Afbeelding
Aangeleverd.

Een veel te lange baard…

· leestijd 1 minuut Algemeen

Laatst reed ik op de snelweg toen ik merkte dat mijn blaas het sein gaf dat hij zo snel mogelijk moest worden afgetapt. Bij het eerstvolgende tankstation was hij dus aan de beurt. Toen ik het gebouw binnenliep, zag ik een man met een buitenlands uiterlijk en een in mijn ogen veel te lange baard hannesen bij het apparaat om een kaartje voor het toilet te bemachtigen. Hij zwaaide er driftig met zijn bankpas langs, maar het apparaat gaf geen gehoor. ‘Zal ik het eens proberen?’ vroeg ik aan hem.

Discriminatie
Binnen vijf seconden kreeg ik toegang tot de wc. Met een verontwaardigde blik en een Turks of Marokkaans accent kwamen de volgende hilarische woorden uit zijn mond: ‘Als die apparaten ook al beginnen te discrimineren…’ We keken elkaar lachend aan. ‘Er zit een klein cameraatje in. Mensen met een buitenlands uiterlijk en een baard langer dan twintig centimeter komen er niet in!’ floepte direct uit mijn mond.

Over een baard pissen
Ik schrok er zelf van, maar hij kon die opmerking gelukkig waarderen. Bij zijn volgende poging kreeg hij ook groen licht. We stonden naast elkaar in het toilet en hadden nog lol om het voorval. ‘Je moet wel opletten dat je niet over je baard pist hoor.’ Ik moest het gewoon even zeggen. We kenden elkaar niet, maar hadden in een korte tijd veel plezier.

We kochten allebei nog een broodje en besloten die in onze auto’s op te eten. Hij stond ongeveer vijf meter bij mij vandaan en ik had nog steeds binnenpret om onze ontmoeting. In de kofferbak heb ik altijd een paar van mijn boeken ‘Humor met een boodschap’ liggen. Ineens kreeg ik de behoefte hem zo’n boek cadeau te doen. Voorin schreef ik de volgende tekst: ‘Beste medelander, gewoon een beetje lief zijn voor elkaar kost helemaal niets. Bedankt voor de leuke ontmoeting. Liefs, Marcel’.

Ik liep naar zijn geparkeerde auto en klopte op het raam. Met een vloeiende beweging ging het naar beneden. ‘Ik heb wat voor je.’ Ik gaf hem het boek. Hij wierp een blik op de voorkant. ‘Hé, dat ben jij!’ zei hij met zijn leuke accent. ‘Ja, dat klopt. Dit boek krijg je van me als bedankje voor onze ontmoeting. Gewoon in het Nederlands. Als je het niets vindt, kun je er altijd je reet nog mee afvegen.’ Hij lachte, bedankte me en verdween voorgoed uit mijn zicht.

Dit waargebeurde verhaal is een boodschap voor alle azijnpissers in het land, die alles aangrijpen om hun negativiteit te verspreiden. Wees het komende jaar een beetje lief voor de medemens. Dat kost niets en brengt je uiteindelijk veel meer…