Het gezin snoep in het midden van de jaren ’30 (collectie Erven J.L. Snoep / W. de Waard).
Het gezin snoep in het midden van de jaren ’30 (collectie Erven J.L. Snoep / W. de Waard).

Verzet en collaboratie in bezet Kampen

· leestijd 7 minuten Algemeen

75 jaar bevrijding: een terugblik

In het jaar dat Kampen viert dat zij 75 jaar geleden bevrijd werd van de bezetter, zitten de inwoners weer thuis. Alle activiteiten die georganiseerd waren om het jubileum van de bevrijding dit jaar groots te vieren, zijn afgelast. Wel blikt De Brug deze weken, onder bijzondere omstandigheden, terug op 75 jaar bevrijding van Kampen.

Hoe beleefden de Kampenaren de bevrijding van onze stad 75 jaar geleden? Hoe berichtten de kranten hierover? Ook kijken we naar het heden. Hoe kijken de schoolkinderen van Kampen naar deze tijd? Hoe kijken zij naar het begrip vrijheid? Journalist Niek Teune gaat in een boeiend achtergrondartikel in op verzet en collaboratie in Kampen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het geheel wordt rijkelijk gelardeerd met foto’s van rond de bevrijding. Deze zijn voor een groot deel ter beschikking gesteld door het Stadsarchief. Deze week in De Brug deel twee van onze terugblik. Hieronder het verhaal dat Niek Teune schreef.

(door Niek Teune)

Tussen het opblazen van de stadsbrug in mei 1940 en april 1945 maakte de bevolking van Kampen en IJsselmuiden de Tweede Wereldoorlog mee. In dit artikel wordt beknopt de oorlog beschreven, toegespitst op collaboratie en verzet in Kampen. Waar de een zijn toevlucht zocht tot de NSB en geloofde in het nazisme, bleef de ander trouw aan het koningshuis en kwam in verzet tegen de bezettende macht. De Kamper oorlogsgeschiedenis in vogelvlucht.

In de nacht van 9 op 10 mei 1940 rinkelde de telefoon bij burgemeester Oldenhof. Hem werd meegedeeld dat de Duitse troepen Nederland waren binnengevallen. Ook werd de burgemeester op de hoogte gesteld van het besluit van het Nederlandse leger om de Kamper brug op te blazen, zodat de Duitsers wellicht in hun opmars gestuit zouden worden. Tegen 7 uur ’s ochtends was het zover. Menig inwoner stond van schrik naast zijn of haar bed, terwijl ruiten van winkels en woningen sprongen door de enorme luchtdruk en de trillingen die de klap veroorzaakte. De Oudestraat lag bezaaid met glaswerk. Ondanks het opblazen van de brug, marcheerde de Duitse Wehrmacht enkele dagen later door de stad. Met rubberbootjes waren ze de IJssel over gevaren. Ook in Kampen was de Tweede Wereldoorlog begonnen.

In de eerste maanden van de oorlog veranderde het leven van de gewone burgers maar mondjesmaat, zo wordt beschreven in het Historisch Tijdschrift dat Historische Vereniging Jan van Arkel in het kader van 75 jaar vrijheid heeft uitgegeven. De meeste Nederlanders waren er nog van overtuigd dat de Duitse bezetter de Nederlandse wetten zoveel mogelijk zou respecteren en zich fatsoenlijk zou opstellen. Maar langzamerhand veranderde de samenleving. Bij het stadhuis kwamen geleidelijk aan steeds meer papieren te hangen, waarop verboden afgekondigd werden; vooral de bewegingsvrijheid van de Joden werd steeds meer ingeperkt. In bijvoorbeeld het stadsplantsoen en de bioscoop waren zij niet meer welkom.

NSB

De Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) stond aan de kant van de Duitse bezetter. In Kampen was de NSB niet uitermate populair. Ter indicatie: bij de Tweede Kamerverkiezingen in 1937 haalde de NSB in Kampen slechts 2,7% van de stemmen, gelijk aan 282 personen. Het feit dat Kampen over het algemeen niet Duitsgezind was, heeft volgens André Piederiet te maken met de oververtegenwoordiging van de gereformeerden. Zij waren fel tegen het nazisme en erg actief in het verzetswerk. Toen Anton Mussert, leider van de NSB, op 30 augustus 1941 een bezoek aan Kampen bracht, hielden meerdere Kampenaren dan ook de gordijnen demonstratief gesloten. Zo ook de familie Piederiet, die indertijd aan de 3e Ebbingestraat woonde. In het Historisch Tijdschrift zegt de nu 92-jarige André Piederiet dat het gezin bewust een vaas met oranje goudsbloemen voor het raam had gezet. De hele oorlog stonden deze bloemen bij een portret van koningin Wilhelmina, die met de regering naar Engeland was gevlucht.

