Afbeelding
Foto: Gemeente Kampen

Column wethouder Jan Peter van der Sluis: Wöör ’t old en n’j best samen giet

· leestijd 2 minuten Algemeen

Formeren is dromen en de dromen weer vertalen naar realistische ambities. Sinds 16 mei zijn vijf partijen aan het praten om tot een coalitieakkoord te komen. De koers voor Kampen in de komende vier jaar. We hebben inmiddels in 12 sessies veel onderwerpen besproken. In de eerste bijeenkomst stond de vraag “wat is je droom voor Kampen in 2030?” centraal. Dat is een goede vraag want de komende vier jaar is weer een bouwsteen voor de toekomst. Ik probeer dat altijd te visualiseren. Hoe wil je dat Kampen er dan uitziet? Even dromen zonder je te laten beïnvloeden door barrières en obstakels. 

Ik neem dan bijvoorbeeld in gedachten de trein vanuit Zwolle richting Kampen-Zuid. Met open ogen dromen hoe je Kampen dan in 2030 binnenkomt. De trein nadert het Reevediep. Aan de rand van het Reevediep is geen dertien-in-een-dozijn-woonwijkje gebouwd maar er is gebouwd met kwaliteit en je ziet een nieuw stadsfront. Je komt een trotse moderne stad binnen met een knipoog naar het verleden. Op de dijk zijn namelijk huizen gebouwd in een monumentale stijl. De allure die je nog kent van het oude stadsfront. De opgegraven IJsselkogge fonkelt in het zonlicht als een nieuw icoon van de stad. Toeristen stappen daar op een boot en varen door het Reevediep naar de binnenstad. Naast de Kogge zijn horecavoorzieningen aanwezig waar mensen een drankje drinken. Er wordt verkoeling gezocht aan het water en mensen zitten op een steiger met de voeten in het water. Bootjes varen voorbij. Je rijdt nu bijna het station binnen en kijkt naar links. Daar ligt het dorp Reeve. Ruim en trots gebouwd als nieuw dorp. Je ziet dat er veel mensen op straat zijn. Er moet iets te doen zijn. Je ziet een spandoek met de titel “Reeverun” en het kwartje valt.

Vanaf Station Kampen Zuid kom je een trotse moderne stad binnen met een knipoog naar het verleden.

De trein rijdt het station Kampen-Zuid binnen. Je stapt niet in de ‘middle of nowhere’ uit maar dit oogt meer als Kampen-Centraal. Daar kun je ook makkelijk een fiets lenen, want met de fiets is de snelste manier om in de binnenstad te komen. De wegen zijn er namelijk zo op ingericht dat je rechtstreeks de stad in fietst zonder veel oponthoud. Onderweg valt het op dat er veel groen in de stad is. De bermen bloeien en in de wijken is men zelf ook bezig om meer groen erin terug te brengen. 

Aangekomen in de binnenstad merk je dat je vandaag met de neus in de boter valt. Er is een stadsfestival. Op verschillende podia in de stad wordt het verhaal vertelt van Hasse Simonsdochter van Thea Beckman. Groepen trekken kriskras door de stad om het hele verhaal te horen. Op ieder podium wordt een gedeelte vertelt. Tijdens deze tocht is er op verschillende plekken muziek en je kunt heerlijk even zitten en genieten van lokale producten. Aan het einde van de tocht wordt de finale in een doorlopende voorstelling opgevoerd in de Stadsgehoorzaal. Voor iedereen toegankelijk. De sfeer is goed en de mensen zitten goed in hun vel. Ook niet zo gek in Kampen want we zien om naar elkaar en er is altijd hulp in de wijk als je het moeilijk hebt.

Je bent weer klaarwakker bij de tweede vraag “hoe ga je dit realiseren en wat is er voor nodig?”. Je bent wakker maar zit vol inspiratie en ambitie. We bouwen samen aan een nieuwe stad. We kijken naar het goede en naar de uitdagingen van de toekomst. Met oog voor de identiteit en het verleden van Kampen. Dat moet mogelijk zijn want uit het Kamper Stedelied zongen we vroeger al “Wöör ’t old en n’j best samen giet”.

Nick de Vries