Boete voor afmeren schip met gevaarlijke lading bij Stadsbrug
· leestijd 1 minuut AlgemeenZWOLLE/KAMPEN – Een Rotterdamse binnenvaartschipper heeft zonder dat de havenmeester te melden zijn schip met potentieel gevaarlijke lading bij de Stadsbrug in Kampen afgemeerd. De politierechter in Zwolle legde de man dinsdag een boete op van 1.500 euro, waarvan 600 euro voorwaardelijk.
Toch had de 64-jarige schipper Joao S.L. een goede reden om zo dichtbij bewoond gebied zijn motortankschip Eiltank 14 op 13 juli 2018 af te meren. Zijn belangrijkste excuus was dat een bemanningslid dringend van boord moest voor medische zorg, zei advocaat Ynke Ooijkaas dinsdag via een beeldverbinding tegen de politierechter. “Ik heb het gevoel dat ik stik, ik moet nu van boord”, zei het bemanningslid tegen de schipper. Een arts verwees hem door naar het ziekenhuis. Later werd bij de man keelkanker geconstateerd. “Dus hier was echt wat aan de hand”, zei de advocaat. Maar bij zijn aanhouding zei de schipper ook dat hij afmeerde om een advocaat te spreken. Niet bepaald een noodgeval. En waarom bracht hij de havenmeester niet op de hoogte van deze medische noodzaak? Vlak voor zijn motortankschip over de IJssel Kampen bereikte, verwijderde hij de verplichte blauwe kegel van zijn schip. Met zo’n kegel geeft een schipper aan dat hij mogelijk een gevaarlijke lading aan boord voert. Zijn schip had benzine aan boord gehad, maar ook al was de tank leeg, dan kunnen er gevaarlijke gassen achterblijven. Pas na het ontgassen of drie keer vervoeren van een andere lading, is het schip niet langer een gevaar, zei de officier van justitie. En daarvan was geen sprake.
Zo’n schip dan afmeren op zo’n korte afstand tot woningen aan de IJsselkade is gevaarlijk, zo redeneerde het Openbaar Ministerie. De schipper had bovendien alles bekend. Hij had al eens eerder hetzelfde vaarreglement overtreden en daarom vond de officier van justitie een boete van 2.100 euro op zijn plek. Maar de noodsituatie dan? “Als het werkelijk zo ernstig was, bel je 112 en dan komt er een vaartuig van de politie langszij. Of je gaat in gesprek met de havenmeester en steekt je niet je kop in het zand door de blauwe kegel te verwijderen”, zei de officier. Maar de schipper koos juist voor een praktische oplossing, zei de raadsvrouw. “Er komt niet meteen een brandweerboot langszij. Hij had iemand aan boord die meteen aan wal moest. En dat is gelukt.” Ook vond ze niet bewezen dat het schip een potentieel gevaarlijke hoeveelheid gas aan boord had.
De rechter kwam tot een boete omdat het aan de schipper is te bewijzen dat zijn vaartuig ontgast is. En dat kon hij niet, want dat was niet het geval. Ook is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake was van een noodsituatie aan boord.
(door Nick de Vries)
