Afbeelding
Unsplash

Toeslagenaffaire treft ook Kamper gezinnen: ‘We zijn er uiteindelijk veel sterker uit gekomen’

· leestijd 4 minuten Algemeen

KAMPEN - De toeslagenaffaire waarover het kabinet is gevallen, heeft ook in Kampen haar sporen nagelaten. Eveline Toetenel en haar gezin werden er zwaar door gedupeerd; raakten hun koopwoning kwijt en kwamen erdoor in de schuldsanering. Toch voelt ze geen rancune, komen er geen boze woorden over haar lippen. ‘We zijn er uiteindelijk veel sterker uit gekomen’, zegt ze nu.

Door Alex de Jong @ Attest Communicatie

Ze is ‘dankbaar in Nederland te wonen, waar zoiets als schuldsanering bestaat’. ‘Terwijl datzelfde Nederlandse beleid haar gezin de afgrond in heeft geduwd?’, repliceer ik. Maar ze vindt ‘afgrond’ veel te zwaar. Ja, er zijn grove fouten gemaakt en daar heeft haar gezin onder moeten lijden, maar ze voelt geen boosheid. Ja, er werd loonbeslag gelegd, waardoor uiteindelijk hypotheekachterstanden ontstonden. Ja, hun huis werd zestigduizend euro onder de marktwaarde verkocht, zodat er een schuld bij de bank achterbleef, en ja het gezin kwam uiteindelijk in de schuldsanering terecht, maar er heerst geen boosheid. Wel schaamte. Bij haar man. ‘Die praat hier niet graag over.’ Dus doet Eveline hun verhaal. Openhartig. Met een lach. ‘Want het leven is niet allemaal kommer en kwel.’
Het kabinet viel erover. Er zijn grove fouten gemaakt. ‘Het voelt als een stukje erkenning. Nu is eindelijk duidelijk geworden dat ons niets te verwijten valt.’ En dat voelt goed. Vooral naar de omgeving toe, want menigeen heeft nooit willen geloven dat haar gezin ‘door fouten bij de belastingdienst’ financieel zo enorm onderuit is gegaan. ‘Als je in de schuldsanering terechtkomt, denken mensen al snel dat je het er wel naar gemaakt zult hebben; dat je veel te veel geld aan de verkeerde dingen hebt uitgegeven en dat het allemaal je eigen schuld is’, vertelt ze. ‘Maar wij zijn het levende bewijs dat je, ook als je gewoon ‘leuk leeft’ en geen gekke dingen doet, door omstandigheden in de financiële problemen kunt komen.’ In dat opzicht herinnert ze het zich nog heel goed toen er eens, voor iets heel anders, een wethouder langskwam. De wethouder bood excuses aan en zei: ‘Ik dacht in een Tokkiegezin terecht te komen, maar dat zijn jullie helemaal niet’.’ Eveline glimlacht een beetje besmuikt en zegt: ‘Weet je? Ook ik dacht altijd dat alleen ‘dat soort mensen’ in de schuldsanering komen; dat ze het er zelf naar gemaakt hebben…’ Inmiddels weet ze beter.
‘Achteraf bezien begon de ellende met de belastingdienst al meteen. In 2008 werd onze dochter geboren en in 2009 ging ze naar de opvang bij een gastoudergezin.’ Eveline en haar man hadden beiden werk en de opvang was een mooie oplossing om dit ook ieder te kunnen blijven doen. ‘Al na dat jaar kregen we van de belastingdienst te horen dat we de boel niet goed hadden doorgegeven, waar wij zeker wisten dat we dat wel keurig hadden gedaan. De ‘onrechtmatig verkregen’ toeslag moest worden verrekend met de toeslag waar we het jaar daarop recht op zouden hebben…’ Vervelend, maar tot zover leek er (nog) geen vuiltje aan de lucht. Jarenlang ging het ‘redelijk’ goed, al kreeg het gezin niet de toeslagen waar ze recht op hadden. Jaren later leek dat dan toch goed te komen. Bericht van de fiscus: ‘U krijgt 18.000 euro achterstallige toeslagen.’ Ze herinnert zich nog heel goed de euforie die gepaard ging met het ontvangen van die toegezegde 18 mille. Het was ‘de kans’ om allerlei ‘kleine schulden her en der’ af te lossen en met een schone lei verder te gaan.
‘Totdat we twee weken later opnieuw een overzicht kregen. Of we binnen enkele weken ‘even' 24.000 euro aan onterecht ontvangen toeslagen wilden terugbetalen…' Toen zat de schrik er goed in. Eveline belde met de belastingdienst en kreeg daar, volgens haar zeggen, te horen dat de kindertoeslag ‘over vijf vestigingen verdeeld en wel in tien verschillende computersystemen stond die allemaal niet met elkaar communiceren'. ‘De medewerker zei: ‘mevrouw, al zou ik het willen, ik kan voor u geen actueel overzicht tevoorschijn halen…''. Wat volgde was loonbeslag. ‘Hierdoor kregen we achterstanden met het betalen van de hypotheek, met gas, water en licht…'

