Door een andere aanpak van onder andere gedogen komt het tegenwoordig in Brunnepe nog maar zelden tot een geweldadig treffen met de politie.
Door een andere aanpak van onder andere gedogen komt het tegenwoordig in Brunnepe nog maar zelden tot een geweldadig treffen met de politie. Tennekes

De balans van Oud en Nieuw in Kampen: de ontdekking van het carbid

· leestijd 4 minuten Algemeen

Politiechef Johan Ekkel en historicus Jonn van Zuthem zijn de archieven ingedoken voor een boek over Oudejaarsvieringen in Kampen dat binnenkort verschijnt. Daarin scheiden ze feiten en fictie als het gaat om de ‘tradities’ van het melkbusschieten en de vreugdevuren. De vele incidenten in de loop der jaren worden in hun context geplaatst, eindigend bij het hier en nu en de toekomst. Ekkel en Van Zuthem geven de Bruglezer alvast een voorproefje met een voorpublicatie van vier afleveringen.

Aflevering 2

De ontdekking van het carbid

De plattelandsjeugd ontdekte vanaf eind negentiende eeuw het schieten met carbid. Het explosieve goedje dat in 1888 was uitgevonden bleek uitstekend geschikt te zijn voor het produceren van luide knallen. Aanvankelijk gebeurde dat met kleine bussen of blikjes, later werd er met grotere voorwerpen geschoten. Door wie en waar er voor het eerst in Kampen (lees: Brunnepe) is geschoten met de inmiddels vermaarde melkbussen, is (nog) niet met zekerheid te zeggen. Voor antwoord op die vraag zal nog nader onderzoek moeten worden verricht. Zeker is wel dat het melkbusschieten geen Kamper uitvinding is geweest. De oorsprong ligt waarschijnlijk in Brabant, ook daar moet nog nader onderzoek naar worden verricht. In onze regio werd ook buiten Kampen met carbid geschoten. In een krantenbericht uit 1909 werd de bevolking van Rouveen gewaarschuwd voor de gevolgen: ''n Zeer gevaarlijk spelletje wordt tegenwoordig druk beoefend. In den bodem van een carbidbus maakt men 'n gat, legt rondom ervan vochtige carbid, sluit de bus dan stevig met het deksel en, terwijl één jongen de bus vasthoudt, steekt 'n ander het carbid aan. Een ontploffing volgt natuurlijk, de deksel vliegt met kracht weg en soms springt de bus uit elkaar. 't Gevaarlijke van dit pretje is ieder duidelijk. Ouders, weest gewaarschuwd! Geeft de jeugd geen carbid of lucifer'.”

In de gemeente Kampen ligt de bakermat van het schieten met carbid onmiskenbaar in Brunnepe. Boerenjongens van met name de Sint Nicolaasdijk begonnen daar in het begin van de vorige eeuw in de aanloop van de Oudejaarsnacht met het knallen met busjes en bussen. Dit gebeurde aanvankelijk in het open veld, al snel verplaatsten zij zich op zoek naar een groter publiek richting de bebouwde kom. Daar werden zij vervolgens vaak staande gehouden door de politie, die niet zelden de bussen in beslag nam. Actie leidde het jaar erop tot reactie en vice versa en zo kwamen beide partijen op voorhand steeds scherper tegenover elkaar te staan. Reeds voor de Tweede Wereldoorlog was er sprake van een 'traditie' van al dan niet beschonken rel beluste Brunneper jeugd die tijdens Oud en Nieuw de confrontatie zocht met de politie, die op haar beurt koste wat het kost het gezag wilde handhaven.

De woelige jaren zestig

De bezetting en de sobere jaren van de wederopbouw maakten een einde aan die reeks. Eind jaren vijftig, begin jaren zestig kwam echter weer een kentering. De Kamper politie had steeds meer moeite tijdens de Oudjaarsnacht de openbare orde te handhaven, om van de zo vaak bijpassende rust nog maar te zwijgen. Kampen en gewelddadige jaarwisselingen leken synoniemen te worden. Het archief van de Gemeentepolitie Kampen, dat is ondergebracht in het Stadsarchief Kampen, bevat meer dan voldoende bouwstenen om de gebeurtenissen en ontwikkelingen accuraat te kunnen beschrijven aldus Ekkel en Van Zuthem.

Paal en perk stellen

“De oudejaarsnacht schijnt naar publieke opinie de bevolking een soort vrijbrief te verschaffen tot het plegen van allerlei strafbare feiten, welke in omvang, verscheidenheid en ernst dusdanig toenemen, dat zij zo langzamerhand een bepaaldelijk excessief karakter zijn gaan aannemen”, aldus de Zwolse Officier van Justitie (OvJ) in een brief van begin mei 1957. “Het wil mij voorkomen, dat dergelijke uitspattingen op den duur niet geduld kunnen worden, en dat maatregelen beraamd dienen te worden daaraan, bij voorkeur langs preventieve weg, paal en perk te stellen.”

De OvJ verzocht de Kamper politiecommissaris Pel hem een overzicht van de gebeurtenissen van de afgelopen jaarwisselingen te sturen. Commissaris Pel schreef een uitgebreid verslag. Daarin kwam naar voren dat de opgeschoten jeugd 'vooral uit de buurtschap Brunnepe (boerenbevolking)' al voor de oorlog de confrontatie met de politie had gezocht door het afschieten van carbid bussen op de openbare weg. Dat het schieten niet alleen gevaar opleverde voor voorbijgangers, maar dat er ook veel ruiten door werden vernield. En om dat buitensporig gedrag te laten stoppen, de politie genoodzaakt was hardhandig op te treden.

Na de bevrijding was dit geweld niet teruggekeerd. “Eén van de redenen hiervan” , zo schreef Pel, “is mijns inziens gelegen in het feit, dat thans in de buurtschap Brunnepe niet meer uitsluitend een hechte boerengemeenschap woonachtig is, maar, door de vele nieuwbouw, ook vele bewoners afkomstig uit de stad.” Met andere woorden: de vestiging van nieuwe inwoners zou een positieve, de-escalerende invloed op de feeststemming hebben. Er was volgens Pel nog een andere reden en dat was het optreden van de politie zelf. “Werd voor 1945 rond het Nieuwjaar de politiesurveillance door agenten in uniform ter plaatse sterk opgevoerd, nu bleef men daar de normale surveillance uitoefenen. De recherche werd echter ingezet en deze wist meestal reeds, voor het schieten een aanvang nam, de meeste bussen welke daartoe al gereed stonden, in beslag te nemen. Bovendien wist men dan al wie de raddraaiers waren.”

De jaarwisseling 1956-1957 was volgens Pel rustig verlopen. In Brunnepe zou zelfs praktisch niet meer zijn geschoten.

Bekogeld met straatstenen

Pels verwachting dat de komst van nieuwe bewoners in Brunnepe een positieve werking zou hebben, kwam echter niet uit. Integendeel, de nieuwkomers leken snel de oude 'traditie' van het de confrontatie zoeken met de politie te omarmen.

De jaarwisseling van 1960 naar 1961 verliep dan ook bijzonder onrustig. Het Kamper Nieuwsblad kopte op 3 januari 1961: ‘Politie genoodzaakt charges uit te voeren op honderden 'feestvierders’. Politiemannen bekogeld met straatstenen en putdeksels'. Met name in Brunnepe en op het Van Heutzplein kwam het tot een treffen. Tijdens een van de charges was er, zo berichtte de verslaggever, met een dolkmes gegooid.