Verzet

Het Nederlandse koningshuis was de Duitsers een doorn in het oog. Zij die trouw aan de koningin bleven en actief verzet boden, ondervonden daar de gevolgen van. Zo werd politiecommissaris Van der Drift op 23 januari 1941 gearresteerd en ontslagen vanwege zijn loyaliteit aan de koningin. Hij werd opgevolgd door NSB’er Wuijster en op 1 januari 1943 werd NSB’er Boesveld als politiecommissaris benoemd. Trouw aan het koninklijk huis koste ook burgemeester Oldenhof in 1942 zijn baan. De straten die vernoemd waren naar nog levende leden van het koninklijk huis, moesten op last van de Duitsers een andere naam krijgen. Oldenhof weigerde dit. Hij werd gearresteerd en gevangen gezet, maar kwam later weer vrij. Hij mocht niet terugkeren naar Kampen. Zijn burgemeesterspost werd voortaan ingevuld door NSB’er Sandberg.

Het dwarszitten van de bezetters nam in Kampen vele vormen aan. Sommigen verstopten hun fiets voor de Duitsers of gaven geen cent aan collecterende NSB’ers. Anderen waren actief in het georganiseerde verzet; zij overvielen distributiekantoren of verborgen (Joodse) onderduikers. De ruimte ontbreekt in deze bijdrage om iedere vorm van verzet uit te lichten, maar de geschiedenissen van Jo Leo ‘Ario’ Snoep en Marinus Post wil ik u niet onthouden.

Jo Leo Snoep

Jo Leo Snoep was eigenaar van machinefabriek ‘De IJssel’ die aan het einde van de De la Sablonièrekade stond. De machinefabriek vervulde in de oorlog de functie van opslagplaats en onderduikplek, maar was daarnaast ook een verbindings- en trainingscentrum van de illegaliteit. Onder andere Theo Piederiet, vader van de eerder genoemde André, gaf er schietlessen aan het Kamper verzet.

Op 11 oktober 1944 wordt Snoep verrast door Duits bezoek. Om 13.30 uur komen een paar Duitse soldaten de fabriek binnen, vergezeld door burgemeester Sandberg. Als ook de Duitse Ortskommandant zich bij de mannen voegt, staat Snoep feitelijk al onder arrest. Tussen 16.00 uur en 16.30 uur wordt hij afgevoerd. Veertien dagen later wordt zijn stoffelijk overschot gevonden door brugwachter Hendrik Steen ter hoogte van de Slagersweg. De Duitsers laten weten dat Snoep na zijn eerste verhoor wist te ontvluchten en door een andere patrouille van de Wehrmacht in het donker doodgeschoten is. Hij zou in de IJssel zijn gesprongen, ter hoogte van de synagoge. Een deel van de Kamper bevolking gelooft de lezing van de Duitsers niet en vermoedt dat Snoep standrechtelijk geëxecuteerd is. Of Snoep is gevlucht of op de kade is gefusilleerd en gedumpt in de IJssel, dat blijft een mysterie. In 1995 is de nieuw aangelegde Ariohof naar Jo Leo ‘Ario’ Snoep vernoemd.

Marinus Post

De Marinus Postlaan herinnert Kampen aan de verzetsstrijder die sinds het voorjaar van 1940 met zijn vrouw Hannechien en hun acht kinderen aan Venedijk 3 woonde. In de boerderij verblijven regelmatig mensen die om verschillende redenen op de vlucht zijn voor de Duitsers. Soms waren er wel vijftien onderduikers tegelijk op het erf van Post. Zoveel onderduikers zijn er niet in de nacht van 26 op 27 juli 1943. Iets na middernacht wordt er onverwacht op de deur gebonkt. Het is politiecommissaris Johan Boesveld, die samen met zijn jachtvriend Dirk Kwakkel, onderluitenant Jelle Bottinga en dienstdoend marechaussee Adriaan Waals op onderzoek uit is gegaan. Zeer vermoedelijk op basis van geruchten. Als Waals de deur intrapt, ontstaat er een vuurgevecht. Geschat wordt dat er vanuit de boerderij ongeveer twintig keer geschoten wordt op de politiemannen, die zich zelf ook niet onbetuigd laten. Wonderbaarlijk genoeg vallen er geen doden.

