Aan het einde van het jaar wordt het paviljoen weer net zo snel afgebroken als het werd opgebouwd.
Aan het einde van het jaar wordt het paviljoen weer net zo snel afgebroken als het werd opgebouwd. FOTO TENNEKES

Bart-Jan Gardebroek over ‘zijn’ Paviljoen Hanzezicht: ‘Het is net alsof je in Saint Tropez zit’

· leestijd 3 minuten Ondernemen in Kampen

Door Alex de Jong @ Attest Communicatie

Hij zit er zomers bij; blauwe blazer, blote voeten in trendy bootschoenen, een gezonde blos op zijn wangen. Bij de opening op 12 mei was er een klein zonnetje, maar nu, bijna een week later, werkt het weer nog niet echt mee. Regen. ‘Vreselijk. Maar dat kan niet het hele jaar zo doorgaan. Komt de zon, dan is het hier pas echt genieten’, weet Bart-Jan Gardebroek, initiatiefnemer van Paviljoen Hanzezicht. ‘Dit is een plaatje. Langs het water, scheepjes die voorbij komen; net alsof je in Saint Tropez zit, maar dan in historisch Kampen, toch?!’

Een paviljoen aan de zonnige kant van Kampen, met uitzicht op onze historische Hanzestad en de Nieuwe Toren, die volgens hem symbool staat voor ‘ambitie, over grenzen heen kijken, ondernemen en handelsgeest’. Eigenschappen die hij ook graag aan het strandpaviljoen toedicht.

Fikse investering
In sneltreinvaart realiseerde deze ‘kleinzoon van een molenaar uit Oene’, zoals hij zichzelf noemt, zijn ‘droom die uitkomt’. Kritiek, vooral op Facebook, legt hij met een glimlach naast zich neer. ‘We krijgen zeker 98 tot 99 procent positieve reacties. En als mensen hier eenmaal geweest zijn, onze gerechten hebben geproefd, van het uitzicht hebben genoten en onze sfeer hebben ervaren, dan is 99,99 procent erg blij met wat we hier hebben neergezet’, stelt hij. ‘Maar sommige mensen hebben, bij alles wat er in Kampen gebeurt, altijd wel wat te klagen.’ En het verwijt dat het ‘allemaal zo duur’ is bij hem? ‘Wat is duur? Bij ons zijn de spareribs goedkoper dan elders. Zo’n dure kaart hebben wij niet; wél een bijzondere kaart. Ja, we hebben Eenhoorn koffie met een macaron, dat is even wat luxer dan een doorsnee bakje koffie en daar is de prijs dan ook naar. Maar je hebt daarvoor ook nog eens een geweldig uitzicht. En we hebben hier natuurlijk wel een fikse investering gedaan…’ Net als de strandpaviljoens in Katwijk, Scheveningen of op Terschelling, moet het op 1 november verwijderd zijn. Gaat alles conform plan, dan mag het op 1 april van 2022 weer worden opgebouwd. ‘Het kost jaren om onze investering terug te verdienen. Dat heet ondernemen’, vertelt hij met een lach.

Pilot
Twee jaar hebben ze gekregen om zichzelf te bewijzen. Althans, dat is de vergunning die de gemeente Kampen op basis van een tijdelijke verordening heeft kunnen toezeggen. Maar de ware lakmoesproef is de evaluatie van deze ‘pilot’, die Rijkswaterstaat aan het einde van dit seizoen wil houden. Is die uitkomst gunstig, dan wordt er volgens Bart-Jan door RWS een vergunning voor langere tijd afgegeven. Voor de drie aandeelhouders (Bart-Jan Gardebroek, Frans van der Kolk en André Lageweg) wordt dit dus een spannend jaar. ‘Zodra Rijkswaterstaat het ons permanent vergunt, kunnen we een bestemmingsplanwijziging aanvragen bij de gemeente Kampen. Omdat dat nu nog niet kon, hebben we een tijdelijke omgevingsvergunning voor twee jaar gekregen.’ Nu, na een half jaar voorbereiding en een weekje draaien, gelooft de ondernemer nog meer in het welslagen van dit project. ‘Vergeet niet: de gemeente Kampen was al twee jaar lang op zoek naar een goede oplossing voor dit gebied en eerder hadden zij daartoe al een motie aangenomen.’

