Afbeelding
Foto: Aangeleverd.

Nieuwe stadsdichter Geraart Westerink schrijft ironische luchtige ‘versjes’

· leestijd 2 minuten Algemeen

(door Henk Jans)

KAMPEN - De oplettende lezer zal het al hebben vernomen; Kampen heeft een nieuwe stadsdichter. Geraart Westerink zal die functie de komende twee jaar op zich nemen. 

“Taal is voor mij een belangrijk uitdrukkingsmiddel”, begint hij, “als kunsthistoricus schrijf ik veel. Daarbij behandel ik meestal wetenschappelijke onderwerpen die gebaseerd zijn op grondig archiefonderzoek”. Geraart schrijft de laatste tijd voor zijn werk veel over Kamper onderwerpen, zoals architectuur, stedenbouw, de wederopbouwperiode en zijn onlangs gepubliceerde boek over Frans Walkate. “Maar ik vind taal als fenomeen dan ook interessant, om zo kernachtig en plastisch mogelijk iets te zeggen”.

Versjes

Hij vindt gedichten wel een heel groot woord voor wat hij schrijft. Liever spreekt hij over ‘versjes’. “Omdat ze meestal luchtig zijn”, legt hij uit. “vaak met een kwinkslag of iets dat relativeert. Het komt wel voor dat ik iets serieus schrijf. Maar toch meestal met humor, verbazing of ironie”. De ‘versjes’ van Geraart rijmen over het algemeen. De dichtvorm geeft daarin een dwingend kader dat de fantasie prikkelt. “Door te rijmen maak je iets toegankelijker”, vindt hij. “En het is ook een soort cryptische uitdaging, omdat het je mogelijkheden om je uit te drukken beperkt. Dan is het spannend om te kijken of dat lukt”. Het visuele aspect van zijn gedichten komt misschien doordat hij afgestudeerd is aan de kunstacademie. Ze zijn vaak plastisch en roepen een figuurlijk beeld op waardoor ze iets visueels kunnen worden. Daarbij let de stadsdichter op het metrum, ritme en klank, waardoor zij een zekere muzikaliteit krijgen. 

“Ik schrijf van tijd tot tijd een versje”, verklaart hij. “Dat komt vaak op als ik wandel of rustig zit, wat zich als een soort mantra herhaalt totdat ik ergens ben waar ik het op kan schrijven. De laatste tijd neem ik ook wel eens een notitieboekje mee”. Hij stuurde nogal impulsief zijn werk voor het stadsdichterschap in. “Eigenlijk pas op het laatste moment”, zegt hij. “Ik heb erg getwijfeld, maar het leek me toch te leuk om het te laten schieten”. Geraart vindt zichzelf eigenlijk niet zo’n dichter. Wel is hij iemand die taal heel mooi vindt. Dichten is daarin voor hem een uitdagende vorm om met die taal om te gaan. Hij schreef zijn hele leven van tijd tot tijd wel eens wat ‘versjes’. Sinds de corona tijd begon Geraart er meer van te schrijven. “Maar ik heb het eigenlijk niet echt veel gedaan. Het is voor mij dan ook een wat onbetreden gebied en het is juist daarom interessant en spannend om de functie op me te nemen”.

Geraart houdt er van zich duidelijk over onderwerpen uit te spreken. “Dat vindt niet altijd iedereen prettig”, weet hij, “het leuke van dichten is dat je op een humoristische manier kritisch kunt zijn. Op die manier kun je bepaalde zaken aankaarten. Via een ingezonden brief wordt het gauw nogal zwaar of serieus”. Geraart noemt zich een kritisch mens die altijd wel een mening heeft, of hij nu wil of niet. “Maar ik meng me zo min mogelijk in allerlei politieke discussies. Dat wordt steeds meer een toneelstukje waarin iedereen op een gelikte manier zijn boodschap naar voren brengt. Ik kan daar steeds minder goed naar luisteren. Dat geldt met name voor de landelijke politiek”.

Kunsthistoricus

Als kunsthistoricus is hij erg gericht op dingen die in de stad gebeuren, zoals de perikelen bij de villa aan de Bovenhaven. “En als ik door de stad loop en ik zie middeleeuwse bakstenen in een container verdwijnen doet me dat ook pijn”, zegt hij, “want dat betekent dat iets van zes eeuwen oud voorgoed weg is. De stad Kampen laat de laatste tijd zijn erfgoed wat verslonzen”. Het zou kunnen dat Geraart daar eens een paar ‘versjes’ aan wijdt. “Al zal ik proberen ze niet te zwaar te maken”. Met een lach: “ik ben wel erg betrokken, maar probeer de zaken toch ook te relativeren”.

Hieronder het winnende gedicht.


Brug

Voor wie de stad verlaat
een hinderlijke horde
met stromen snelverkeer
gereguleerd door borden

De wandelaar waait mee
met wonderlijke winden
maar weet uiteindelijk toch
weer het station te vinden


Geraart Westerink
4e Stadsdichter van Kampen
(2022-2024)

Nick de Vries