Hondenhoek: Puberende Honden
· leestijd 1 minuut AlgemeenZo rond de leeftijd van een half jaar, oplopend tot negen en soms tot twaalf maanden, valt het op dat veel honden te koop worden aangeboden. Ligt dit aan de eigenaren die opeens merken dat hun lieftallige pup al het tot nu toe geleerde aan zijn voetzolen lapt, en twijfelen zij aan zichzelf of ze wel een goede opvoeder zijn? Of ligt het aan de hond? In zekere zin is dit laatste het geval, want in het opgroeiende hondenlichaam verandert er nogal wat. De kunst van de hondenbegeleider is om aan die verandering sturing te geven en dat kan alleen maar met wat humor en veel geduld. Een pup moet namelijk echt ’hond’ worden en dat verloopt niet zomaar.
Als ‘hier komen’ de gewoonste zaak van de wereld was, verandert het plotseling. Ineens zijn er voor het dier belangrijker zaken. Onder invloed van de eveneens groeiende hersenen wordt er meer hormoon geproduceerd en stelt het lichaam zich in op andere taken dan alleen zich maar veilig voelen bij de baas. Ons beest moet nu grenzen opzoeken en doet dat ook met volledige overgave. Soortgenoten zijn veel interessanter dan die bevelen gevende mens. Zelfstandigheid heeft nu prioriteit. Grappig toch die verandering van hulpeloosheid naar zelfstandig individu?
Maar...er is een geruststellende gedachte, namelijk het gaat over al kan het voor sommige exemplaren wel een jaar of drie duren. In die tussentijd wil het ook niet zeggen dat de hond altijd maar ongehoorzaam is. Gaandeweg vindt hij namelijk zijn balans en merkt dat zich schikken naar wensen van de baas veel voordelen oplevert. En dan wordt hij weer dat aanhankelijke wezen dat samen gaat werken en komt hij tot de slotsom dat samenwerking met de baas ook voldoet aan de leefregels van een in de groep functionerend lid.
Toegegeven: het is niet een onverdeeld genoegen als jouw puberende hond dwars door alle geboden heen rent om bij iets (een struikje met voor hem fijne geur) of iemand anders (hond of mens) te komen en daarna - als het een soortgenoot betreft - soms wordt afgesnauwd en zijn biezen moet pakken. Bedenk dat strubbelingen erbij horen - hij doet het niet om je te treiteren - en dat na afloop het eigenlijk altijd weer is meegevallen. Dus het heeft geen zin om je geduld te verliezen. Neem de delinquent na een minder goede ervaring weer gewoon op in je gelederen en je zult merken dat door die tolerantie de waardering vanuit de viervoeter weer gaat stijgen. En minstens zo belangrijk is dat de baas uitsteeg boven zijn eigen kunnen.
Bert Nieuwenhuis.