?De stad leer je kennen in de rust van Kampereiland'

(door Christiaan Schutte)
KAMPEREILAND ? Ze heeft net haar certificaat behaald waarmee zij zich namens Nationaal Landschap IJsseldelta ambassadeur van Kampereiland mag noemen. Die geuzennaam staat echter vooral in het hart geschreven van Janny Lentink. Evenals in dat van Gerrit de Groot, de nieuwe beheerder van de Museumboerderij Erf 29.

Samen nam het stel het museum, dat de sfeer en geschiedenis ademt van Kampereiland, over. Dat was officieel per 1 september 2014, maar deze maand gaan ze echt van start. Graag stellen ze zich middels een interview nader voor. Plaats van handeling is uiteraard de boerderij zelf aan de Heultjesweg. Een plek waar het de afgelopen week niet louter een pretje was. ?Als het stormt, is het hier angstaanjagend?, verzekert Lentink aan het begin van een rondleiding, staand bij de bedstee. ?Zand en overblijfselen van riet waaien dan door de kieren naar binnen.? Het hoort bij een oud gebouw als de Museumboerderij ? waarvan overigens alleen de kelder nog helemaal origineel is ? maar vooral ook bij Kampereiland. Ruimte en natuur liggen zogezegd voor het opscheppen en in dit geval dus zelfs binnen.
Al kom je daar vooral voor de historie, toch? ?Wie Kampen echt wil begrijpen moet zeker eens naar Kampereiland. Het is dankzij de verpachting van de gronden dat gemeentelijke belastingen zoals in andere steden hier een onbekend begrip waren. Kampen heeft er een deel van haar rijkdom aan te danken en profiteert er nog altijd van. Een tamelijk unieke situatie?, vertelt De Groot, als de rondleiding zich verplaatst naar de zolder. De plek waar onder meer kaarten van het gebied zijn te bewonderen. Beschikbaar gesteld door de Vereniging Streekbelangen Kampereiland. Even daarvoor hebben de twee geboren Kampenaren de Mutsenkamer laten zien met een uitgebreide collectie knipmutsen, de kelder met BK-pannen en weckpotten, en de grote deel. De geschiedenis van Kampereiland en de boerderij komen in een soort van tijdmachine voorbij tot aan de jaren zestig van de vorige eeuw aan toe. Veel is veranderd. De knecht sliep vroeger op de deel boven de koeien. Lekker warm, maar op een oncomfortabele zolder en tegenwoordig ondenkbaar in het kader van meer gelijkheid.
Bovenal is het echter de historie van Kampereiland zelf waar de nadruk op ligt. Veelal in relatie tot de stad. Lentink: ?Vaak komen mensen naar Kampen voor de historische binnenstad. Wat de stad echt uniek maakt, is echter de link tussen het beroemde stadsfront en de buitengebieden.? Dat besef groter maken als eigentijdse ambassadeur is wat Lentink als een schone taak ziet. Het zou het meerdaagse toerisme zomaar kunnen vergroten. Niet in de laatste plaats met het oog op de Internationale Hanzedagen van 2017 die hun schaduw vooruit werpen memoreert De Groot.
?We merken nu overigens al dat er veel interesse is voor activiteiten hier. Je kunt hier als organisatie of vereniging op afspraak een vergadering beleggen, de boerderij is een trouwlocatie en koffie drinken met een speltkoek erbij kan tevens zonder dat je het museum bezoekt.?
Bijzonder aan het nieuwe seizoen is het 20-jarig jubileum van de Oogstdag op 15 augustus. Het belooft aldus De Groot een bijzondere editie te worden. Nog wat verderop in het jaar, in september, is de Museumboerderij het decor voor openluchtspelen. ?Die worden slechts eens in de vijf jaar gehouden en voor het eerst op de Museumboerderij?, vertelt Lentink over het toneelstuk dat over de geschiedenis van Kampereiland zal gaan.
Een kers op de taart is de nagebouwde watermolen van het type zoals je die vroeger veel zag. Studenten van het Zwolse Deltion College zijn daar mee bezig. Wanneer de molen gereed is, valt nog niet te zeggen. Het is niettemin iets om naar uit te zien. In de Museumboerderij wordt het verleden gekoesterd en de toekomst omarmd.