Afbeelding
Aangeleverd.

Kamper Koggejournaal: Kampen… Kogge… Terschelling.

· leestijd 1 minuut Algemeen

De band tussen het Waddeneiland Terschelling en Hanzestad Kampen is al eeuwen oud. In de 14-de eeuw beschikten de Kamper kooplieden over meer dan 100 Koggeschepen. Deze kustvaarders van Noord - en Oostzee zeilden in het vaarseizoen vele malen door de zeegaten langs Terschelling. Vanwege de ondieptes en zandbanken was het zaak om daar veilig door te kunnen zeilen. Het waren Kamper Koggeschepen die in de geulen daar zorgden voor bakens en boeien, zodat de schepen geen averij opliepen. Ook schepen uit andere steden hadden daar profijt van. De eilanders van Terschelling beloonden de Kampenaren door de Koggesschepen geen tolgeld te laten betalen als ze door de zeegaten zeilden. In een document van het stadsarchief van Kampen uit 1323 staat deze regeling beschreven. Heel bijzonder is het feit dat deze tekst in een steen is afgebeeld aan de voorgevel van de Brandaris, de imposante vuurtoren van het eiland. (zie bijgaande foto).

Havengeld Terschelling
Al jaren meert de Kamper Kogge met veel plezier af in de haven van West-Terschelling. Meestal als tussenstop voor een reis van of naar Duitsland, maar ook vaak gewoon als mooi reisdoel naar het ons zo bevriende eiland. We ontvangen dan badgasten aan boord; Sprooksprekers vertellen verhalen; de Dekzwabbers zingen shantysongs en basisschoolgroepen krijgen een rondleiding. Kamper Kogge een unieke bezienswaardigheid in de mooie haven van het eiland. Bij vertrek moet er, ondanks het feit dat we met ons bijzondere schip een welkome bezienswaardigheid zijn, altijd bij de havenmeester havengeld betaald worden. Voor een midweeks bezoek toch wel 200 euro! En dat doet pijn.

Document Archief Kampen
Archiefmedewerkers ontdekten nog een bijzonder stukje tekst in het bovengenoemde document uit het jaar 1323. Daarin stond ook nog het volgende: ‘ Het waren Koggeschepen uit Kampen die het hout voor de bouw van het eerste vuurlicht van Terschelling brachten en jaren later de stenen voor de Brandaris. Daarom behoeven de Kamper Koggeschepen eeuwigdurend geen havengeld aan Terschelling te betalen te betalen.’ Zes jaar geleden meerde de Kamper Kogge weer eens af in de haven van West-Terscelling. In Harlingen waren ’s morgens burgermeester Bort Koelewijn, wethouder Janita Tabak en twee Kamper archiefmedewerkers aan boord gestapt.

Die middag waren de bobo’s van Terschelling uitgenodigd aan boord van de Kogge voor een hapje en een drankje. De Koggeriken, allen in fraaie middeleeuwse kleding, zorgden voor een sfeervolle stemming. Toen werd er even om ieders aandacht gevraagd. Het document uit 1323 werd voorgelezen met daarin het artikel over ‘ eeuwigdurend geen havengeld te hoeven betalen.’ Het was even doodstil, gevolgd door geklap en gejuich van de Koggebemanning. De glazen werden geheven en er werd geproost op de eeuwenoude afspraak tussen Kampen en Terschelling, die ook in deze moderne tijd geldig zal zijn. We betalen dus geen havengeld meer. Wel een beetje kinderachtig is het feit dat we wel altijd  toeristenbelasting moeten betalen.

(door Volcmar)