Zevende dan: Eerbetoon aan judoka die zeven dagen in de week trainde
KAMPEN – Kampenaar Jetze van Dijk mag zich sinds zaterdag houder van de zevende dan judo noemen. De onderscheiding van de International Martial Art Federation heeft Van Dijk onder meer te danken aan het feit dat hij de Japanse verdedigingssport heeft helpen grootmaken in het oosten van Nederland waar hij een van de weinigen is met een zevende dan.
"Het was geweldig om al die grote namen in de sport weer te zien”, blikte Van Dijk maandags terug op de speciale bijeenkomst waarin hij werd geëerd. Veel bekende judoka's waren aanwezig bij de ereonderscheiding. Onder wie ook Richard de Bijl en voorzitter Ad Rebel van de NVJIL leraren vakbond die beiden in het bezit zijn van de achtste dan en het woord richtten tot Van Dijk. In zijn bijna 60-jarige carrière als judoleraar vierde Van Dijk talrijke successen. Hij werd met zijn team Nederlands kampioen en vele malen districtskampioen. Van Dijk zat bij de kernploeg en in de nationale examencommissie. Niemand minder dan Anton Geesink was de coach van Van Dijk zelf en bij de marine stond de Kampenaar samen met grootheid Wim Ruska op de mat. "Niet slecht voor een Kamper jongen toch?”, zegt Van Dijk met een knipoog. Typerend voor Van Dijk is dat hij alles wat hij leerde wilde kunnen toepassen in zijn lessen. Of dat nu ging om judo of om de andere sporten die hij doceerde, te weten jiujitsu, karate, savate, kickboksen en nunchaku . Van Dijk: "Ik heb het geluk dat ik van mijn hobby mijn werk heb kunnen maken. Zeven dagen in de week was ik bezig met sport, trainen, lesgeven en beter worden. Mijn idee was: ‘hoe meer ik kan, hoe beter en hoe meer ik kan lesgeven'.” Op 12-jarige leeftijd begon Van Dijk met judo. Eerst in Kampen en later bij de sportschool van Roel Wolfs in Zwolle. Daar werd Van Dijk eerst assistent-trainer om later hoofdtrainer te worden. Aanvankelijk gaf van Dijk les in Kampen, Genemuiden, Hasselt en Zwartsluis. Van Dijk: "Dan ging ik op pad met de auto en een aanhangwagen met daarin de judomat. Ik was de reizende judoleraar.” Nog weer later begon Van Dijk zijn eigen sportschool in Kampen. De judoleraar onderscheidde zich door grootmeesters in het judo en andere sporten naar Kampen te halen. Wie echt wilde leren judoën en ook bereid was de discipline aan de dag te leggen die daar bij komt kijken, was bij Van Dijk aan het juiste adres. Respect speelde daarbij altijd een sleutelrol. Net zoals Van Dijk grote waardering heeft voor andere leraren uit de sport, zoals de Japanse karateka Naoki ishikawa van wie hij les heeft gehad. De ogen van Van Dijk glimmen als hij praat over zijn vechtsportverleden. Misschien wel het meest opmerkelijke aan zijn loopbaan, waarvoor de judoka eerder al werd onderscheiden met de titels Ridder in de Orde van Oranje Nassau en Ridder in Goud van de Nederlandse Judobond, is dat Van Dijk in zo veel vechtsporten succesvol is. Van Dijk: "Aan de ene kant heeft het een voordeel als je zo veel sporten beheerst. Van de andere kant lever je ook wat in. Als ik mij alleen op het judo had gericht, had ik nog verder kunnen komen. Daar ben ik zeker van.” Neemt niet weg dat het wel leuk staat zo'n visitekaartje met ‘judo zesde dan en karate vijfde' dan. Alleen klopt dat kaartje dus niet meer. Inmiddels heeft Van Dijk de zevende dan judo en de zesde karate.