Afbeelding
Sien Nieuwenhuis

HONDENHOEK

· leestijd 2 minuten Algemeen

UITDRUKKINGSWIJZE

Om je goed te kunnen uitdrukken, dus aan een ander duidelijk maken wat je bedoelt, is er nogal iets nodig. Wij mensen maken vaak gebruik in onze communicatie naar iets of iemand via mondelinge taal. Die taal is opgebouwd uit klanken, die op hun beurt weer een woord kunnen vormen en de aaneenschakeling van woorden vormen zinnen die een verhaal compleet maken (of niet) . Hieruit blijkt dat taal niet alleen maar spelling is, maar dit terzijde. Konden onze honden zich nu maar uitdrukken in onze taal, dan werd de omgang met ze al een stuk eenvoudiger. En toch... die honden beschikken over een arsenaal aan uitdrukkingsmanieren. Ook zij stoten klanken uit, denk maar aan blaffen, janken en piepen. Bovendien zijn zij tevens meesters in het laten zien van lichaamstaal. Voor de mensen die dit zien wordt de omgang met "Bello" al gemakkelijker.

Laten wij het volgende als voorbeeld nemen. Een hond heeft grofweg een kop, lichaam, staart en vier poten, waarmee hij ons heel wat van zijn emoties kan laten zien. Dieren die de kop laten hangen en hem daarbij ook nog van ons afdraaien, tonen ons dat ze niet helemaal op hun gemak zijn. Als ze daarbij ook nog eens schuin uit hun ogen kijken zodat het oogwit te zien is, kun je weten dat hun ongemak groot is. Ze kunnen dan op een voor ons minder prettige manier uitvallen, mits ze kunnen vluchten. Verreweg de meeste honden kiezen voor dit laatste. Als het lichaam van onze viervoeter naar beneden zakt, of hij gaat zelfs op zijn zijde op de grond liggen, is dit tevens een teken van: ik maak mij klein, ik ben niets waard. Laat mij maar, als je weg gaat spring ik wel weer in de benen en misschien loop ik wel achter je aan om te kennen te geven dat ik het niet kwaad meen. Wat betreft de houding van de staart moet je constateren dat die niet altijd even betrouwbaar is. Als die hoog en breeduit kwispelend wordt gepresenteerd, is de hond vaak vrolijk. Als die staart middelhoog en twijfelend heen en weer zwiept, is het beest ook twijfelachtig. De staart drukt dan uit: moet ik nu de persoon of het voorwerp benaderen of niet? Toch is die dracht van de staart ook specifiek voorbehouden aan sommige rassen en daarom is de emotie niet altijd goed af te lezen. Denk maar aan terriërs die de staart fier rechtop dragen. Of de Duitse herder die het lichaamsdeel middelmatig hoog draagt. Of het windhonden type dat de staart soms tussen de achterpoten knelt. En dan de poten. Een zelfbewust dier maakt zich groot en daar hoort fier op de beentjes staan zeker bij. Een speelse vlegel wil nog wel eens door - met name de voorpoten - zakken, om speels gedrag van de ander uit te lokken. Je hoeft niet eens een gedragsdeskundige te zijn om dergelijke uitdrukkingen goed te vertalen. Als je er maar oog voor hebt.

Wat duidelijkheid betreft laten mensen nog wel een een steekje vallen. Hoe vaak hoor ik onderweg wel: "Kom je nou hier of niet?" Dan wordt de hond dringend verzocht te komen. Soms voldoet die hond prima aan dat laatste. Hij komt niet. Ook zo'n eentje, als een hond uitvalt naar een andere hond, of keihard aan de lijn trekt is: "Doe normaal!" Meestal doet hij dit als hij in dezelfde situatie verzeild is geraakt. Dus voldoet hij aan de opdracht van de eigenaar. Zo merk je, dat wanneer je menselijke termen in de richting van de hond schiet, je ongewild het doel volkomen mist.

Daaruit kan maar een enkele lering getrokken worden namelijk: heb respect voor je hond, maar behandel hem niet als een mens, want dan bejegent hij jou als een hond.

Bert Nieuwenhuis.