Paul Reichenbach dankt de Muze van de Zondagsdichters

(door Maarten van Gemert) 
KAMPEN – Zelf is hij niet zo’n feestvierder. Zijn vrouw Anja drong echter aan op een feestje voor zijn verjaardag. „En zeventig is wel een mooi getal”, geeft Paul Reichenbach toe. Voor genodigden ging daarom afgelopen zondag het Ikonenmuseum open. Oude en nieuwe bekenden kwamen de stripliefhebber fêteren. Zij kregen een exclusieve bundel van de zondagsdichter èn als eersten de gids van het aankomende Stripspektakel.

Als bijzondere relatie was Reichenbach van harte welkom in het gewoonlijk op zondag gesloten museum. Reichenbach op zijn beurt was ”vereerd” zoveel vrienden en hartelijkheid te mogen begroeten. Zijn gasten kregen als eersten een bundeltje mee dat hij speciaal voor deze gelegenheid heeft samengesteld: ’70 jaar in 70 gedichtjes, liedjes en limericks’. Met dank aan ’de Muze van de zondagsdichters’ zoals de koptitel van de uitgave luidt.

Rijmende regeltjes
Met een uitnodigende illustratie van Pieter Hogenbirk, biedt de bundel een greep uit wat Reichenbach ”zo bij elkaar gerijmd heeft”. Schrijfblokken en mappen vol. Bij de liedteksten vervalt in een dergelijke uitgave de melodie. Zijn prille poëtische vorming werd eerder gevormd door nonsensrijmpjes dan door respectabele dichters als Genestet of Guido Gezelle. Aldus vertelt Reichenbach in het voorwoord, dat hij voorlas aan zijn gasten want ”niemand leest een voorwoord”.
Zijn vriend Henri Nuyen speelde, na optredens op podia in Amerika, nu op de achtergrond in de coulissen van de binnentuin. Een andere vriend, Paul Geerts, was ook aanwezig ondanks zijn respectabele leeftijd van 85 jaar. De jongste aanwezige was zo’n vijftien jaar: het zoontje van één van de twee vriendinnen die nog in de muziekzaak van Reichenbach gewerkt hebben, op zaterdag, toen zij vijftien waren, zo’n twintig jaar geleden.

Ikonenmuseum Kampen
Stiekem had Reichenbach wat punten opgeschreven voor een welkomstwoordje maar dat spiekblaadje bleek overbodig. Hij vertelde hoe het feest tot stand was gekomen door zijn vrouw Anja, die hij al zo’n twintig jaar kent maar pas de laatste zes jaar van zeer nabij.
Reichenbach is trots dat het bijzondere Ikonenmuseum in zijn stad staat. Hij is aangesloten bij de ’Vrienden van het Ikonenmuseum’ en draagt het museum een warm hart toe. Tussen de medewerkers die waren gekomen, hielpen ook de curator en de directrice mee om er een geslaagd feestje van te maken. Zo konden bezoekers ’van buiten’ kennismaken met zowel Kampen als het Ikonenmuseum, dat volgens Reichenbach uniek is in de wereld, als met het Stripspektakel. Een promotieneveneffect van het verjaardagsfeest.

Kamper Stripspektakel
Als grote initiator achter het Kamper Stripspektakel, bracht Reichenbach dat onderwerp ook ter sprake. Eerder in de week had hij Kamper ondernemers al een voorschot gegeven bij het Koffiemomentje, een informeel ondernemerstreffen. Het Stripspektakel keert terug naar de binnenstad en inclusiviteit speelt weer een centrale rol. Welbekende antivirusmaatregelen hadden het spektakel naar het Stadspark verdreven. Dat kwam de inclusiviteit niet ten goede met de schuine en onharde gronden aldaar. Daarnaast spreekt Reichenbach in het voorwoord van de gids, voor wie het leest, over zaken die in het (honden)toilet thuis horen en over opdringerige ganzen.

Verspreiding gids
Het naslagwerk over het 23e Kamper Stripspektakel wordt vooraf verspreid. De gids die hoort bij het evenement op zaterdag 20 augustus is deze week op diverse punten in de binnenstad verkrijgbaar, waaronder de bibliotheek (lees: Stadskazerne).
Genodigden bij het zeventigjarig geboortejubileum van Paul Reichenbach kregen ‘m afgelopen zondag al mee. Zij hebben ‘m als primeur al op zak.

Twee vroegere medewerksters van Reichenbachs muziekzaak feliciteren de jarige Job (foto: Maarten van Gemert)