Afbeelding
Nick de Vries.

Koggewerf moet interactief maritiem erfgoedcentrum worden met DNA van Kampen

· leestijd 3 minuten Algemeen

(door Niek Teune)

KAMPEN – Vijfentwintig jaar na de start van de bouw van de Kamper Kogge is de Koggewerf nog springlevend. Een grote groep vrijwilligers werkt iedere donderdag op de replica van het vermaarde handelsschip of in een van de andere gebouwen. De grijze haren nemen echter in rap tempo toe. “Het is heel moeilijk om mensen voor dit vrijwilligerswerk te vinden.’’

Vanuit de hoek van de expositieruimte klinkt het gebrom van een figuurzaagmachine. Het gebrom wordt al snel overstemd door het geluid van zaag door hout. Jan Boerhof (76) staat verdekt opgesteld achter de vitrines met voorwerpen die aan het Hanzeverleden van de stad herinneren.

De voormalig dierenarts is sinds 2003 vrijwilliger bij Stichting Kamper Kogge, omdat hij dolgraag wilde ontdekken hoe het schip zich gedraagt op zee. Wanneer hem gevraagd wordt wat hij precies aan het doen is, draait hij zich om. Hij leunt tegen de werkbank, met zijn rug naar verschillende modelscheepjes aan de wand. “Ik verkoop de hele dag door praatjes aan iedereen die maar binnenvalt. Op alle vragen geef ik antwoord. Soms ben ik maar een uur per dag met modelbouw bezig’’, zegt hij terwijl hij een vijl door zijn vingers laat glijden.

Boerhof is een van de plusminus zestig vrijwilligers die betrokken zijn bij de Kamper Kogge. Samen zorgen zij ervoor dat de Koggewerf vitaal blijft. In onder meer de smederij, het naaiatelier en de expositieruimte verrichten zij wekelijks met groot plezier hun werkzaamheden. De gemiddelde leeftijd ligt echter ver boven de pensioengerechtigde leeftijd, waarmee het voortbestaan van de Koggewerf en de Kamper Kogge met de tijd verder onder druk zal komen te staan. Desondanks heeft de gemeente ambities om van de werf een interactief maritiem erfgoedcentrum te maken.

IJsselkogge

Met zijn vijl wijst Boerhof naar een enorme, gedetailleerde lijntekening. Het is een bouwtekening van de IJsselkogge, een uitzonderlijk compleet wrak dat vlakbij op de bodem van de IJssel gevonden werd. Het wrak is begin 2016 boven water gehaald en naar Lelystad gebracht voor conservering. ‘’Wanneer het model klaar is? Geen idee. Ik was er een heel eind mee, maar toen kwamen er nieuwe gegevens’’, wijst Boerhof naar de tekening. ‘’Toen ben ik maar zo goed als opnieuw begonnen.’’

De deur van de expositieruimte zwaait open. Truus Notrot (72) komt binnen. Boerhof wijst naar haar; zij kan meer vertellen over de souvenirs die verkocht worden. Notrot pakt een houten scheepskistje dat door ‘Kees Kist’ – sommige vrijwilligers weten zijn echte achternaam niet meer – gemaakt is. “We hebben ze in alle soorten en maten.’’ Daarna loopt ze naar de zogenaamde ‘kolenkitten’. ‘’Dit hebben wij nog niet zo lang. Sommige mensen gebruiken het als paraplubak, erg handig.’’ Dan loopt ze naar de vitrinekast naast de hoekige toonbank. Ze wijst naar de gegraveerde glazen en mokjes waarop de kogge prijkt. “Geen gravering, geen mokje is hetzelfde. Dat wordt allemaal hier op de werf gemaakt.”

Wie de werf oversteekt en langs het Middeleeuwse huisje loopt, kan aanmonsteren op de Kamper Kogge. Via een klein ophaalbrugje kun je op het schip van donkerbruin eikenhout komen, dat beschikt over één mast. Het zeil hangt er in de wintermaanden niet, wel ligt er een wit zeil over het schip. Harry Post (63), fotograaf van beroep, is benedendeks bezig om tl-verlichting te vervangen door LED-strips. “Dat is veel mooier’’, zegt hij terwijl hij met een priem gaten in de houten balk maakt. De geur van nostalgie hangt in de ruimte. Waarom Post vrijwilliger is geworden? “Ik woon machtig dichtbij. En ik heb wat met bootjes.’’ Over de toekomst van de werf en het schip heeft hij dubbele gevoelens. “Het verbaast je wat er aan jeugd bijkomt; er is zelfs iemand van begin 20 vrijwilliger geworden. Aan de andere kant: de ouderen van hier zijn met 57 met pensioen gegaan. De nieuwe generatie ouderen gaat pas met 67 met pensioen. Wat kunnen ze dan nog?’’

Zelf ervaren

De gemeente Kampen wil de Koggewerf een functie als maritiem erfgoedcentrum geven, waar de geschiedenis interactief tot leven wordt gewekt. “Mensen moeten het zelf ervaren’’, aldus burgemeester Bort Koelewijn. De ambities zijn groot, maar het vrijwilligersbestand wordt ouder. ’’ Citymarketeer Roeland Tameling zegt: “Het moet professioneler worden. Je kunt niet alleen maar afhankelijk blijven van vergrijzende vrijwilligersgroepen, hoewel ik hun inzet zeer waardeer. Nu is de vraag van ontvangsten soms al groter dan het aanbod vrijwilligers. Dat moet in de toekomst anders.”

Koelewijn erkent de uitdaging die er ligt. “We moeten het allemaal zo interessant maken dat ook jonge vaders en moeder zich eraan verbinden. Conceptplannen spreken nog niet tot de verbeelding van Kampenaren, maar als het tastbaar wordt, worden mensen enthousiast.’’ De burgemeester denkt dat de sfeer ook gaat omslaan wanneer het maritieme erfgoedcentrum zichtbaar wordt. “Het gaat deel uitmaken van het DNA van de Kampenaren en dan komen de jongeren vanzelf.”’