast zijn werk als marktkoopman was zeer actief was in het verenigingsleven. Ook organiseerde hij onder meer de oldtimerdag in Kampen en zat hij jarenlang in de gemeenteraad voor Kamper Gemeente Belang. Samen met zijn overleden echtgenote dreef Jan ook nog een dameshoedenzaak onder zijn woning.
Volgens Jan zijn er de afgelopen jaren veel marktkramen met beenmode verdwenen. “Kramen met etenswaren doen het nog altijd goed, maar andere producten lopen minder goed. Toen ik begon, stonden er op de markt in Kampen diverse kramen met beenmode of fournituren, maar die zijn bijna allemaal verdwenen. Het probleem is dat ik geen opvolger kon vinden, ook al heb ik mijn uiterste best gedaan.

Als marktkoopman werk je zes dagen per week, ook op zaterdag.

Als marktkoopman werk je zes dagen per week, ook op zaterdag. Je maakt werkweken van vijftig tot soms wel tachtig uur als je ook de inkoop en de administratie meerekent. Jongeren willen niet zoveel uren maken. Op een gegeven moment wilde ik toch stoppen. 

Het is genoeg geweest. Een opvolger zou mijn handel zo over kunnen nemen en op vijf of markten zijn spullen kunnen verkopen, maar ik heb niemand gevonden. Ik ben wel erg blij dat Annelies Van Enk mijn beenmode in een uitgebreider assortiment in de fysieke winkel gaat verkopen.”

Prachtig vak 

Ondanks de lange werkweken vindt Jan dat hij een prachtig vak heeft. “Op de markt ben je vrijer, je kan gewoon wat meer tegen de klanten zeggen dan in een fysieke winkel. Bovendien is het assortiment veel groter dan in veel stenen winkels. Als een klant bij mij om een paarse panty vroeg, kreeg hij die. Verder stond ik bekend vanwege de verkoop van herenkniekousen. Die vind je bijna nergens anders.”

Op 6 januari stond Jan Elhorst voor het laatst op de markt.