Mooi uitzicht
Hij verhaalt van het ‘honden uitlaatterrein’ waartoe dit strandje door de jaren heen is verworden. ‘Van ’s ochtends vroeg tot ’s nachts laat liepen hier de honden los en die lieten ook van alles achter. En op mooie dagen zaten hier wel tweehonderd jongeren tot twee, drie uur ’s nachts te feesten. Met alle rotzooi van dien. De gemeente kwam hier wel twee, drie keer per dag schoonmaken, maar er was geen houden aan. En de dijk stond altijd vol met fietsen, zodat er niet meer gemaaid kon worden en er ook geen fiets meer langs kon.’ Daarnaast werd er volop gezwommen; een doorn in het oog van Rijkswaterstaat. ‘Het strandje zit te dicht bij de vaargeul. Komt er een vrachtschip langs, dan trekt het water zo één tot twee meter weg.’ Dit alles, plus het gegeven dat dit ‘de zonkant van de stad is’, deed Bart-Jan besluiten een plan te maken. De rest is geschiedenis. Het paviljoen staat. ‘Op de beschikbare vijfduizend vierkante meter hebben we 1.500 vierkante meter voor paviljoen en terras; dus nog 3.500 vierkante meter vrije ruimte. Die ruimte houden we veilig, schoon en ‘inclusief’.’ Ook de bezoeker die niet op het terras wenst te zitten, kan het terrein - ‘met eigen krentenbollen’ - van acht uur ’s ochtends tot twaalf uur ’s avonds vrij betreden.

Concurrentie
Voelt de bestaande horeca, vooral na de zware coronatijd, dit niet als extra concurrentie? ‘Nee joh. Zij zitten hier ook’, en hij wijst naar een delegatie van De Bastaard, die gevieren hebben zitten genieten van een palingsoepje, een gerecht waar Bart-Jan zeer hoog van opgeeft. ‘Zij gaan het alleen maar drukker krijgen als meer mensen Kampen weten te vinden. We gaan de Kampenaar in Kampen houden. Mensen die eerder naar Zwolle of Urk gingen, komen nu hier eten vanwege onze unieke kaart, de mooie locatie en het prachtige uitzicht. En we zullen mensen vanuit omliggende steden en dorpen naar hier trekken. En die gaan natuurlijk ook even de stad in. Dus zal ons strandpaviljoen ook een aanzuigende werking voor de horeca en de middenstand hebben.’

Bezwaren en Hanzemenu
Was er niet als bezwaar dat de locatie van het strandpaviljoen een Natura 2000 gebied is? Bart-Jan: ‘Door de honden die hier rondrenden, broedde hier al geen enkele vogel. Bovendien hebben alle onderzoeken uitgewezen dat er met de realisatie van ons paviljoen geen natuurwaarden negatief worden geraakt.’

 En die ingezonden brief daarover in de media? ‘Woon je aan de Esdoornweg en ga je je heg snoeien, dan schrijft diezelfde meneer ook een brief’, grapt hij. ‘Wat ik vaak mis in de huidige samenleving, waarbij mensen heel snel hele grote woorden gebruiken, is gebrek aan respect voor het gezag en omgangsvormen. De provincie is bevoegd gezag; daar werken serieuze professionals die alles goed hebben onderzocht. Dan vind ik het wel heel gemakkelijk om als individuele burger, zonder dat je de rapporten kent, te zeggen dat het niet klopt.’ Misschien misgunning? Dat ‘de rijken’ alles voor elkaar krijgen? ‘Dit heeft niets met geld te maken, maar alles met een goed plan; en voor een goed plan is er altijd geld.’