Goederentransporten naar Oekraïne gaan voorlopig nog door
NOVOGRAD VOLINSKY (OEKRAÏNE) – Marleen Kragt uit IJsselmuiden en Aart van Dijk uit Genemuiden waren onlangs opnieuw met een transport naar Oekraïne en zijn van plan om eind februari weer te gaan. “Zolang ik het lichamelijk vol kan houden, gaan we door”, zegt Van Dijk.
“Ik kwam voor de oorlog regelmatig in Oekraïne en heb nog veel contact met Oekraïners die daar wonen”, vertelt Kragt. “Ik wilde graag de mensen bezoeken en bemoedigen. We kunnen van afstand spullen brengen, maar de persoonlijke bemoediging is veel meer waard.” En dus was het tweetal onlangs weer in Oost-Europa. “Meteen toen we de grens over waren ging het luchtalarm in heel Oekraïne. We kregen al gauw te horen dat er militaire vliegtuigen op waren gestegen vanaf Belarus, waarschijnlijk een training”, zegt Van Dijk.
Het leven gaat ook daar rustig door. “Maar wat een lawaai. Het luchtalarm in Oekraïne is net een busclaxon maar dan continu. En dit geluid hoor je zeer regelmatig en ook regelmatig in de nacht”, vult Kragt aan. “Het doet mij beseffen dat het bewonderenswaardig is dat de mensen dit volhouden. Ik heb verschillende bezoeken gebracht aan families en dagcentrums. Vol trots laat iedereen mij het gebouw of huisje zien.”
Oekraïners zijn trots, trots op wat ze hebben neergezet en trots op Oekraïne. “Maar als je verder in gesprek gaat, merk je dat ze ook allemaal moe zijn”, weet Van Dijk. “De toekomst is onzeker en verder dan één dag vooruitkijken is niet mogelijk. Het leven is uitzichtloos.” Dat kwam nog harder binnen toen ze een avond met verschillende tieners in gesprek kwamen. “Ze weten niet of ze een schooldiploma krijgen, alles is online en stagelopen is onmogelijk. Ze zitten de hele dag thuis en hebben niks om naar uit te kijken”, zegt Kragt. “Hun doel in het leven is weg. Maar vertrekken naar het buitenland is voor deze jongeren ook geen optie. ‘Buitenlanders zitten niet op ons te wachten’, was het antwoord. En ook al willen zij hun best doen, de taalbarrière maakt een heleboel dingen lastig.”
Daarnaast willen deze jongeren er zijn voor de mensen die het echt zwaar hebben. Samen zijn Kragt en Van Dijk dan ook naar een aantal families toegegaan. “Dan mogen we elkaar wat toezingen en nemen we een voedselpakket mee.”
Tijdens hun reis door Oekraïne zijn ze ook in Irpin geweest, een voorstad van Kiev die aan het begin van de oorlog zwaar onder vuur lag. “Die dag was het ook erg koud, maar koud krijg je ook van de dingen die je ziet. Sommige delen zijn net een spookstad geworden”, zegt Van Dijk. “Alles is kapotgeschoten, maar ook is duidelijk te zien dat mensen hals over kop zijn gevlucht. En dan besef je dat dit maar een plek is, maar in het oosten (een gebied zeker zo groot als Nederland) is alles weg, dan kun je alleen maar stil zijn”, zegt Kragt.
Het tweetal kijkt terug op een bijzondere tijd. "Maar het ontzettend mooi om de mensen persoonlijk te mogen bemoedigen. Ik mocht ze laten weten dat we aan ze denken en dat we er voor hen willen zijn. Het geeft mij kracht en energie om door te gaan voor de mensen die het minder hebben, voor mensen die onrecht wordt aangedaan. Zowel in Nederland als op andere plekken in de wereld”, aldus Kragt. De twee willen doorgaan met de transporten. Mensen die een financiële bijdrage willen doen, kunnen onder vermelding van hulp aan Oekraïne geld overmaken naar NL60RABO0139490892 ten name van Diaconie van Hervormde gemeente de Hoeksteen IJsselmuiden.
De volgende goederentransporten naar Novograd Volinsky staan gepland op 27 februari en 11 april. Ter voorbereiding op de reis is er op 24 februari een benefietavond in de Hoeksteen in IJsselmuiden. Die dag is er 365 dagen oorlog in Oekraïne. "We gaan dan samen zingen, bidden en gedenken”, vertelt Kragt. De avond begint om 19.30 uur.
