Afbeelding
Foto: Aangeleverd.

Verhalen van Groot IJsselmuiden: Veecaten en Zalk

Algemeen

(door Robert van der Belt)

REGIO - Het dorp Zalk stond tot 1937 bekend als de gemeente Zalk en Veecaten. Met als gemeentehuis het Schultehuis tegenover de Hervormde kerk. Dat er nu nog steeds staat.

Zalk aan de Gelderlandse kant van de IJssel en Veecaten aan de Overijsselse kant van de IJssel. Iets wat niet als bijzonder hoeft beschouwd te worden, want zo zag vroeger de gemeente Wilsum er ook uit. Het dorp Wilsum en het buurtschap de Nieuwstad aan de ene kant van de IJssel en aan de andere kant het Onderdijks. Vandaag gaan we in gesprek met ‘s-Heerenbroeker Cré de Groot-Bastiaan. Weduwe van Jaap de Groot, de grondlegger van de Groot Diervoerders en Veevoeders. Geboren in het gebied Veecaten.
Voorafgaand ga ik naar Wilsum om een aantal dozen Kamper Almanaken op te halen. Het doel: informatie putten uit de geschiedenis van Kampen en de kernen. In ‘s-Heerenbroek liggen op de keukentafel al een aantal boeken over de streek. Een boek over de heren van Buckhorst is over het onderwerp Veecaten niet te missen. Zij waren namelijk de heren van Zalk en Veecaten. Zij hadden priveliges, maar ook verantwoordelijkheden in dit gebied. Zij zorgden dat de bewoners voorzien werden van onderwijs en religie. Dit alles in samenwerking met de bisschop van Utrecht. Dit duurt voort tot 1813 totdat de gemeenten ontstaan. Voorheen werd het gebied Zalk en Veecaten aangeduid als heerlijkheid. Zalk en Veecaten zal tot 1 januari 1937 een eigen gemeente blijven. Later opgenomen in de gemeente Groot-IJsselmuiden.
Wat houdt Veecaten nu eigenlijk in? Het is niet bepaald een groot gebied. Cré heeft volgende verklaring: “Veecaten bestond in die tijd en nu nog steeds uit veen-weidegrond. Het gebied is voor akkerbouw niet geschikt en voor de heren van Buckhorst een soort wingewest om daar vee te houden, de naam Veecaten zegt het al. De IJssel loopt hier een stuk anders dan bijvoorbeeld bij Zalk en Wilsum. Daar zijn de uiterwaarden groter.” Cré pakt het boek ‘Overijssels watersnood 1825’ geschreven door de J. van Pelkwijk. Hele delen van noord en noordoost Nederland stonden toen onder water met veel doden en verlies van veel vee. De Zuiderzee was maar enkele kilometers verwijderd. En de zee of river geeft en neemt, hele stukken van de uiterwaarden werden weggeslagen aan de Veecaterkant. De IJssel maakt hier een grote bocht en is berucht bij schippers. Tot de jaren vijftig was er een loswal bij het voetveer waar schepen konden aameren met o.a. turf, bouwmaterialen en veevoer, zo verkocht bakker Wessels voorheen Barendsen ook petroleum en veevoer. Via de Schoolsteeg werd met paard en wagens de goederen van het schip gehaald. Om de drassige grond bij de loswal begaanbaar te houden werd puin gestort. Als je nu een paal daar in de grond slaat voor bijvoorbeeld stroomdraad stuit je nog op puin.” Naar aanleiding van dit alles heb ik ook navraag gedaan bij het ‘Stadsarchief Kampen’. Otto Ottens vertelt ons het volgende: “In onze archiefbiliotheek staat het boek ‘De Geschiedenis van de heerlijkheid Zalk en Veekaten. Van het kasteel Buckhorst en zijn bewoners’. Daar staat op pagina 114: ‘Het kerspel Zalk bestond uit twee marken, Veekaten ten Noorden en Zalk ten Zuiden van den IJssel. Van Veekaten is veel land afgeslagen, zodat het volgens een oude warenlijst niet meer dan vier hoeven omvatte. Wat hier is afgeslagen, heeft Zalk door aanwas gewonnen.

Tekst gaat verder onder foto.


Aangeleverd. 

Maar wat betekende het dan om tot 1937 in Veecaten te wonen. Cré vertelt verder.”Wanneer je in Veecaten woonde ging je in Zalk naar school. Mijn vader van 1902 is nog met het bootje over in Zalk naar school gegaan tot de Veecaters het te gevaarlijk vonden en er in 1909 hier in ‘s-Heerenbroek een school is gebouwd. Zelf ben ik Gereformeerd opgevoed en ging elke zondag met het voetveer over naar Zalk. Vanuit de kerken was het zo geregeld dat de Hervormde kerk om 9:30 begon en de Greformeerden om 9:45. Zo kon iedereen gestructureerd over naar Zalk. Qua grappen werd er weleens gezegd dat beide christelijke stromen niet bij elkaar in “de schuute wilden zitten” , maar toen gingen nog veel mensen naar de kerk, dat was vooral vanuit praktisch oogpunt. De veerman moest meerdere keren heen en weer, er waren twee schuiten en hij kreeg altijd hulp van de jonge mannen om te roeien. Wanneer je in Veecaten woonde was je ook afhankelijk van het gemeentehuis daar. Hier ging je trouwen en gaf je, je kinderen aan bij de burgelijkestand. Ik heb nog een trouwboekje waarin staat dat mijn mans broer Willem is geboren in Zalk en Veecaten. Mijn man Jaap is geboren op 1 januari 1937 en daarbij staat IJsselmuiden. De geboorte van mijn man en de geboorte van een nieuwe gemeente.” Verhalen uit Groot-IJsselmuiden is een samenwerking tussen BrugMedia en het Beste van Kampen. Wilt u een verhaal met ons delen? Stuur een mail naar hetbestevankampen@sambiq.nl.