SGP Overijssel waardeert voedselproducenten
· leestijd 1 minuut AlgemeenREGIO - In het kader van de Dutch Food Week is de fractie van SGP Overijssel onlangs op bezoek geweest bij de voedselmakers. “We dragen die sector een warm hart toe en we willen onze waardering graag uiten”, zegt fractievoorzitter Dirk van Dijk.
De fractie toog naar de tuinders Van den Belt (tomaten) en Kaashoek (paprikateelt) in de Koekoek, bij IJsselmuiden. Kweker Van den Belt merkt de gevolgen van de hoge gasprijs, hoorde de fractie daar. Een deel van de kassen wordt nu niet verlicht en daardoor duurt de teelt langer. “Deze crisis moeten we niet onderschatten”, zegt Van Dijk. “Het is belangrijk dat daarvoor een oplossing komt op korte termijn.”
Door de enorme verschillen in energieprijzen is het voor de ondernemers lastig om keuzes te maken voor hun bedrijfsvoering. Daarnaast is verduurzamen vrijwel onmogelijk. Een Duits bedrijf legde in de Koekoek een zonneveld aan, waardoor het elektriciteitsnet vol is. Daardoor kunnen de tuinders hun bedrijf niet verder ontwikkelen en meer stroom in plaats van gas gebruiken.
“Hier knelt de energietransitie”, merkt Statenlid Jan Jonker. “Zo’n zonneveld is er neergelegd óm te verduurzamen, maar juist daardoor komen andere verduurzamingsprojecten juist in de verdrukking. Het is zaak dat de netcongestie aangepakt wordt, zodat verdere verduurzaming doorgang kan vinden.”
De bezoeken van de fractie vonden plaats vanwege de Dutch Food Week. “Dit was een mooie gelegenheid om het gesprek aan te gaan met onze voedselproducenten”, vindt Jonker. “Als wij verhalen horen uit de dagelijkse praktijk, dan krijgen we ook te horen waar de knelpunten zitten. En dat is belangrijk, op die manier kunnen we meedenken over oplossingen.”
De fractie stak de – overigens positief gestemde – voedselproducenten een hart onder de riem in de vorm van een speculaashart. “Daarmee bedanken wij hen voor hun inzet. Zonder hen komt er geen eten op tafel. Het is van groot belang dat deze sector de mogelijkheid krijgt om te blijven bestaan. En niet alleen voor ons voedsel, maar ook voor het onderhoud en beheer van het karakteristieke landschap, de bijdrage aan de leefbaarheid (voornamelijk op het platteland) en de economische waarde van het buitengebied”, besluit Van Dijk.