Schuldsanering

Tot overmaat van ramp werd Eveline ernstig ziek en kon ze niet meer werken. Ook werd het tijdelijke contract van haar man niet verlengd. ‘Hij moest eerst drie maanden en een dag thuis zitten en werd toen weer aangenomen. Voor minder loon…’ Kortom: de ellende, de negatieve financiële spiraal, was onontkoombaar. Schuldsanering leek de enige logische oplossing.

‘We moesten binnen een maand ons huis uit.’ Maar voor een flatje in de Wortman kwamen ze niet in aanmerking, ‘want daarvoor verdienden we op papier teveel’, dus kregen ze een huis aan de Tijm toegewezen. Een mooi, maar duur huis. ‘Achteraf bezien ben ik daar heel erg blij om. Het huis is mooier dan waar we uit kwamen.’ Maar het huis is nu, zoveel jaar na dato, nog steeds niet ‘af’. De stoffering is gedateerd, de meubels zijn van de kringloop. ‘Daarvoor hadden we het geld niet.’ Tenslotte moest het gezin rondkomen van honderd euro per week. ‘Geen vetpot, maar ik weet dat er mensen zijn die het met veel minder moeten doen.’

Echtscheiding

Wat heeft het met haar gezin gedaan, met hun relatie? ‘We hebben de kinderen er destijds al op voorbereid: ‘papa en mama gaan uit elkaar'…' Toch zijn ze nog steeds samen. Sterker dan ooit. Al gingen de echtelieden door een diep dal. ‘Je leert zuiniger te leven, je normen en waarden verschuiven. Niet een pakje sigaretten, maar brood voor de kinderen…' De kinderen hebben weinig gemerkt van de ‘ellende' die het gezin heeft moeten verduren. ‘Toen ik mijn dochter vertelde dat we uit de schuldsanering waren en dat we het vanaf nu weer beter zouden krijgen, zei ze ‘maar mama, we hebben het toch helemaal niet slecht gehad?'' Het vervult haar met blijdschap. ‘Geluk… daar dacht ik voorheen niet over na. We leefden gewoon. Tijdens die periode van financiële zorgen, waren we soms diep ongelukkig; toen was het ook heus wel eens kantje boord.' En nu? ‘Ik ben blij dat we dit goed achter de rug hebben. Ja, ik ben gelukkiger dan toen. Bewuster. Ik ben een gezegend mens.'

Is ze blij met de beloofde dertig mille? Is het voldoende om alle geleden schade, alle zorgen, alle ellende te compenseren? ‘Ach, er zijn mensen die het nog veel erger hebben gehad dan wij; mensen die hun bedrijf erdoor zijn kwijtgeraakt… Ons heeft het alleen maar sterker gemaakt.’ Geen wensen? ‘Misschien dat we dan wel iets in en rondom het huis gaan doen.’ Of ze koopt er een autootje voor, want die hebben ze ook weg moeten doen. ‘Nu rijd ik met mijn scootmobiel overal naartoe. Misschien heb je me wel eens zien staan, met een traantje, langs de kant van de weg’, vertelt ze zacht. ‘Want soms heb ik het zo koud…’

Abonneer gratis

op de digitale krant en ontvang
deze wekelijk in je mailbox.