Afbeelding

Streekhistorie in de spiegel van oude namen (3)

· leestijd 2 minuten Cultuur

door Sybren Gerlofsma

Van de ooit aan nederzettingen, verbindingswegen, wateren en andere landschapselementen gegeven namen is de betekenis vaak niet meer algemeen bekend. Toch kunnen deze ons iets vertellen over de omgeving tijdens het ontstaan van die naam. In combinatie met gegevens uit bronnen en bodemvondsten dragen ze bij tot meer inzicht in de ontwikkeling van de streek in de loop van de tijd. Deze aflevering gaat over namen met betrekking tot de komst van de Zuiderzee.

Almere
Rond het jaar 1100 mondde de IJssel ter hoogte van IJsselmuiden uit in het Almere, dat in de eeuwen daarvoor was ontstaan uit een complex van meren binnen een uitgestrekt veengebied. De naam van één van die meren herkennen we nog in de plaatsnaam Lemmer, afgeleid van 'Lennemar': het meer waarin het riviertje de Lenne (Linde) uitmondde. Behalve bodemverheffingen, zoals die waarop Wilsum en IJsselmuiden liggen, waren de keileembulten van het huidige Urk, Schokland en Vollenhove vóór het jaar 1000 bewoond. De naam 'Urk' is mogelijk van prehistorische oorsprong. In de oude naam Fullenho voor de streek rond Vollenhove duidt het deel 'ho' op een hoogte.

Almere wordt Zuiderzee
In de loop van enkele eeuwen breidden de meren van het Almere zich door golfslag steeds verder uit. Hierdoor verdwenen enkele nederzettingen voorgoed in de golven. Met de Allerheiligenvloed, een  stormvloed rond 1 november 1170, veranderde de situatie ingrijpend. Grote stukken veen werden weggeslagen, zoals bij het ontstaan van het Marsdiep. Het woorddeel 'mars' is verwant met 'moeras'. We vinden dit begrip ook terug in Marslanden, de naam van een industrieterrein oostelijk van Zwolle. Door deze vloed verdwenen opnieuw namen van de kaart, zoals het Creilerwoud ten westen van Stavoren, het plaatsje Luttelgeest westelijk van Kuinre en het eiland Nagel tussen Urk en Schokland. De namen van de nieuwe dorpen Creil, Luttelgeest en Nagele in de Noordoostpolder herinneren ons hier aan.

Ook de ligging van de streek West Friesland in de provincie Noord-Holland bepaalt ons bij een andere situatie in de tijd van het Almere. Vóór het jaar 1170 maakte deze streek deel uit van Friesland, slechts gescheiden door een relatief smalle waterloop Vlie waarlangs het overtollige water uit het Almere naar zee kon vloeien (vlieden). De naam Vlieland is hierop gebaseerd.

Er ontstond een nieuwe kustlijn, ruwweg ter hoogte van de huidige Kamperzeedijk, Pannekoekendijk, Sint Nicolaasdijk en Zwartendijk. De Melm had de stormvloed overleefd. Deze naam is verwant met het begrip 'molm' en verwijst naar de aanwezige relatief zachte bodem. Als een soort schiereiland was het buiten de genoemde kustlijn blijven liggen. Almere, het meer met een smalle uitgang naar zee, was veranderd in een open binnenzee die voortaan Zuiderzee zou gaan heten.

VRAGEN EN REACTIES

Een lezer vroeg zich af waarom bij IJsselmuiden niet gelijk Genemuiden was besproken. Antwoord hierop is dat de besproken namen zoveel mogelijk in volgorde van tijd worden behandeld. Genemuiden is - ondanks de gelijkluidende uitgang - jonger dan IJsselmuiden, zoals we in een latere aflevering zullen zien.