De politie onderzoekt de boerderij en de schuur van Post. In het Historisch Tijdschrift staat opgesomd wat de agenten aantreffen: een oude personenauto, vier radiotoestellen, vijf vuistvuurwapens met munitie en twaalf persoonsbewijzen. Het meest opmerkelijke wat ze aantreffen zijn twee politie-uniformen inclusief pet, van de gemeentepolitie Kampen. Hannechien Post en haar kinderen worden gearresteerd. Marinus ontspringt de dans; hij weet te ontsnappen naar Nunspeet. Een paar dagen later gaat de boerderij van de familie onverwacht in vlammen op. Boesveld neemt hoogstpersoonlijk het onderzoek naar de brand op zich, maar de daders worden nooit gevonden. Hannechien en oudste zoon Jan zijn op het moment van de brand al naar de Sicherheitsdienst (SD) in Arnhem gebracht. Zij overleven de oorlog. Marinus Post weet vanuit Nunspeet naar het westen van het land te geraken, om daarvandaan het verzet voort te zetten. Tijdens een routinecontrole wordt hij aangehouden en gearresteerd. Hij wordt op 17 november 1944 gefusilleerd in Alkmaar. De overval op hun boerderij is een van de bekendste incidenten uit de oorlog in Kampen.

Bevrijding

Na de Hongerwinter, waar de Kampenaren zelf betrekkelijk weinig last van hebben gehad, kwam het voorjaar van 1945. De geallieerden rukten op en de bevrijding lonkte. Op 14 april kwamen de Canadezen vanuit Genemuiden. De uitgelaten IJsselmuidenaren stonden hen massaal op te wachten. De Duitsers in Kampen waren ook op de hoogte van de naderende geallieerden, daarom lieten zij op dezelfde dag de brug over de IJssel opnieuw springen. Opnieuw sprongen de ramen en lagen de straten bezaaid met glas en dakpannen. Ook de gloednieuwe telefooncentrale in de Oudestraat werd opgeblazen door de wegtrekkende Duitsers. Op 17 april was de laatste Duitse soldaat uit Kampen vertrokken. Terwijl de vlaggen wapperden, roeide Kampenaar Warner Pap vanuit IJsselmuiden de eerste Canadezen naar Kampen. Twee dagen later rolden de Canadezen met hun tanks de stad binnen. De kinderen klommen op de tanks, reden een stukje mee en kregen chocola en witbrood. De Kampenaren gingen hossend door de straten, achter de muziek aan. Kampen was bevrijd.

Vergelding

Na de bevrijding werd afgerekend met de stadsgenoten die in de ogen van velen met de vijand geheuld hadden. NSB’ers werden massaal gearresteerd. Ook de beruchte korpschef Boesveld en burgemeester Sandberg werden door de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) opgepakt. De mannen en de vrouwen werden de stad doorgejaagd en een grote groep mensen liep daar joelend achteraan.

Vrouwen die omgang met bezetters hadden gehad, werden ook gestraft. Ze moesten voor een speciale commissie verschijnen. Als ze schuldig werden bevonden, volgde een straf. Zeventien vrouwen moesten voor minimaal een maand een rode lap dragen. Vijftien vrouwen werden daarnaast veroordeeld tot een kaal hoofd. Ze werden kaalgeknipt door een beroepskapper. Oorlogskenner Laurens Hooisma vermoedt dat het knippen is gebeurd op zaterdag 5 mei. Een aantal jonge vrouwen werd voor de voormalige Latijnse School op de Nieuwe Markt van hun haren ontdaan, de minderjarige meisjes werden geknipt op de binnenplaats van het politiebureau aan de Buiten Nieuwstraat. In de ogen van een deel van de bevolking was dit niet meer dan hun verdiende loon.

Ondertussen vierde Kampen feest na feest. In elke straat werden vrijheidsfeesten georganiseerd, tot diep in de zomer van 1945. Men was voorgoed van het juk van nazi-Duitsland verlost.

Deze bijdrage is tot stand gekomen met dank aan informatie uit het boek ‘Weggetjes naar de vrijheid’ van Daan van Driel en Jaap van Gelderen, het artikel ‘Kampen straft: kaal hoofd en rode lap’ van Laurens Hooisma en de meest recente uitgave van het Historisch Tijdschrift van Historische Vereniging Jan van Arkel. In het bijzonder Herman Broers en Laurens Hooisma worden bedankt voor hun medewerking aan de totstandkoming van dit artikel. Het Historisch Tijdschrift, dat in het teken staat van 75 jaar bevrijding, is voor 5 euro te koop bij The Read Shop Bos en via http://hvjanvanarkel.nl/.

 De onthulling van het steentje voor Leo Snoep. (Herman Broers).
 De onthulling van het steentje voor Leo Snoep. (Herman Broers).

Abonneer gratis

op de digitale krant en ontvang
deze wekelijk in je mailbox.