Afbeelding

Streekhistorie in de spiegel van oude namen (2)

· leestijd 2 minuten Cultuur

(door Sybren Gerlofsma)
Van de ooit aan nederzettingen, verbindingswegen, wateren en andere landschapselementen gegeven namen is de betekenis vaak niet meer algemeen bekend. Toch kunnen deze ons iets vertellen over de omgeving tijdens het ontstaan van die naam. In combinatie met gegevens uit bronnen en bodemvondsten dragen ze bij tot meer inzicht in de ontwikkeling van de streek in de loop van de tijd. In deze aflevering staan we stil bij de schaarse vroege bewoning in de omgeving.

IJsselmuiden
Rechts van de IJssel bevonden zich in het geschetste drassige gebied een aantal zandige hoogtes, hetzij oude rivierduinen hetzij bodemverheffingen uit de laatste ijstijd. Op één ervan ligt IJsselmuiden. In 1133 wordt deze plaats voor het eerst vermeld als Islemuthen. Het Oudnederlandse 'muthen' betekent 'monding'. Het dorp lag bij haar naamgeving kennelijk nabij de plek waar de IJssel in open water uitmondde. Namen met '-muthen' zijn ontstaan vóór het jaar 1000 en wijzen daarmee op vroege bewoning. De kerk is gewijd aan de martelaren Crispinus en Crispinianus. In een oorkonde uit 1133 is te lezen dat o.a. land bij IJsselmuiden wordt geschonken aan een te stichten klooster Klarholz bij Osnabrück. Gezien het geschatte bouwjaar van de huidige dorpskerk (ca. 1200) en de aanwezigheid van een schrijn met relikwieën van Crispinus sinds de 9de eeuw in de domkerk van Osnabrück, is bij de bouw van de dorpskerk dit zeldzame schutspatronaat waarschijnlijk aangenomen.

Wilsum
Op een soortgelijke hoogte ligt Wilsum, in 1213 voor het eerst vermeld als Wilsem. Namen op -hem, -em en -um zijn zogenoemde heemnamen. De uitgangen verwijzen naar 'heim' (= woonplaats). Het eerste woorddeel Wils- verwijst net als bij Welsum (bij Olst) naar 'welle', dat 'wal' betekent. De betekenis van de naam Wilsum is daarmee 'woonplaats op de wal'. Dat de plaats veel ouder is dan het jaar van de eerste naamvermelding blijkt uit de ouderdom van de huidige kerk, die volgens bouwkundig onderzoek vermoedelijk is gebouwd in de elfde eeuw. Voor het ontstaan van Wilsum als nederzetting kunnen we nog verder teruggaan in de tijd, omdat plaatsnamen met genoemde uitgangen dateren van vóór het jaar 1000. De beschermheilige Sint Lambertus past in dit beeld. Bij de vorming van een parochie moet deze in het jaar 705 gestorven Maastrichtse heilige als schutspatroon zijn aangenomen.

Oosterholt en Westenholte
Vrijwel zeker geldt deze vroege bewoning ook voor de hoger gelegen buurtschappen Oosterholt en Westenholte. Een 'holt' is een met houtig gewas begroeide verhoging in het landschap. De namen zijn ontstaan vanuit de verschillende perspectieven van de steden Kampen en Zwolle. Oosterholt of Oostenholte lag ten oosten van Kampen en Westenholte ten westen van Zwolle.
Conclusie: Vóór het jaar 1000 was er in de uitgestrekte broeklanden rechts van de monding van de IJssel op enkele hoogten al sprake van bewoning.

Vragen en reacties

Op de vraag van een lezer over het ontbreken van bronvermeldingen kan worden geantwoord dat dit puur is vanwege de leesbaarheid. Eventuele vragen over bronnen of literatuur zullen per mail (syger.div@gmail.com) worden beantwoord.