Werkstraf en rijverbod van een jaar geëist voor dodelijk ongeval Blaloweg
· leestijd 1 minuut Algemeen(door Juridisch Persbureau Zwolle)
ZWOLLE – Op de kruising van de Blaloweg met de Katerdijk veranderden de levens van twee families op 12 juli vorig jaar rond middernacht met een enorme klap in een nachtmerrie. Een motorrijder van 23 jaar uit Zwolle kwam er in botsing met een bedrijfsauto, bestuurd door S. van H. uit Kampen (27). De motorrijder overleed een dag later aan zijn verwondingen.
De Kampenaar worstelt sindsdien met de grote vraag: waardoor heeft dit kunnen gebeuren, vertelt hij geëmotioneerd voor de rechtbank in Zwolle.
“Ik ben er zo kapot van.” Hij moet er voorkomen omdat hij niet goed heeft opgelet en daardoor de motorrijder compleet over het hoofd zag bij het linksaf slaan, vanaf de Blaloweg naar de Katerdijk. De motor kwam uit tegenovergestelde richting. De Kampenaar had niet gedronken, hield zich aan de snelheid en heeft afgeremd voor de bocht. Hij zag een tegemoetkomende auto, maar kon daar nog wel voor langs. Pas toen zijn passagier riep ‘motor, motor’ zag hij het gevaar. Te laat. Getuigen hebben verklaard dat de motorrijder veel te hard reed. Maar er meldde zich later ook een chauffeur van een stadsbus die kort voor de kruising in een lastige situatie zat. Hij wilde van de linker- naar de rechterbaan, maar zag zich gedwarsboomd door het bedrijfsbusje. Dat busje zou vlak voor de stadsbus naar links hebben ingevoegd. “Het leek alsof die me aan het pesten was”, zou de buschauffeur bij de politie hebben gezegd. Van H. kon zich dat akkefietje echter niet herinneren.
“Dit soort manoeuvres kunnen wel leiden tot een moment van onoplettendheid”, zei de officier van justitie. “Hij heeft zichzelf niet de tijd gegund om goed te kijken.” Op beelden van de camera op de brug vlak voor de kruising zouden de lichten van de tegemoetkomende motor vlak voor de klap goed te zien zijn geweest.
Uitspraak
De officier van justitie eiste tegen Van H. een werkstraf van 240 uur en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor een jaar. Uitspraak van de rechtbank op 24 augustus.
